Relaties mens, dier en de natuur.

• Mens & Natuur
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Mens, dier en natuur 

Hoofdstuk 2: relaties

Leerdoelen

1. Je kunt benoemen wat we met 'milieu' bedoelen.
2. Je weet de verschillende fasen van water.
3. Je kunt vertellen hoe organismen invloed hebben op het milieu.
4. Je kunt uitleggen wat een voedselketen is.
5. Je weet wat plantenteters, vleeseters en  alleseters zijn.

Wat zijn voorbeelden
van planteneters?

Planteneters

Een planteneter wordt ook wel 'herbivoor' genoemd. 

Denk aan grote bekende wilde dieren als olifanten, neushoorns, en giraffen uit Afrika.

Denk aan de grote dieren in Europa als koeien, (edel)herten, elanden en paarden. 

Denk aan huisdieren als het konijn en de cavia. 

Wat zijn voorbeelden
van vleeseters?

Vleeseters 

Een vleeseter wordt ook wel 'carnivoor' genoemd. 

Carnivoren zijn vaak roofdieren. Voorbeelden van carnivoren zijn leeuwen, tijgers, vossen en wolven. 

Katten en honden zijn eigenlijk ook carnivoren.

Wat zijn voorbeelden
van alleseters?

Alleseter

Een alleseter wordt ook wel 'omnivoor' genoemd. 

Een alleseter  is een dier dat zowel plantaardig als dierlijk voedsel kan eten om te overleven.  Varkens eten elk soort voedsel dat ze op hun pad vinden. Daarnaast zijn beren, ratten, muizen en stinkdieren ook alleseters. De bekendste alleseter is de mens!! 

waar denk jij aan bij
het woord voedselketen?

Voedselketen

Een voedselketen beschrijft de voedselrelaties tussen verschillende soorten organismen in een ecosysteem. Nu makkelijker... Een voedselketen is een reeks soorten, waarbij elke soort het voedsel is voor de volgende soort. 

De eerste schakel is altijd een plant!

Voedselketen, een voorbeeld. 

Voedselketen, een voorbeeld. 

Voedselketen, een voorbeeld. 

Aan de slag

We lezen samen de tekst op bladzijde 7 tot en met 9 van het tekstboekje.

Daarna maken jullie uit het werkboekje vraag 7, 8, 9, 11

Aan de slag deel 2

Bedenk een voedselketen. Ga op zoek naar plaatjes op het internet en maak je eigen voedselketen. Knippen, plakken en de juiste informatie erbij schrijven. Om 10.10 uur moet het klaar zijn.