Les 3 Afkortingen en apostrof

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 1

Les 1 spelling afkortingen en apostrof

Afkortingen

Om een boodschap korter over te brengen. 

In de toets komen alleen afkortingen uit deze paragraaf. 

i.p.v., mevr. s.v.p., bijv.

cm, dvd, gps, vwo

KLM, VN, NB, ADHD

Z.K.H.

Deze kunnen we aan het einde van de les leren in Quizlet.

Wat betekent de afkorting i.p.v.?

Wat is de afkorting van applicatie?

Apostrof

•  Woorden op -a, -i, -o, -u en -y krijgen in het meervoud 's.
• Bij meervouden en verkleinwoorden van afkortingen: A4'tje.
• Bij de bezitsvorm van namen op -a, -i, -o, -u en -y.
• Als er iets is weggelaten: 's avonds

Waar is een apostrof nodig?

1. essays
2. horloges
3. diners
4. babytje

Bezitsvorm

Bij de bezitsvorm kom je vaak 's tegen. 

Jarno's tas

Morris' laptop

Feddes etui

Wesleys schrift

Jets boek

Verkleinwoord.
Wat is het verkleinwoord van de kano?

1. kano'tje
2. kanotje
3. kanoo'tje
4. kanootje

verkleinwoorden

Wat is het verkleinwoord van baby?

1. babytje
2. babietje
3. baby'tje

Apostrof of niet?

1. Karins handtas
2. Karin's handtas
3. Karins' handtas
4. Karins's handtas

Waar komt de apostrof?

1. s' woensdags
2. 's woensdags

Apostrof?

1. Trix zusje
2. Trix' zusje

Apostrof of niet?

1. cdtje
2. cd'tje

Apostrof?
65+ er

1. 65+-er
2. 65+'er
3. 65+er

Aan de slag

Paragraaf 9.2

Opdracht 17 --> gebruik eventueel www.vandale.nl

Opdracht 18 --> gebruik eventueel www.vandale.nl

Opdracht 19