Oefenopdracht P2-K1-W3/W2

Participatie

P6-K1-W3 (PBSD)

P2-K1-W2 (BSD)

1 / 14
next
Slide 1: Slide
DoelgroepenMBOStudiejaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Participatie

P6-K1-W3 (PBSD)

P2-K1-W2 (BSD)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Introductie oefenopdracht
Als persoonlijk begeleider motiveer en activeer je de cliënt om zelf sociale contacten te leggen en te onderhouden. Door de sociale contacten blijft de cliënt zelfstandig en neemt hij deel aan de maatschappij. Hierbij kun je hulp van naastbetrokkenen inschakelen. De naastbetrokkenen kunnen een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de cliënt en delen van de ondersteuning overnemen.  

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Doelen
  • Je benoemt de manier waarop doelbewust kansen en mogelijkheden geschept worden voor de cliënt om ander gedrag en vaardigheden te oefenen, doelen te bereiken en uitdagingen aan te gaan.  

  • Je omschrijft de communicatietechnieken die ingezet worden om de cliënt te stimuleren te praten over zijn mogelijkheden, wensen, behoeften en problemen op het gebied van maatschappelijke participatie.   

  • Je toont aan op welke manier er duidelijke adviezen worden gegeven aan de cliënt met betrekking tot de omgang met social media en internet.  

  • Je beschrijft op welke manier er aan de cliënt opbouwende feedback wordt gegeven op zijn gedrag en de wijze waarop hij zich opstelt ten opzichte van anderen.   

  • Je beschrijft op welke manier de ondersteuning adequaat aangepast wordt als dat nodig is vanwege de culturele en/of religieuze achtergrond van de cliënt.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Uitleg opdracht 01
  1. Je bespreekt op je BPV met welke cliënt en naastbetrokkenen je in gesprek kunt gaan voor deze opdracht. 
  2. Je leest het OP  
  3. Ga in gesprek met cliënt en naastbetrokkenen over de sociale contacten van de cliënt 
  4. Maak samen met de cliënt en naastbetrokkenen een mindmap over zijn sociale contacten, bespreek hierbij welke contacten belangrijk zijn en hoe deze onderhouden worden 
  5. Ga is gesprek met de cliënt en naastbetrokkenen over mediawijsheid, doe de quiz (zie consortium) 
  6. Noteer alle uitkomsten als bijlage in de mindmap 
  7. Bespreek de mindmap met jouw begeleider 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Uitleg opdracht 02 Voorbereiding van een gesprek met de cliënt en naastbetrokkenen
  1. Je gaat je voorbereiden op het gesprek met de cliënt en naastbetrokkenen. Hiervoor; 
  2. Lees je nogmaals het OP om te kijken welke sociale contacten de cliënt heeft en hoe hij deze onderhoudt. 
  3. Vergelijk je deze gegevens met de mindmap die jij hebt gemaakt.  
  4. Laat je in jouw mindmap zien welke aanvullingen en/of veranderingen er zijn t.o.v. het OP 
  5. Ga je met je werkbegeleider in gesprek over hoe jij jouw communicatie, gedrag en omgangsvormen af gaat stemmen op de cliënt en naastbetrokkenen.  

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Uitleg opdracht 0.3 In gesprek met de cliënt en naastbetrokkenen 
  1. Je gaat nu één of meerdere gesprekken voeren met de cliënt en naastbetrokkenen, hierbij; 
  2. Maak je gebruik van de mindmap van de cliënt 
  3. Inventariseer je nieuwe of hernieuwde contacten 
  4. Wordt duidelijk welke contacten de cliënt kan onderhouden 
  5. Hoe je rekening met de levensfase van de cliënt en de daarbij behorende levensvragen. 
  6. Stem je je communicatie, gedrag en omgangsvormen af op de cliënt en naastbetrokkenen. 
  7. Formuleer je één of meerdere doelen voor het leggen en/of onderhouden van sociale contacten en het functioneren in de maatschappij 
  8. Bespreek je samen met de cliënt en naastbetrokkenen hoe het doel bereikt kan worden. 
  9. Bespreek je welke ondersteuning hierbij nodig is. 
  10. Overleg je hoe de naastbetrokkenen kunnen ondersteunen. 
  11. Leg je duidelijk aan naastbetrokkenen uit op welke manier de cliënt begeleid dient te worden. 
  12. Maak je heldere afspraken met de cliënt en naastbetrokkenen. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Uitleg opdracht 04
Onderhouden en versterken van het sociale netwerk
Je hebt bij opdracht 2.2. in kaart gebracht welke ondersteuningsvragen en doelen de cliënt heeft ten aanzien van het onderhouden en/of versterken van zijn sociale contacten en zijn functioneren in de maatschappij. Je gaat hier nu mee aan de slag. Dit doe je als volgt; 
  1. Stimuleer de cliënt om de te praten over de mogelijkheden, wensen of behoeften op het gebied van maatschappelijke participatie. 
  2. Kijk of de doelen vanuit opdracht 2.2. nog aangescherpt moeten worden of dat deze zo kunnen blijven staan. 
  3. Maak een plan van aanpak hoe er aan de doelen gewerkt moet worden. 
  4. Je bedenkt hoe je de cliënt kunt laten oefenen met de vaardigheden 
  5. Je creëert kansen en mogelijkheden om de vaardigheden te oefenen 
  6. Je zorgt dat het plan van aanpak wordt uitgevoerd 
  7. Je zorgt dat de vaardigheden regelmatig geoefend worden 
  8. Je geeft feedback op het gedrag van de cliënt en over de manier waarop hij zich opstelt naar anderen 
  9. Je evalueert met de cliënt het proces en pas zo nodig je plan aan 
  10. Je geeft de cliënt opbouweden feedback op zijn gedrag bij het leggen en onderhouden van contacten 
  11. Je bespreekt het resultaat in je team en/of met je werkbegeleider 
Je geeft in het gesprek met je team / werkbegeleider aan wat de volgende stap wordt met jouw cliënt 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

PBSD 
P6-K1-W3/ P2-K1-W3


V1: Wat is regie voeren
V2: Welke methodiek passend
V3: niet inelveren, wel uitleggen wat geleerd

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Motiverende gespreksvoering
Motiverende gespreksvoering gaat uit van de eigen kracht van de cliënt. Deze methode is geschikt voor mensen die hun gedrag willen en kunnen veranderen.
 Bij motiverende gespreksvoering maak je gebruik van het uitlokken van verandertaal

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

Er zijn vier principes die als een rode draad door de methode ‘motiverende gespreksvoering’ lopen:
Wees empathisch: het gaat om daadwerkelijk inleven in de cliënt en niet doen alsof.

Ontwikkelen van discrepantie: discrepantie verwijst naar de spanning (tegenstrijdigheid) tussen het huidige en het gewenste gedrag. Het gaat om de bewustwording van de cliënt.

Meeveren met weerstand: vermijd discussie of argumentatie. Veer mee met de weerstand en zie dit als een kans.

Ondersteunen van eigen effectiviteit: het gaat er hierbij om dat je het geloof in eigen kunnen ondersteunt en versterkt. Eigen effectiviteit is een directe voorspeller van gedragsverandering.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Plan van aanpak examengesprek ( BSD)
Je schrijft een plan van aanpak waarin duidelijk wordt hoe de cliënt ondersteund dient te worden bij het behouden of ontwikkelen van de besproken vaardigheid. In het plan komt minimaal het volgende aan bod; 
  1. Het doel 
  2. Wie van de naastbetrokkenen uit het sociaal netwerk je hierbij gaat betrekken en waarom 
  3. De begeleidingsmethodiek 
  4. Inzet van 1 (technologisch) hulpmiddel 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions