2KGT H1 WS

H1 Woordenschat
woordbetekenissen vinden
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H1 Woordenschat
woordbetekenissen vinden

Slide 1 - Slide

Goedemiddag!

* verhaal inleveren
* huiswerk opschrijven
* boek van de week
* 10 minuten lezen
* werkwoordspelling
* startopdracht
* theorie H1 Woordenschat
* oefenen
* evaluatie
Telefoon in je tas!

Klaarleggen:

-agenda
-etui
-leesboek
-lesboek 
-laptop

Slide 2 - Slide

Boek van de week

Slide 3 - Slide

timer
10:00

Slide 4 - Slide

Werkwoordspelling

Vul het goede woord in:

opstijgen (vt)              Het vliegtuig____________________.
genieten                      Ik heb enorm van het ijs____________________.
beantwoorden (tt)    Bertje_____________________de mail.

Slide 5 - Slide

Bedenk een synoniem voor
-ideale-

Slide 6 - Open question

Geef een beschrijving van
-instructeur-

Slide 7 - Open question

Geef een voorbeeld van
-teamsporten-

Slide 8 - Open question

Bedenk een tegenstelling bij
-uitgebreid-

Slide 9 - Open question

Maak een zin met
-internationale-

Slide 10 - Open question

Theorie H1 Woordenschat - blz. 24 t/m 27
Doel: ik kan de betekenis van een onbekend woord in de tekst vinden.

Als je in een tekst een onbekend woord tegenkomt, kijk dan eerst of je de betekenis uit de tekst kunt halen. Je hebt hiervoor de volgende manieren geleerd:
Zoek in de tekst naar
een synoniem: een woord dat ongeveer hetzelfde betekent 
de betekenis van het onbekende woord
een voorbeeld; let op woorden als: bijvoorbeeld, zoals
een tegenstelling. Bijvoorbeeld: We hebben gezamenlijk gekookt, maar het toetje heb ik alleen gemaakt.
Zoek in het woord dat je niet kent een bekend woorddeel. Bijvoorbeeld: on- (niet), her- (opnieuw), -loos (zonder)

Als je de betekenis niet uit de tekst kunt halen, zoek het woord dan op in een woordenboek. Kies de betekenis die in de tekst past.

Slide 11 - Slide

Oefenen - blz. 24, opdracht 1
 

Slide 12 - Slide

Oefenen 

wat 
opdracht 2 op blz. 25
hoe
in tweetallen, fluisterend
tijd
7 minuten
resultaat
samen bespreken
klaar
Speel verboden woord met je buurman/buurvrouw. Gebruik de woorden uit tekst 2 op blz. 25
timer
7:00

Slide 13 - Slide

Ik weet hoe ik woordbetekenissen kan vinden met behulp van synoniemen, betekenissen, voorbeelden, tegenstellingen en bekende woorddelen.
0100

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide