Naut Thema 6 - Stevig en sterk

Naut Thema 6 - Stevig en sterk
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolGroep 5

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Naut Thema 6 - Stevig en sterk

Slide 1 - Slide

De manier waarop iets is gebouwd,

noem je de ..................................................

De eigenschappen van een materiaal, zijn de 

..................................................

materiaaleigenschappen
constructie

Slide 2 - Drag question

Wat is een constructie?
A
Het materiaal waarvan iets is gebouwd
B
De manier waarop iets is gebouwd
C
De plek waar iets is gebouwd
D
Het gereedschap waarmee iets is gebouwd

Slide 3 - Quiz

Een trap heeft vooral een grote
A
duwsterkte
B
treksterkte

Slide 4 - Quiz

Een brug heeft vooral een grote
A
duwsterkte
B
treksterkte

Slide 5 - Quiz

Een kabel van een hijskraan heeft vooral een grote
A
duwsterkte
B
treksterkte

Slide 6 - Quiz

Goed
Fout
Een stalen buis en een stalen plaat hebben dezelfde vormstijfheid.
Het frame van je fiets is een O-profiel.
Materialen kun je sterker maken door de vorm te veranderen.
Door het profiel te veranderen, krijg je een ander materiaal.

Slide 7 - Drag question

beweegbare 
verbinding
vaste
verbinding
knoop
lijm
schroef
scharnier
paperclip
solderen

Slide 8 - Drag question

een driehoekconstructie is ....... dan een vierkantconstructie
A
sterker
B
zwakker

Slide 9 - Quiz

Kijk naar de plaatjes die naast elkaar staan. Welke is sterker en welke zwakker
sterker
zwakker

Slide 10 - Drag question

Een boogconstructie is ........ vormvast.
A
wel
B
niet

Slide 11 - Quiz

De vierkantconstructie is geschikt voor een ......... verbinding
A
vaste
B
beweegbare

Slide 12 - Quiz

boogconstructie
piramidevorm
driehoekconstructie
vierkantcontructie

Slide 13 - Drag question

Welke omschrijving hoort bij de basis?
A
De onderkant van een gebouw. Bij een grote basis staat het gebouw steviger.
B
De bovenkant van een gebouw.
C
De onderkant van een gebouw. Loopt van smal naar breed.
D
Welke kleur het gebouw heeft na het bouwen.

Slide 14 - Quiz

stevig
redelijk stevig
Niet stevig
een hoge toren
een piramide
een omgekeerde piramide

Slide 15 - Drag question