Herhaling werkwoorden (zwakke ww, haben en sein)

Zwakke werkwoorden
1 / 28
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Zwakke werkwoorden

Slide 1 - Slide

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 2 - Open question

Na deze les...
- ken je de regels voor het vervoegen van zwakke werkwoorden.
- ken je de drie groepen bij zwakke werkwoorden
- ken je de regels voor het maken van een voltooid deelwoord
- ken je de regels van haben/sein



Slide 3 - Slide

Haben und Sein

Slide 4 - Slide

Wat is een zwak werkwoord?
  •  Wanneer je het werkwoord in de verleden tijd zet is er geen klinkerverandering
  •  Nederlandse zwakke werkwoorden zijn vrijwel altijd ook in het Duits zwak

Slide 5 - Slide

Zwakke werkwoorden
...zijn regelmatig

...worden volgens een vast schema vervoegd


Slide 6 - Slide

Welke groep bestaat niet bij de zwakke werkwoorden?
A
standaardgroep als bv. wohnen
B
groep met een stam op een -d / -t
C
groep met een stam op een -n klank
D
groep met een stam op een -s klank

Slide 7 - Quiz

Drie categorieën zwakke werkwoorden

1. Gewone zwakke werkwoorden
2. Zwakke werkwoorden met een stam op -d of -t
3. Zwakke werkwoorden met een stam op -s, -ß of -z (sis-klank)

Slide 8 - Slide

Hoe vervoeg je zwakke werkwoorden?


1. Maak de stam van het werkwoord
2. Zet de juiste uitgang erachter

Slide 9 - Slide

Wat is de stam van een werkwoord?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

haben en sein

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord

Weet jij nog hoe je het voltooid deelwoord maakt?

Slide 13 - Slide

voltooid deelwoord

Slide 14 - Slide

Hoe vorm je het voltooid deelwoord? zie blz. 110 boek 2 Zugspitze

Slide 15 - Mind map

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Voltooid deelwoord:

Slide 18 - Slide

gehad / geweest
Ich habe ...
Ich bin ...
A
gehaben / gewesen
B
gehad / geweest
C
gehabt / gewest
D
gehabt / gewesen

Slide 19 - Quiz

wohnen - Ihr habt da ......
A
gewohnt
B
gewoond
C
gewohnen
D
gewohnd

Slide 20 - Quiz

warten - Wir haben ....
gewacht (volt.dw)
A
gewart
B
gewarten
C
gewartt
D
gewartet

Slide 21 - Quiz

erzählen
A
erzählt
B
geerzahlt
C
erzählen
D
erzähld

Slide 22 - Quiz

studieren / trainieren
voltooid deelwoord.
Ich habe lange ................
A
studierd/trainierd
B
studiert/trainiert
C
gestudiert/getrainiert
D
studieren/trainieren

Slide 23 - Quiz

kaufen - gekocht
koken - gekookt
Ich habe ....
A
gekauft/gekochen
B
gekocht/gekocht
C
gekauft/gekocht
D
gekaufen/gekochen

Slide 24 - Quiz

Regnen - Er hat .....
A
gerechnet
B
geregnet
C
geregnen
D
geregned

Slide 25 - Quiz

Weet je voldoende over het vormen van het volt.deelwoord?

Slide 26 - Mind map

Zeit für Evaluation! Beantworte die folgenden Fragen.

1. Wat hebben we geoefend vandaag?
2. Wat vond je het moeilijkst?  
3. Hoe ga je er voor zorgen dat je beter wordt in datgene wat slecht ging?

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide