BS6.1 Organismen in hun omgeving

6.1 Organismen in hun omgeving
1 / 26
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

6.1 Organismen in hun omgeving

Slide 1 - Slide

Laatste toets :)
BS6.1 t/m 6.3, 6.5 + 6.6

Slide 2 - Slide

Het deel van de biologie dat de relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu onderzoekt, heet ecologie.

Slide 3 - Slide

Organismen in hun omgeving
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
  • Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
  • Je kunt in een ecosysteem de voedselrelaties aangeven.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Welke factoren hebben invloed op de overlevingskansen van een koolmees?

Slide 6 - Mind map

Biotisch vs abiotische invloeden

Slide 7 - Slide

Abiotisch
Biotisch

Slide 8 - Drag question

De niveaus van de ecologie

Slide 9 - Slide

5) Biosfeer
4) Ecosysteem
1) Individu
2) Populatie
3) Levensgemeenschap
= levensgemeenschap + alle abiotische factoren (biotoop)

Slide 10 - Slide

Een ecoloog die een dolfijn in de oceaan bestudeert, doet onderzoek op het niveau van ....
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 11 - Quiz

Als een ecoloog onderzoek doet naar alle mieren in een mierenhoop, dan doet hij onderzoek op het niveau van ..
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 12 - Quiz

Aan de slag!
  • Wat? Maak opdracht 1, 2 en 6 en 7  (BS6.1)
  • Hoe? Online methode Malmberg
  • Hulp? Eerst zelf proberen, daarna overleggen met buur
  • Tijd? 10 minuten 
  • Uitkomst? Lastige vragen bespreken we klassikaal
  • Klaar? Zoek een nieuwsbericht op die te maken heeft met ecologie

timer
5:00

Slide 13 - Slide

6.1 (deel 2)
Herhaling (a)biotische factoren + niveau's 
Uitleg 
Opdrachten maken 
Afsluiting 

Slide 14 - Slide

Voordat we beginnen...
Open alinea 'De niveaus van de ecologie' uit BS6.1 (Malmberg)

Slide 15 - Slide

Wat is waar?
A
Biotisch: levende natuur (ook dode organismen). Abiotisch: niet-levende natuur
B
Biotisch: niet-levende natuur Abiotisch: levende natuur (ook dode organismen).
C
Biotisch: levende natuur (behalve dode organismen) Abiotisch: niet-levende natuur
D
Biotisch: niet-levende natuur Abiotisch: levende natuur (behalve dode organismen).

Slide 16 - Quiz

Wind is een voorbeeld van een ...
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 17 - Quiz

Een mug is een voorbeeld van...
A
Biotische factor
B
Abiotische factor

Slide 18 - Quiz

Welk woord hoort hier tussen?
individu - ..... - levensgemeenschap
A
biotische factor
B
populatie
C
abiotische factor
D
ecosysteem

Slide 19 - Quiz

Welk woord mis je hier?
populatie - levensgemeenschap - ........
A
biotische factor
B
populatie
C
abiotische factor
D
ecosysteem

Slide 20 - Quiz

Tot welk niveau van de ecologie behoren alle organismen in een bos samen?
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 21 - Quiz

Tot welk niveau van de ecologie behoort een bos?
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 22 - Quiz

Een ecoloog die een dolfijn in de oceaan bestudeert, doet onderzoek op het niveau van ....
A
individu
B
populatie
C
levensgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 23 - Quiz

Lees BS6.1 
Alinea's: voedselketen t/m accumulatie

Leesvragen:
1. Wat is het verschil tussen een voedselketen en een voedselweb?
2. Wat is biomassa? 
3. Hoe komt het dat roofvogels sneller dood gaan aan zware metalen dan planteneters zoals bladluizen?

Slide 24 - Slide

Aan de slag!
  • Wat? Maak opdracht 3, 4, 8, 10 en 11(BS6.1)
  • Hoe? Online methode Malmberg
  • Hulp? Eerst zelf proberen, daarna overleggen met buur
  • Tijd? 10 minuten 
  • Uitkomst? Lastige vragen bespreken we klassikaal
  • Klaar? Zoek een nieuwsbericht op die te maken heeft met ecologie

timer
10:00

Slide 25 - Slide




Tot de volgende keer!

Slide 26 - Slide