leçon 44

BONJOUR
1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

BONJOUR

Slide 1 - Slide

Le programme:

        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • Écouter une chanson et réviser les pays et le passé composé
leçon 44

Slide 2 - Slide

Bienvenue chez moi 
Big Flo et Oli
Bienvenue
 chez moi
Big Flo et Oli

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
 France,  Italie 
etc.
Portugal, 
 Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 5 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
EN
 France,  Italie 
etc.
Portugal, 
 Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 6 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
EN
AU
 France,  Italie 
etc.
Portugal, 
 Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 7 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
EN
AU
AUX
 France,  Italie 
etc.
Portugal, 
 Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 8 - Slide

Voor in en naar bij aardrijkskundige namen gebruik je: en/au/aux/à
 Landennamen die met een klinker beginnen of die vrouwelijk zijn 
(l'/la)
mannelijk landenammen
(le)
namen in het meervoud
(les)
Steden of dorpjes
EN
AU
AUX
À
 France, Italie 
etc.
Portugal, 
Royaume-Uni etc.
Pays-Bas,  États-Unis etc.
 Paris, 
 Rotterdam etc

Slide 9 - Slide

Le passé composé


De passé composé is de voltooid tegenwoordige tijd:
ik heb gekeken          j'ai regardé
jij hebt gekeken        tu as regardé
Ik ben gevallen          Je suis tombé     
Hij is gegaan              il est allé

Slide 10 - Slide

Attention!!! (Let op!!)
De volgende voltooid deelwoorden moet je uit je hoofd leren:




Het hulpwerkwoord blijft wel avoir. 
Bijv: Ik heb een cadeau gehad = J'ai eu un cadeau
avoir =  eu 
être = été 
faire = fait
prendre= pris

Slide 11 - Slide

3 verbes avec être: 
  1. aller = gaan
  2. arriver = aankomen
  3. rester = blijven
(supplément page 16)

Slide 12 - Slide

Supplément
 pages 8-9

Pratiquer les dialogues 1 + 2 

Slide 13 - Slide

Bonnes vacances !

Slide 14 - Slide