Voedingsstoffen 2024-2025

Voedingsstoffen
1 / 63
next
Slide 1: Slide
SchoonheidsverzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 63 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voedingsstoffen

Slide 1 - Slide

timer
3:00
Voedingsstoffen

Slide 2 - Mind map

Heb jij vanmorgen ontbeten?
JA
NEE

Slide 3 - Poll

Was dit ontbijt "gezond"?
JA
NEE

Slide 4 - Poll

Wat heb jij vandaag al gedronken?
WATER
THEE
KOFFIE
ZUIVEL
ANDERS

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Video

Slide 7 - Slide

Vitaminen
Vita = leven

Biokatalysatoren:
Stoffen die de levensprocessen gunstig beïnvloeden zonder zelf te veranderen.

Hulpstof

Slide 8 - Slide

Welke vitaminen kennen jullie?

Slide 9 - Mind map

Soorten vitaminen
In water oplosbaar:

  • B
  • C

In vet oplosbaar:
 
  • A
  • D
  • E
  • K

Slide 10 - Slide

Hyper - en hypovitaminose
Hypervitaminose:
  • Teveel aan vitamines

Hypovitaminose:
  • Tekort aan vitamines

Slide 11 - Slide

Vitamine A
Werking:

  • Anti-keratiniserend 
  • Reguleert en normaliseert de talgklier werking
  • Aanmaak schildklierhormoon

Provitamine A = caroteen/ bèta caroteen

Slide 12 - Slide

Vitamine B
Werking:

  • Belangrijk voor het zenuwstelstel
  • B12: aanmaak rode bloedcellen en zenuwcellen

Slide 13 - Slide

Vitamine C
Werking:

  • Antioxidant
  • Aanmaak collageen
  • Vorming van tussenstof
  • Bevordert wondgenezing
  • Stimuleert vorming van rode bloedcellen

Slide 14 - Slide

Vitamine D
Werking:

  • Opbouw botten
  • Vorming tanden en kiezen

Provitamine D = ergosterol


Slide 15 - Slide

Vitamine E
Werking:

  • Antioxidant
  • Stimuleert doorbloeding van de huid
  • Beschermt bloedvaten

Slide 16 - Slide

Vitamine K
Werking:

  • Zorgt voor de bloedstolling
  • Zorgt er voor dat de lever protrombine kan vormen


Slide 17 - Slide

Vitaminen: hoe zat het ook alweer?

Slide 18 - Slide

Wat heb je zojuist gegeten (wees specifiek)

Slide 19 - Open question

Past jouw maaltijd binnen de schijf van vijf?
Ja
Nee
Grotendeels
Een klein beetje

Slide 20 - Poll

Hoe noemen we een te kort aan vitaminen?
Hypervitaminose
Hypovitaminose

Slide 21 - Poll

Waarin is vitamine A oplosbaar?
Water
Vet

Slide 22 - Poll

Waarin is vitamine B oplosbaar?
Water
Vet

Slide 23 - Poll

Waarin is vitamine C oplosbaar?
Water
Vet

Slide 24 - Poll

Waarin is vitamine D oplosbaar?
Water
Vet

Slide 25 - Poll

Waarin is vitamine E oplosbaar?
Water
Vet

Slide 26 - Poll

Waarin is vitamine K oplosbaar?
Water
Vet

Slide 27 - Poll

In welke voedingsmiddelen zit vit A?
A
Groente en fruit
B
Kaas en boter
C
Tarwe producten en vette vis
D
Volkoren producten en vlees

Slide 28 - Quiz

Welk vitamine zorgt voor sterke botten?
A
Vitamine P
B
Vitamine D
C
Vitamine A
D
Vitamine K

Slide 29 - Quiz

Welke vitamine zit in groente?
A
Vitamine A, C, E en K
B
Vitamine B en D
C
Vitamine A, B en C

Slide 30 - Quiz

Welke vitamine stimuleert de huiddoorbloeding?
A
Vitamine A
B
Vitamine B
C
Vitamine E
D
Vitamine K

Slide 31 - Quiz

Welke vitamines wordt goed opgenomen na een boterham pindakaas?

Slide 32 - Open question

Vit A
Vit B
Vit C
Vit E

Regulerend op talg, gezichtsvermogen
Aanmaak rode bloedlichaampjes
Collageen vorming,

Opbouw tussenstof
Huid doorbloeding
Hypo : huidaandoeningen
Hyper : nier - en galstenen

Slide 33 - Drag question

Mineralen

Slide 34 - Slide

Mineralen
Mineralen komen in kleine hoeveelheden voor in eten en drinken. Je vindt ze in de natuur; vooral in gesteentes. Planten en dieren nemen deze mineralen op, waardoor ze in onze voeding terechtkomen.

Slide 35 - Slide

Mineralen leveren energie aan het lichaam
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quiz

Calcium
Functie:

  • Opbouw van beenderen
  • Opbouw van gebit (kinderen)
  • Instandhouding van beenderen en gebit

Zit in:
  • Melkproducten
  • Groene groenten (in mindere mate)



Slide 37 - Slide

Fosfor
Functie:
  • Stevigheid botten
  • Stofwisselingsprocessen

Zit in:
  • Vlees en vis
  • Eieren
  • Melk
  • Kaas



Slide 38 - Slide

Fluoride
Functie:
  • Opbouw tandglazuur
  • Gaat tandbederf tegen

Zit in:
  • Drinkwater (kleine hoeveelheden)
  • Thee en witvis (en vele anderen)

Slide 39 - Slide

Jodium
Functie:
  • Aanmaak schildklierhormoon
  • Goede werking schildklier

Zit in:
  • Zeevis
  • Gejodeerd zout
  • Brood
  • Eieren
  • Melkproducten

Slide 40 - Slide

IJzer
Functie:
  • Aanmaak hemoglobine (rode bloedcel)

Zit in:
  • Vlees en vis
  • Volkorenbrood
  • Groene bladgroenten
  • Peulvruchten

Slide 41 - Slide

Zwavel
Functie:
  • Verhoorningsproces
  • Bestanddeel van aminozuren (eiwitten)

Zit in:
  • Brood
  • Kaas
  • Eieren
  • Uien, knoflook en prei

Slide 42 - Slide

Natrium
Functie:
  • Trekt vocht aan
  • Bestanddeel bloedplasma

Zit in:
  • Wordt extra toegevoegd aan brood, kaas en vleeswaren (maar zit in heel veel voedingsmiddelen)

Slide 43 - Slide

Kalium
Functie:
  • Drijft vocht uit

Zit in:
  • Melk
  • Aardappelen
  • Groente en vruchten
  • Bouillon

Slide 44 - Slide

Welk mineraal speelt een rol bij het verhoorningsproces?
A
Jodium
B
Natrium
C
Zwavel

Slide 45 - Quiz

Waarbij is ijzer betrokken?
A
De aanmaak van hemoglobine
B
De werking van de schildklier
C
Het gaat tandbederf tegen

Slide 46 - Quiz

Koolhydraten en vetten

Slide 47 - Slide

Welke producten bevatten veel koolhydraten?
A
B
C
D

Slide 48 - Quiz

Hoeveel energie levert de verbranding van één gram koolhydraten?
A
4 kcal
B
12 kcal
C
17 kcal

Slide 49 - Quiz

"Koolhydraten zijn belangrijk voor een goede werking van je darmen"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 50 - Quiz

Koolhydraten: samenvattend
Functie:
  • Belangrijke brandstof (leveren energie)
  • Bloedsuikerspiegel stabiel houden (glucose --> glycogeen)
  • Darmwerking (cellulose bevat voedingsvezels)
Komen veel voor in brood, aardappelen, rijst en pasta
Ontstaan door fotosynthese (koolzuurgas --> glucose en zuurstof --> zetmeel)

Slide 51 - Slide

Eiwitten en water

Slide 52 - Slide

Om eiwitten binnen te krijgen, moet je eieren eten
A
Waar
B
Niet waar

Slide 53 - Quiz

Hoe heten de verbindingen waaruit eiwitten zijn opgebouwd?
A
Aminozuren
B
Suikerketens
C
Cholesterolen

Slide 54 - Quiz

Mensen die veel sporten hebben extra eiwitten nodig
A
Juist
B
Onjuist

Slide 55 - Quiz

Eiwit kan ook als brandstof worden gebruikt. Hoeveel kilocalorieën levert één gram eiwit?
A
4
B
17
C
21

Slide 56 - Quiz

Bij de stofwisseling van eiwitten zijn verschillende stoffen betrokken. Welke omschrijving past bij deze stoffen?
Protease en pepsine
Amino-zuren
Ammoniak en uream
Afvalstoffen ontstaan bij verbranding
Enzymen die eiwitten afbreken
Ontstaan door afbraak eiwitten

Slide 57 - Drag question

Eiwitten: samenvattend
Functie
  • Belangrijke bouwstof (opbouw en herstel)

Zitten in veel voedingsmiddelen, zoals: noten, peulvruchten, graanproducten, vlees, vis, melkproducten en eieren
Zijn opgebouwd uit aminozuren (koolstof, waterstof, zuurstof, stikstof en zwavel) --> bij verbranding ontstaan ammoniak en ureum
Afbraak door enzymen protease en pepsine

Slide 58 - Slide

Water

Slide 59 - Slide

Water is een bouwstof voor cellen. Hoeveel procent van een cel bestaat uit water?
A
25%
B
50%
C
70%
D
75%

Slide 60 - Quiz

Je kunt aan de hand van de huid zien of de vochtbalans in het lichaam op orde is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 61 - Quiz

Slide 62 - Slide

Water: samenvattend
Functies
  • Transportmiddel
  • Temperatuurregelaar

Het lichaam bestaat voor ongeveer 70% uit water
Cellen bestaan voor ongeveer 75% uit water. Hiervan is 75% intracellulair (in de cel) en 25% extracellulair (buiten de cellen)

Slide 63 - Slide