2.3. BK Rolpatronen & 2.4 KGT Bij welke groep hoor je?

Maatschappijleer
BK 2.3 Rolpatronen
KGT 2.4 Bij welke groep hoor je?
1 / 37
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Maatschappijleer
BK 2.3 Rolpatronen
KGT 2.4 Bij welke groep hoor je?

Slide 1 - Slide

Lesdoel 
KGT
Weten wat (groeps)identificatie is.
Weten hoe groepsgevoel ontstaat.
Weten wat polarisatie is.
BK
Weten wat rolpatronen zijn.
Weten wat gendernormen zijn.

Slide 2 - Slide

Terugblik
Tolerantie
Generatieconflict

Slide 3 - Slide

Wat is tolerantie?
A
acceptatie van verschillen tussen mensen
B
mensen die een andere geloofsovertuiging hebben
C
dat je de verschillen tussen mensen niet accepteert
D
het is een ander woord voor discriminatie

Slide 4 - Quiz

Generatieconflict
A
Een samenleving met allemaal verschillende culturen
B
Een cultuur die afwijkt van de overheersende cultuur.
C
Een cultuur die zich verzet tegen de overheersende culture
D
Jongeren verschillen van mening met oudere generaties.

Slide 5 - Quiz

Generatieconflicten hebben te maken met de verschillen in normen en waarden
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Wat is het beste voorbeeld van een generatieconflict?
A
Daan en Bas zijn broers, maar ze hebben heel vaak ruzie over wat goede muziek is
B
Rory zegt tegen zijn buurjongen Samir dat hij het belachelijk vindt dat hij elke dag naar de moskee gaat.
C
Bart heeft ruzie met zijn moeder omdat zij vindt dat hij te veel tijd besteedt aan computerspelletjes.
D
Klasgenoten Meral en Silas sturen elkaar haatmails.

Slide 7 - Quiz

Normen en waarden - Wat is waar?
A
normen zijn de regels van jouw hart
B
Waarden zijn de regels van de groep
C
Normen staan in de wet
D
Waarden geven aan wat je belangrijk vindt

Slide 8 - Quiz

Van wie leer je Normen en Waarden? :
A
Vrienden
B
Thuis
C
Door je geloof
D
Door de overheid

Slide 9 - Quiz

Norm of waarde?
Vriendelijkheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 10 - Quiz

Socialisatie
A
Overnemen van gedrag.
B
Het overdragen van regels, waarden en normen.
C
Opvoeding waarbij je je eigen gang mag gaan.
D
Opvoeding waarbij er geëist wordt dat je volledig gehoorzaam bent.

Slide 11 - Quiz

Wat is een goed voorbeeld van internalisatie?
A
Je bent aardig voor iedereen
B
Je krijgt straf van je ouders
C
Je leert met mes en vork te eten, nu doe je dit automatisch
D
Je leert op veel plekken hoe je je moet gedragen

Slide 12 - Quiz

Een andere benaming voor cultuuroverdracht is?
A
sociaal
B
socialisatie
C
socialisatieproces
D
aangeboren of aangeleerd

Slide 13 - Quiz

Wat wordt er bedoeld met socialisatieproces?
A
Het proces waarin iemand leert om alleen te zijn
B
Het proces waarin iemand leert om te sporten
C
Het proces waarin iemand de normen en waarden van de samenleving leert
D
Het proces waarin iemand leert om te koken

Slide 14 - Quiz

Bij welk onderdeel in het socialisatieproces komt het begrip 'sancties' terug?
A
Aangeboren eigenschappen
B
Socialisatie
C
Sociale controle
D
Internalisatie

Slide 15 - Quiz



jij zit midden in je puberteit, dat betekent:
A
dat je hersenen volgroeid raken
B
de periode tussen kindertijd en volwassenheid
C
dat je socialisatieproces bijna ten einde is
D
dat je vooral in deze periode nieuwe waarden en normen aanleert

Slide 16 - Quiz

BK 2.3

Rolpatronen

Uitleg, daarna
lezen en maken
KGT 2.4

Bij welke groep hoor je?

Eerst lezen en maken (bijwerken t.m. 2.3), daarna lezen en maken 2.4 en uitleg (als er tijd is)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Begeleid inoefenen (BK)

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Begeleid inoefenen (KGT)

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Zelfstandig werken
2.4

Slide 36 - Slide

Evaluatie

Slide 37 - Slide