2021_week48_2v_les1_Intro Projekt Weihnachten, Personalp. dativ-akkusativ

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Du hast 2 min für:

• dich zu setzen
• Jacke aus
• Köpfhörer sind weg
• Handys in die Taschen
• Laptop liegt auf dem Tisch(und ist zu) 
• Schulsachen sind auf dem Tisch (Buch, Laptop, Heft, Stift usw.)!

Was machen wir heute?

• Introduktion Projekt Weihnachten
• Wörter schreiben / abfragen
• Wiederholung das Personalpronomen im Dativ und Akkusativ
• Aufgaben kontrollieren


• Abschluss/deutsches Lied
  

Am Ende der Stunde........

• kannst du auf deutsch sagen was du gern isst und trinkst dadurch, dass du die Aufgaben machst.

Projekt Weihnachten

Op 16/12 staat in SOM de inleveropdracht met als bijlage de beschrijving van de opdracht en de dichtvormen.

Wörter üben (schrijf de woorden op en vervolgens de vertaling erachter)

• de noot
• de mosterd
• zoet
• het afval
• de kaas
• groeien
• der Schinken
• aufpassen
• das Angebot
• sonst
• scharf
• der Essig

• die Nuss
• der Senf
• süß
• der Müll
• der Käse
• wachsen
• de ham
• opletten
• de aanbieding
• anders
• pittig
• de azijn

Wörter üben (schrijf de woorden op en vervolgens de vertaling erachter)

• de noot
• de mosterd
• zoet
• het afval
• de kaas
• groeien
• der Schinken
• aufpassen
• das Angebot
• sonst
• scharf
• der Essig

• die Nuss
• der Senf
• süß
• der Müll
• der Käse
• wachsen
• de ham
• opletten
• de aanbieding
• anders
• pittig
• de azijn

Neem dit schema over in je schrift en vul de 

juiste persoonlijke voornaamwoorden in.

Check!

•  ihr

•  3e

•  ich

• 1e

• ihm

• 3e 

• Sie

• 1e

• uns

• 3e

•  euch

• 4e

• Sie

•  4e

•  sie

• lv

•  4e

• ihr

• mwv

• 3e 

•  ihm

• mwv

• 3e

• es

• lv

•  4e

•  sie

•  lv

• 4e 

• ihn

•  lv

• 4e

•  dir

•  mwv

•  3e

•  euch

• lv

•  4e

• uns

• lv

• 4e

An die Arbeit

• Machen im Buch: 

Aufgabe 8 auf Seite 37

- schrijf in het Duits op wat je voor het ontbijt eet en drinkt en nooit/soms eet en drinkt.

• Hilfe: In de kolommen bij de opdracht staan drankjes en eten beschreven die je kan gebruiken.
• Wie? Samen fluisterend overleggen met je buurman/buurvrouw. Na 5 minuten vraag ik verschillende leerlingen met behulp van het rad.
• Fertig? Bespreek je antwoorden met je buurman/buurvrouw

Hausaufgaben

Machen online: Kapitel 4.5, Aufgabe 3 a,b,c + 4 a,b

Lernen: Wörter Kapitel 4, Lektion 4 +5+6 auf Seite 52-53. NL-DU und DU-NL

(leer de woorden door ze herhaaldelijk op te schrijven)

Am Ende der Stunde........

Was isst und trinkst du gern?

Abschluss

Niet inpakken - luisteren

• na startsignaal: inpakken
• wel blijven zitten - stil
• dan sluit ik de les af!
• dan: klaar :)

Tschüss