Hoofdstuk 6: Verlichting en revoluties

Verlichting en revoluties
 Hoofdstuk 6
18e eeuw
1 / 54
next
Slide 1: Slide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Verlichting en revoluties
 Hoofdstuk 6
18e eeuw

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waar haalden 'verlichte' denkers hun kennis vandaan?
A
Uit de Bijbel/ kerkelijke rituelen
B
Uit de klassieke literatuur
C
Goddelijk recht 'Droit Divin'
D
Logische rationele argumenten

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Welke gedachtegang hoort niet bij verlichte denkers?
A
Kritisch over de samenleving en de rol van de kerk
B
Een goed bestuur moest het welzijn van het volk op rationele wijze verbeteren
C
Verlichte denkers waren pessimistisch over wat de mensheid zou kunnen bereiken.
D
In opvoeding en scholing zag men als de belangrijkste manier om de samenleving als geheel te verbeteren en te verlossen van allerlei misvattingen

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Welk begrip hoort hierbij: 'God had de wereld, de mens en de natuurwetten geschapen, maar bemoeide zich na de schepping niet meer actief met de wereld.'

Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions


6.1 De Verlichting
vanaf ±1700



  • Een periode waarin mensen hun kennis (willen) vergroten, door steeds meer uit te gaan van het verstand (rede, ratio-> rationalisme)
  • Nadruk op scholing
  • Hierdoor krijgen mensen ook meer kritiek op de koning, de Kerk en de adel.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Aspecten van Verlichting
  • Visie op religie
  • Politiek en staat
  • Rechtspraak
  • Ontwikkeling van volken 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

God en de Verlichting












Casus: Op 1 november 1755 is het Allerheiligen, een katholieke feestdag. Veel mensen zitten in de kerk als om 10 uur een zware aardbeving Lissabon treft. Huizen en kerken storten in, er breekt brand uit en er volgt een tsunami. Naar schatting sterven 30.000 mensen. (18e-eeuwse Franse kopergravure.)

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Oorzaken?
Men geloofde dat God een directe invloed op hun leven had. De rituelen gaven de mensen een gevoel van zekerheid.

Verlichtingsdenkers zochten naar bewijzen en onderbouwde  standpunten met logische redeneringen

Voltaire: 'Voor de werking van de rituelen was geen bewijs'. Hij noemde het geloof dogmatisch: iets werd zonder bewijs voor waarheid aangenomen en er mocht geen kritiek op worden geleverd'

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

John Locke
- Volkssoevereiniteit: Volgens Locke zijn alle mensen als gelijke geboren. Alleen de opvoeding maakt tot wie jij bent.
- We hebben dezelfde grondrechten zoals het recht op vrijheid en het recht op bezit.
- Koningen mogen een land regeren als zij rekening houden met de belangen van het volk. Sociaal contract 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen idee van John Locke
A
Alle mensen zijn gelijk geboren.
B
Koningen mogen een land regeren als ze de belangen van het volk tegemoet komen
C
De macht moest verdeeld worden over drie machten.
D
Iedereen heeft dezelfde grondrechten.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

 Rousseau:
  • Jean- Jacques Rousseau (1712-1778)
  • landen moeten rechtstreeks bestuurd worden door het volk  (= directe democratie) Volkssoevereiniteit
  • Iedereen is gelijk (gelijke rechten)



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Noem een verschil en een overeenkomst tussen de ideeën van Locke en Rousseau?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Montesquieu

Verlichtingsfilosoof en bedacht de: De trias politica

Wetgevende macht

Uitvoerende macht

Rechtelijke macht

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Trias Politica
(Driemachtenleer)











Waarom?
Als de drie machten verdeeld zijn en elkaar controleren is de kans op machtsmisbruik het kleinst. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor
absolute vorsten. Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
C
De koning heeft alle macht en staat boven de wet.
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Verlichte filosofen 
en 
hun ideeën
Trias politica
sociaal contract / natuurlijke rechten
Volkssoevereiniteit
God alleen in natuurlijke processen
Montesquieu
Rousseau
Spinoza
Locke

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Aan de slag:
Maken oude weektaak (lezen tekst + maken memo)
Uitwerken leerdoelen hoofdstuk 6, par 1 
Maken opdr 2 classroom

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je van de Verlichting?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Noem een verlichtsideaal

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Noem een verlichtingsidee

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

6.2 Vorsten en Verlichte ideeën
- In Frankrijk kwam het volk in contact met de ideeën door:
- brieven, publicaties (tijdschriften, boeken), discussies in koffiehuizen en vooral in salons

Salons
Een literaire salon is een sociaal-literaire bijeenkomst waarbij verschillende schrijvers, dichters, filosofen en kunstenaars elkaar regelmatig ontmoeten om zaken op het gebied van literatuur, poëzie, filosofie en soms nog andere kunsten en politiek te bespreken. Deze bijeenkomsten werden met name georganiseerd door de edelen.
De Encyclopedie van Diderot werd het boegbeeld van de Verlichting in Frankrijk in de 18e eeuw. De eerste 28 delen zijn in Frankrijk gepubliceerd tussen 1751 en 1772.

In de encylopedie staan allerlei gebieden van kennis op wetenschappelijk bescheven. Bijvoorbeeld planten, voertuigen ect.
Publieke opinie: een verzameling van meningen als gevolg van discussie onder de burgers

Slide 24 - Slide

Gaston van Orleans (1608-1660); broer van koning Lodewijk XIII; wilde meer macht en streed tegen koning en adviseurs

Lodewijk XIII (1601-1643); 

kardinaal Richelieu (1585-1642): adviseur van Lodewijk XIII en Lodewijk XIV

kardinaal Mazarin (1602-1661): adviseur van Lodewijk XIV
Verlichte denkers zagen volkssoevereiniteit als alternatief voor
absolute vorsten. Maar wat betekent volkssoevereiniteit?
A
Een kleine groep mensen heeft de macht namens het volk .
B
Het volk heeft de hoogste macht en bepaalt wie de bestuurders zijn.
C
De koning is absoluut vorst
D
Het volk wijst één leider aan dat namens hen gaat besturen.

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions


Het Ancien Régime

Het Ancien Regime was de oude standenmaatschappij van Frankrijk waarbij de koning boven de standen staat en de meeste macht had. 

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Verlicht absolutisme
Een vorst die alleen heerst, maar in het koningschap verlichte ideeën doorvoert. 

Zoals Frederik de Grote, koning van Pruisen. 
- Scholen/Universiteiten
- Infrastructuur 
- Soms afschaffing lijfeigenschap
- Beroepsleger
- Religieuze vrijheid
- Wetenschap
Ik ben geen dienaar van god, maar eerste dienaar van de staat.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Frankrijk
Bakermat voor de verlichting.
Toch kende het geen verlicht absolutisme als bestuursvorm. 

Zo was er bijvoorbeeld: Censuur

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Alles voor het volk,
maar niets door het volk past bij...
A
verlicht absolute vorst
B
democratische revolutie
C
abolitionisme
D
rationeel optimisme

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Noem een aantal kenmerken van het verlicht absolutisme?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Leg uit dat de Verlichting en het geloof niet altijd samen gingen.

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Wat is verlicht absolutisme?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Van welke denker is dit idee?

'De macht van een overheid bestaat uit drie onderdelen die moeten worden verdeeld.'

A
Voltaire
B
Montesquieu
C
Diderot
D
Locke

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

6.3 Burgers aan de macht
Verlichte ideeën in de praktijk: democratische revoluties eind 18e eeuw
- Amerikaanse Revolutie (grondwet 1787)
- Mislukte revolutie in de Republiek  (kritische burgers --> patriotten 1787)
- Franse Revolutie (1789)

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

FRANSE REVOLUTIE (3 fases)

- 1789  * Derde stand roept zich uit tot Nationale Vergadering
            * Einde van de standenmaatschappij (Nuit des sacrifices)
- 1792  * Frankrijk wordt een republiek
- 1793   * Koning wordt onthoofd
              * "Oorlog aan alle gekroonde hoofden". 
              * Franse revolutie als exportartikel tegen het ancien                           regime
- 1799  * Staatsgreep Napoleon

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Napoleon
  • De Franse Revolutie eindigde in een bloedbad, er brak chaos uit in het land
  • Daarom greep in 1799 generaal Napoleon Bonaparte de macht
  • Napoleon veroverde een groot deel van Europa
  • Zo werden de ideeën van de Franse Revolutie door heel Europa verspreid.
  • Ommekeer werd de tocht naar Rusland in 1812
  • In 1815 werd Napoleon definitiefverslagen in de Slag bij Waterloo (ligt in België)

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Filmvragen Franse Revolutie 
(opdracht 5) bespreken
Classroom

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je nog van de Franse revolutie?

Slide 39 - Mind map

This item has no instructions

Wat weet je nog over Napoleon?

Slide 40 - Mind map

This item has no instructions

Zet de zinnen in de juiste volgorde van tijd. Begin met de gebeurtenis die het langst geleden is.
Een groep burgers maakt bekend dat zij zonder de eerste en tweede stand gaan vergaderen.
De Bastille wordt aangevallen: de Franse Revolutie is begonnen.
De derde stand wil dat ook edelen en geestelijken belasting gaan betalen.
De edelen en de geestelijken stemmen tegen en er verandert dus niets.
De koning roept een vergadering van de drie standen bij elkaar.

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Slide 42 - Video

This item has no instructions

Filmvragen opdracht 6  (patriotten en FR) bespreken
Classroom

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Wat is een verschil en wat is een overeenkomst tussen de FR en de revolutie in Nederland?

Slide 44 - Open question

This item has no instructions

Wat weet je nog over democratische revoluties?

Slide 45 - Mind map

This item has no instructions

6.4 Vrijheid, ook voor de slaven
- Plantagekoloniën
- Trans-Atlantische slavenhandel
- Abolitionisme

Periode: 1500-1800

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Plantages en slavernij

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Trans-atlantische slavenhandel

Slide 48 - Slide

This item has no instructions

Abolitionisme
  • To abolish betekent in het Engels 'afschaffen'

  • Slavernij past niet bij de ideeën van de Verlichting: mensen zijn gelijkwaardig. 
  • Adam Smith: mensen worden door loon meer geprikkeld om te werkern
  • Hoe? Pamfletten, boeken en politieke vertegenwoordigers








Slide 49 - Slide

This item has no instructions

Wat heeft abolitionisme te maken met de Verlichting?

Slide 50 - Open question

This item has no instructions

Wat zijn plantages?
A
Plantages zijn grote landbouwbedrijven waar één product wordt verbouwd.
B
Plantages zijn grote landbouwbedrijven in Europa waar meerdere producten worden verbouwd.
C
Plantages zijn velden waar suiker, cacao en aardappelen wordt verbouwd.
D
Plantages zijn altijd slavenbedrijven.

Slide 51 - Quiz

This item has no instructions

Slide 52 - Video

This item has no instructions

Filmvragen opdr 7 (slavernij)  bespreken
Classroom

Slide 53 - Slide

This item has no instructions

Slide 54 - Video

This item has no instructions