4.3 De standenmaatschappij

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen (10 min).
  • Het afleggen van een eed (10 min).
  • Instructie 'standenmaatschappij' (4 dia's) (30 min).
    *Tekenen van de standenmaatschappij.
  • Werken aan het familiewapen (30 min)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat gaan we doen?
  • Stil lezen (10 min).
  • Het afleggen van een eed (10 min).
  • Instructie 'standenmaatschappij' (4 dia's) (30 min).
    *Tekenen van de standenmaatschappij.
  • Werken aan het familiewapen (30 min)

Slide 1 - Slide

In stilte lezen

Slide 2 - Slide



"Ik zweer trouw aan mijn leenheer en zal hem dienen met mijn zwaard en mijn leven, in goede en kwade tijden."

Slide 3 - Slide

Wat betekende dit voor een ridder?

Een ridder die een eed aflegde, verbond zich niet alleen aan zijn heer en het geloof, maar ook aan een levenswijze die gekenmerkt werd door de ridderlijke deugden.

Slide 4 - Slide

De klassieke ridderlijke deugden:

  • Eer: Het belang van een goede reputatie en het handelen in lijn met een erecode.
  • Moed: Het tonen van dapperheid en sterkte, vooral in de strijd.
  • Trouw: Loyaliteit aan de heer, koning, of ander gezag.
  • Rechtvaardigheid: Het handelen met een gevoel voor wat eerlijk en rechtvaardig is.
  • Vrijgevigheid: Het delen van rijkdommen en het helpen van anderen.
  • Nederigheid: Zichzelf niet boven anderen plaatsen en zich bewust zijn van de eigen beperkingen.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

4.3 De standenmaatschappij

Slide 7 - Slide

Wat ga je leren?
We behandelen twee lesdoelen; 
  • Je weet hoe de standenmaatschappij eruit ziet (tekening). 
  • Je weet wat de standen voor elkaar deden.

Slide 8 - Slide

Opwarmvraag
  • Wie had na de val van Rome de macht in Rome?

Slide 9 - Slide




De paus

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Standenmaatschappij
  • Na de val van het Romeinse Rijk valt Europa uiteen in kleine staten. 
  • Daarnaast ontstond er een standensamenleving (drie standen)
  • Je werd in een stand geboren.
  • De drie standen bleven tot aan de Franse Revolutie  (1789) bestaan.
  • De eerste twee standen omvat ongeveer
    2-5% van de bevolking.
  • Ze bezaten echter 40 - 60% van de grond.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

In Europa waren de volgende drie standen ontstaan;

Slide 14 - Slide

Wat deden de standen voor elkaar?

Slide 15 - Slide

Wat vinden mensen het belangrijkst?

Slide 16 - Slide

Veiligheid is één van de belangrijkste thema's

Slide 17 - Slide

De geestelijken; de eerste stand
De eerste stand had de belangrijkste taak:
  • De priesters richten zich namelijk tot God. Zij wisten wat Goed en Kwaad was. 
  • De priesters konden jou het juiste pad wijzen en konden ervoor zorgen dat je zonden vergeven werden.

De derde stand;
  • In ruil voor het werk van de priester geeft de derde stand geld aan de Kerk.
  • De tweede stand beschermt de Kerk.

Slide 18 - Slide

De tweede stand en hun horigen 
Taak van de adel (de tweede stand):
  • De adel zorgt voor de bescherming van de Kerk en van de boeren (horigen).

Slide 19 - Slide

De tweede stand en hun horigen
In ruil voor de bescherming deed de horige (de boer) een aantal taken voor de adel:
  1. Ze ploegen het land.
  2. Ze bezaaiden het land.
  3. Ze oogsten het land.
  4. Ze onderhielden de wijngaarden.


  • Horigen mochten niet het land van de leenheer/leenman verlaten.

Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken
  • Verder werken aan je familiewapen.

Slide 21 - Slide