Let op! Soms zijn de notities niet helemaal zichtbaar als je deze uitklapt. Controleer of dit op jouw scherm het geval is en zorg er anders voor dat je de tekst van de notities los als PDF beschikbaar hebt.
Deze LessonUp is gemaakt door IFFR en te geven in de klas voorafgaand aan het filmbezoek.
Lesindeling:
introductie filmlessen - 5 min.
introductie IFFR - 5min
filmtheorie: korte film - 5 min.
kennismaken met het thema - 10 min.
opdracht *optioneel - 10 min.
voorbereiding filmprogramma - 10 min.
reflectie & afronding - 5 min.
Hoe bezoek je een filmtheater (video) - 5 min.
Duur van de les:
45 - 55 min.
Voorbereiding
Het is fijn om de les vooraf al een keer door te nemen. Soms zijn de notities niet goed leesbaar in de uitgeklapte notities. Check dit van te voren. Je kunt de notities/ lessonup ook als PDF opslaan en los naast de presentatie houden.
Benodigdheden
n.v.t (eventueel pen & papier)
Thema
Vallen en Opstaan
Leerdoelen
begrip van het belang van filmfestivals als uitwisselingsplaats voor kunst en ideeën
begrip van de kracht van de korte film als medium voor filmmakers
onderzoeken van het concept vallen en opstaan. . Zowel het bredere begrip als eigen ervaring.
Vertel de leerlingen:
Jullie gaan een filmprogramma van IFFR volgen. Dit programma bestaat uit een voorbereidende les in de klas. Daarna bekijken jullie het filmprogramma in de filmzaal en tot slot hebben jullie nog een les in de klas om de films na te bespreken. Het thema is: Veerkracht.
In deze les gaan we onderzoeken wat dit thema betekent en bereiden we ons voor op ons bezoek aan IFFR.
Tip: Zet de notities aan door op het icoon met het schrijfblokje onderin de balk te klikken. Bekijk de notities vooraf of print ze uit. Hierin staat extra informatie.
Heb je nog niet eerder met LessonUp gewerkt? Hier vind je aanvullende informatie.
Opdracht
Dit is een doe-opdracht
Gesprek
Ga met elkaar in gesprek over het onderwerp
Legenda
Vraag
Dit is een vraag
Kijken
Dit is een kijk-opdracht
Weetje
Dit is een weetje of extra uitleg.
Slide 2 - Slide
Legenda
LessonUp maakt gebruikt van iconen. Deze worden hotspots genoemd.
Hier staat een overzicht van de betekenis van alle iconen in LessonUp. Zodra je op een icoon klikt, verschijnt er een tekst.
Op een aantal slides kom je ook gele iconen tegen. Dit zijn verdiepende vragen en opdrachten, die je toe kunt voegen aan je les, afhankelijk van de voorkennis of samenstelling van de klas.
Wat gaan we doen / leren?
Leerdoel toevoegen
Dit gaan we deze les doen
voorbereiden op het bezoek aan IFFR;
onderzoeken wat de kracht van een korte film is;
nadenken over het thema 'vallen en opstaan'
Slide 3 - Slide
Introductie
Vertel de leerlingen
Dit gaan we deze les doen (hotspot)
We gaan;
kennismaken met het thema 'Vallen en Opstaan'.
ontdekken welke films we in de bioscoop gaan kijken;
ons voorbereiden op het filmbezoek.
Kort, korter, kortst!
International Film Festival Rotterdam
Wat is International Film Festival Rotterdam? Wie is er weleens geweest?
Waarom is het belangrijk dat filmfestivals bestaan?
Het logo van IFFR is de tijger. Waarom zou er voor dit dier gekozen zijn?
Slide 4 - Slide
Introductie IFFR
Bespreek met de leerlingen wat IFFR is.
Behandel de hotspots (vraagtekens).
Vraag (hotspot 1):
Wat is International Film Festival Rotterdam? Wie is er weleens geweest?
Antwoord:
Tijdens International Film Festival Rotterdam - vaak afgekort tot IFFR - wordt er gekeken naar heel veel bijzondere en nieuwe films, van over de hele wereld. Er komen regisseurs en acteurs op bezoek en filmmakers kunnen prijzen winnen.
Vraag (hotspot 2): Het logo van IFFR is de tijger. Waarom zou er voor dit dier gekozen zijn? (Welke eigenschappen passen er bij een tijger?)
Antwoord: De tijger staat symbool voor gevaar, passie en de moed om je eigen pad te volgen – dit is ook hoe het festival zich opstelt naar de filmindustrie. IFFR wil graag filmmakers een plek geven die misschien ergens anders niet met hun film terecht kunnen. Het festival ondersteund passie en de moed om nieuwe en dappere verhalen te vertellen.
Daarnaast is de tijger een knipoog naar de Leeuw van MGM studio's. Dat is die brullende leeuw die je soms ziet voor de start van bepaalde films.
* Verdiepende vraag (hotspot 3): Waarom is het belangrijk dat filmfestivals bestaan?
Antwoord:
Het biedt een podium voor (nieuwe) makers.
Het biedt een podium voor makers van over de hele wereld.
Reguliere bioscopen in Nederland vertonen vaak films van grote(re) studio's. Deze films zijn vaak gemaakt in Europa, Groot-Brittannië of Amerika. Tijdens een filmfestival krijg je ook de kans om films uit andere hoeken van de wereld te zien.
Ontmoeting en uitwisseling tussen makers & publiek.
Bij een filmfestival zijn vaak makers aanwezig. Vaak gaan ze tijdens een Q&A na de film in gesprek met het publiek. Zo krijgt de maker een idee van hoe het publiek de film vindt en kan de kijker vragen stellen aan de regisseur over het proces of de boodschap.
netwerk mogelijkheid voor makers en filmindustrie
Makers van over de hele wereld komen naar Rotterdam tijdens IFFR. Het festival helpt makers om de juiste mensen te ontmoeten. Zo kan een filmmaker bijvoorbeeld in contact komen met een producent (helpt de film te maken) of distributeur (verspreid en promoot de film). Ook zijn er bijvoorbeeld mensen van de (internationale) pers aanwezig.
De kans om nieuwe dingen te zien en te ervaren.
De kans om met elkaar in gesprek te gaan.
Kort, korter, kortst!
In de bioscoop zie je meestal alleen lange (speel)films. Op filmfestivals worden daarnaast ook vaak korte films vertoond. Waarom zou een filmmaker kunnen kiezen voor het maken van een korte film in plaats van een lange film? Welke voordelen kun je bedenken?
En wat zouden nadelen kunnen zijn in vergelijking met een lange film?
De kracht van korte films
Slide 5 - Slide
Filmtheorie: de kracht van korte films
Bespreek met de leerlingen wat de kracht van korte films is.
Behandel de hotspots (vraagtekens).
Vraag (hotspot 1):
In de bioscoop zie je meestal alleen lange (speel)films. Op filmfestivals worden daarnaast ook vaak korte films vertoond. Waarom zou een filmmaker kunnen kiezen voor het maken van een korte film in plaats van een lange film? Welke voordelen kun je bedenken?
Antwoord:
goedkoper om te maken
meer autonomie (creatieve vrijheid) voor de maker
meer ruimte om te experimenteren
minder tijd nodig om te maken
korter, dus makkelijker om het publiek 'erbij' te houden
als oefening voor een langere film
Vraag (hotspot 2):
En wat zouden nadelen kunnen zijn in vergelijking met een lange film?
Antwoord:
minder tijd om het verhaal te vertellen
minder tijd voor het publiek om emotioneel betrokken te raken
minder tijd voor karakterontwikkeling
moeilijker om vertoond te worden in de bioscoop
minder geld > minder beschikbare middelen (kan ten kosten gaan van de kwaliteit)
Vallen en Opstaan
Waar denk je aan bij de zin 'Vallen en opstaan'?
Waar zouden films met dit thema over kunnen gaan?
Waarom is dit een belangrijk thema om mee te werken?
Slide 6 - Slide
10 min. - kennismaking met het thema
Als onderdeel van de voorbereiding op het filmprogramma, gaan de leerlingen actief met het thema aan de slag. Hiermee activeren we hun voorkennis en nodigen we hen uit om alvast op verschillende manieren over het onderwerp na te denken.
Vertel de leerlingen
We gaan bij IFFR drie films kijken rondom het thema 'Vallen en opstaan'. Ter voorbereiding gaan we dit onderwerp nu verder verkennen. Er zijn hierbij geen goede of foute antwoorden.
Vraag (hotspot 1)
Waar denk je aan bij de zin 'Vallen en opstaan'?
Elk antwoord is goed. Het gaat om de eigen associaties van de leerlingen.
Vraag (hotspot 2)
Waar zouden films met dit thema over kunnen gaan, denk je?
(Over wat voor soort dingen? Wat zou er in de films kunnen gebeuren? Over wie denk je dat de films gaan? Waar zouden ze zich af spelen?)
Vertel de leerlingen daarna:
Het programma ‘Vallen en Opstaan’ bestaat uit een selectie van 3 korte films uit Zwitserland, Tsjechië, Pakistan en Frankrijk/Duitsland (co-productie).
In elk van de films staat de zoektocht naar identiteit centraal: Hoe ontdek je wie je bent? Hoe blijf je trouw aan jezelf terwijl je (op)groeit? Hoe begin je opnieuw na een tegenslag? Dit programma laat zien dat zelfontplooiing geen rechte weg is. Soms gaat het om doorzetten, soms om jezelf opnieuw uitvinden of je eigen krachten ontdekken. Oftewel: om te groeien, moet je soms vallen en opstaan.
Verdiepende vraag (hotspot 3)
Waarom is dit een belangrijk thema om mee te werken?
Voorbeeld antwoord: Het is belangrijk om je te realiseren dat persoonlijke groei niet rechtlijnig is: fouten maken hoort bij opgroeien. Van je fouten kunt je leren en van tegenstand kun je sterker worden. Fouten maken is niet erg. Het betekent dat je nieuwe dingen probeert. Ook van elkaars fouten of tegenslag kunnen we leren: niet alleen als waarschuwing of les, maar het kan ons ook iets leren over elkaar en begrip creëren voor elkaar.
In gesprek: over vallen en opstaan
Kun je een moment herinneren waarbij:
jij eerst moest vallen voor je kon vliegen? (of)
je bent gegroeid, omdat het eerst mis ging? (of)
je hebt geleerd van je fouten?
Gesprekspartners: luister actief en stel geïnteresseerd vragen over het onderwerp.
nabespreken
Heb je iets van elkaar geleerd?
Was het lastig om te vertellen over de gekozen situatie?
Was het lastig om vragen te stellen?
Slide 7 - Slide
Kennismaken met het thema (vervolg) - gespreksopdracht
Voor de docent
Door te luisteren naar de ervaringen van anderen, kunnen we zelf ook iets leren over het leven, over de ander en over onszelf.
Laat de leerlingen in tweetallen nadenken over een moment in hun leven dat aansluit bij het thema van vandaag: vallen en opstaan.
Vraag hen: Kun je een moment (situatie) herinneren waarbij:
jij eerst moest vallen voor je kon vliegen? (of)
je bent gegroeid, omdat het eerst mis ging? (of)
je hebt geleerd van je fouten?
Let op: de gesprekspartners hebben ook een actieve rol. Vertel hen dat ze actief moeten luisteren en vragen moeten stellen over de herinnering. Eventueel kun je hen de opdracht geven om een concreet aantal vragen te stellen tijdens het gesprek.
Vertel de leerlingen dat ze drie minuten hebben voor hun gesprek. Daarna wisselen ze van rol.
Bespreek de opdracht tot slot kort na (hotspot 2):
Heb je iets van elkaar geleerd?
Was het lastig om te vertellen over de gekozen situatie? Waarom wel/ niet?
Was het lastig om vragen te stellen? Waarom wel/ niet?
3. Backflip
2. Warrior Heart
1. Ostrich
Slide 8 - Slide
10 min. - Voorbereiding filmprogramma
Vertel de leerlingen
Binnenkort brengen jullie een bezoek aan IFFR. In de filmzaal gaan jullie 3 korte films bekijken. We gaan nu vast ontdekken welke films dat gaan zijn.
Vraag de leerlingen
Dit zijn film stills van de verschillende films. Dat zijn plaatjes/frames uit de film.
Als je naar deze afbeeldingen kijkt, wat valt je dan op?
welke film denk je dat jou het meest aan zal spreken? Waarom?
Welke verschillen zie je bij deze films?
Op de volgende slides gaan we de films één voor één bespreken.
Er zijn daarbij geen goede of foute antwoorden. De oefening is dat de leerlingen proberen om informatie te halen uit de afbeelding en deze te onderbouwen.
1. Ostrich
Slide 9 - Slide
Voorbereiding filmbezoek (vervolg)
1. Ostrich
Vraag de leerlingen eerst:
Waar denk je - op basis van dit plaatje - dat de film over gaat?
Wat voor soort film is het denk je?Welk gevoel geeft deze afbeelding je? (grappige, serieuze, vervreemdende film?)
Vertel hen daarna:
Ostrich gaat over een klein musje dat onder de indruk is van alle struisvogels, met hun lange nek, schitterende ogen en gespierde benen. Het vogeltje wil eigenlijk graag net zo zijn als zij. Maar daar moet een hoop voor gebeuren.
2. Warrior Heart
Bekijk de trailer
Slide 10 - Slide
Voorbereiding filmbezoek (vervolg)
2. Warrior Heart
Vraag de leerlingen eerst:
Waar denk je - op basis van de titel - dat deze film over gaat?
Bekijk daarna de trailer. Let op de trailer is in het Noors, met Engelse ondertitels. De leerlingen hoeven het dialoog niet precies te volgen. Het gaat meer om de beelden en het gevoel van de beelden.
Klopte de trailer met de ideeën? Denken de leerlingen nu iets anders?
Wat voor gevoel geeft de trailer? Wat voor genre denk je dat deze heeft is? (thriller, drama, comedy, etc.)
Vind je dit een goede trailer? Waarom wel/ niet?
*Verdiepende vraag: Wat maakt een trailer een goede trailer?*
Vertel de leerlingen: Warrior Heart gaat over de Noorse Vilja die deelneemt aan de lokale worstelclub. Ze is bang om zich pijn te doen en verliest daarom steeds, maar dat maakt voor haar niks uit. Wanneer haar ouders uit elkaar gaan komt ze met zichzelf in de knoop. Dan blijkt Thea, de dochten van haar moeders nieuwe vriend, ook nog eens bij haar in de sportklas te komen. Thea is de ster van de groep. Hoe gaat Vilja hier mee om?
4. Backflip
Bij een experimentele film wijkt de maker bewust af van de 'normale' regels van het vertellen van een verhaal. De film is als een kunstwerk, waarbij de maker:
nieuwe dingen uitprobeert
speelt met beelden, geluid en gevoel
niet persé een duidelijke verhaal structuur volgt
meer nadruk legt op hoe iets verteld wordt, dan op wat er verteld wordt
Slide 11 - Slide
Voorbereiding filmbezoek (vervolg)
4. Backflip
Vraag de leerlingen eerst:
Wat voor soort/type film is dit? Waarom denk je dat?
Voorbeeld antwoord: het is een animatie, want we zien een render van een poppetje. Het lijkt op de computer gemaakt.
Vertel hen daarna:
In Backflip volgen we Nikita die graag een backflip zou willen leren. Maar het oefenen van een backflip is niet bepaald veilig. Er is een hoop dat mis kan gaan: je kunt je nek breken, op je hoofd terecht komen of verkeerd op je polsen landen. Maar wat als je oefent in een online omgeving? Met behulp van A.I. zet de filmmaker zijn avatar aan het werk om de truc te leren.
Backflip is een experimentele film.
Wat is een experimentele film?
Weetje (filmtheorie) (hotspot ster):
Bij een experimentele film wijkt de maker bewust af van de 'normale' regels van het vertellen van een verhaal. De film is als een kunstwerk, waarbij de maker:
nieuwe dingen uitprobeert
speelt met beelden, geluid en gevoel
niet persé een duidelijke verhaal structuur volgt
meer nadruk legt op hoe iets verteld wordt, dan op wat er verteld wordt
Starter-Pack
In de film Ostrich wil het vogeltje graag een struisvogel worden. Daar horen verschillende kenmerken bij.
Stel dat iemand in jou wil transformeren. Welke belangrijke kenmerken zijn er dan nodig? Wat is typerend voor jouw identiteit?
Stel een 'starter-pack' samen van ten minste 6 items (kenmerken).
nabespreken
Zijn er klasgenoten met vergelijkbare items?
Zijn er grote verschillen?
Waarom is het leuk om overeenkomsten te hebben met anderen?
Waarom niet?
Op social media en in de media wordt ons steeds een nieuw schoonheidsideaal voorgehouden.
Wat is volgens social media het huidige schoonheidsideaal?
Hoe ver zou je gaan om aan dat schoonheidsideaal te voldoen
Waarom zou iedereen er enigszins hetzelfde uit willen zien? Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?
Is het niet leuker als iedereen uniek is? Waarom wel/niet?
Slide 12 - Slide
Verdiepingsopdracht: 'starter-pack'
Voor de docent In de film Ostrich wil het vogeltje graag een struisvogel worden. Daar horen verschillende kenmerken bij. Het vogeltje laat zich volledig meeslepen in de wens om precies zo te worden als de plaatjes die die ziet. Ook in de echte wereld krijgen we op social media allemaal een bepaald schoonheidsideaal voorgeschoteld. Deze opdracht laat de leerlingen nadenken over hun identiteit en wat hen uniek maakt.
De opdracht
Maak een 'starter-pack' voor jou als persoon
Ten minste 6 items/ kenmerken
Denk aan herkenbare uiterlijke kenmerken die iemand aan zou kunnen passen om meer op jou te lijken (kleding, objecten, haardracht)
Optioneel: zoek plaatjes bij de beschrijving van de items.
Geef de leerlingen 3-5 minuten de tijd. Daarna mogen ze de starter packs met elkaar vergelijken.
Bespreek de opdracht kort na
Zijn er klasgenoten met vergelijkbare items?
Zijn er grote verschillen?
Waarom is het leuk om overeenkomsten te hebben met anderen?
Waarom niet?
Kunnen de leerlingen nog items voor elkaar bedenken?
*optie tot verdiepend gesprek naar aanleiding van de opdracht*:
Op social media en in de media wordt elke paar jaar een nieuw schoonheidsideaal voorgehouden. Kunnen de leerlingen het huidige schoonheidsideaal omschrijven?
Hoe ver zouden ze zelf gaan om aan het schoonheidsideaal te voldoen?
Waarom zou iedereen er enigszins hetzelfde uit willen zien? Wat zijn de voordelen? Wat zijn de nadelen?
Is het niet leuker als iedereen uniek is? Waarom wel/niet?
Naar welke film kijk je het meest uit?
Waar zou je graag meer over willen leren?
Afronding
Wat vond je het meest interessant om te doen/ leren deze les?
Slide 13 - Slide
5 min. - Reflecteren en afronden
Vertel de leerlingen
Vandaag hebben we onderzocht wat een korte film is en wat de voordelen en nadelen zijn voor een filmmaker om juist een korte film te maken.
Ook hebben we het thema 'Vallen en Opstaan' onderzocht. We hebben nagedacht over wat dit voor ons betekent, waar films met dit thema over zouden kunnen gaan en we zijn met elkaar in gesprek gegaan over momenten in ons leven waarbij we geleerd hebben van fouten of tegenslag.
Daarna hebben we iets geleerd over de films die we in het filmtheater gaan zien en hebben we naar aanleiding van de film Ostrich met elkaar nagedacht over schoonheidsidealen en uiterlijk als identiteit.
Vraag de leerlingen
vraag (hotspot 1)
Naar welke film kijk je het meest uit? Waarom?
vraag (hotspot 2):
Wat was het meest interessant voor jou om te doen of leren in deze les?
vraag 3 (hotspot 3) Waar wil je graag meer over weten?
De films in de zaal gaan op hun eigen manier allemaal over het ontdekken van wie je zelf bent, over groeien ondanks tegenslag en over doorzetten om zo je eigen kracht te vinden.
De volgende filmles is in het filmtheater. Film is meer dan alleen het verhaal. Let daarom niet alleen op de inhoud van de films, maar ook op de manier waarop het verhaal in beeld gebracht is. Filmmaken is keuzes maken en alles wat je ziet en hoort is specifiek zo bedacht. Wat laat de filmmaker precies zien? Denk hierbij ook aan het gebruik van kleuren, locaties en het acteerwerk.
En hoe beïnvloeden deze dingen hoe je de film ervaart?
In de les na het filmbezoek komen we terug op het thema en zoomen we verder in op de films en het maakproces.
------------------------
Bespreek eventuele overige vragen van de leerlingen.
Hoe bezoek je een filmtheater?
Bekijk de video
Slide 14 - Slide
5 min - Hoe bezoek je een filmtheater (filmpje)
Voor de docent:
Bekijk van tevoren het filmpje en schat in of dit past bij jouw doelgroep. Het filmpje is gemaakt voor iets jongere leerlingen.
Voor de iets oudere leerlingen kan je het filmpje overslaan en de huisregels in de volgende slide vinden.
Hoe bezoek je een filmtheater?
De telefoon gaat uit en bewaar je in de tas of heeft de docent.
Zoek een plekje en doe je jas lekker uit.
In de zaal mag mag je niet eten en drinken.
Ga op school naar de toilet of wacht tot na de film.
Er is een filmdocent aanwezig om de films te bespreken. Wil je iets zeggen, steek dan eerst je hand op. Luister goed naar elkaar en leer van de ander.
Tijdens de film mag je best lachen, iets gek of spannend vinden. Wacht totdat de film is afgelopen om dit met elkaar te bespreken.
Wacht met het verlaten van de zaal totdat de docent een seintje geeft.
Wanneer je opstaat, kijk goed om je heen of je niks vergeten bent.
Slide 15 - Slide
5 min - Hoe bezoek je een filmtheater (opsomming)
Voor de docent:
Indien het filmpje op de vorige slide niet passend is, of de informatie niet voldoende overbrengt, kan je de huisregels op deze slide vinden. Dit kan ook als herhaling dienen.
Bespreek de volgende punten met de leerlingen:
Telefoons graag uit en in de tas bewaren of aan de docent geven.
In de zaal mag mag je niet eten en drinken.
Ga op school naar de toilet of wacht tot na de film.
Er is een filmdocent aanwezig om de films te bespreken. Wil je iets zeggen, steek dan eerst je hand op. Luister goed naar elkaar en leer van de ander.
Tijdens de film mag je best lachen, iets gek of spannend vinden, wacht totdat de film is afgelopen om dit met elkaar te bespreken.
Wacht met het verlaten van de zaal totdat de docent een seintje geeft.
Wanneer je opstaat, kijk goed om je heen of je niks vergeten bent.
Veel plezier bij de filmvertoning!
Slide 16 - Slide
Dit is de laatste slide van de LessonUp voorafgaand aan het filmbezoek.
Je vindt de LessonUp voor na het filmbezoek op de website.
Veel plezier met het kijken van het filmprogramma!
Voor vragen over dit programma of over je bezoek aan het festival kun je terecht bij het educatie team van IFFR via education@iffr.com.