clase 8 - P3 - martes 5 de marzo 2024

Les 8 - P3 - martes 5 de marzo de 2024
1 / 12
next
Slide 1: Slide
SpaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Les 8 - P3 - martes 5 de marzo de 2024

Slide 1 - Slide

¿Qué hacemos hoy?

Leerdoelen:

1. Ik herhaal de zes vormen van het het werkwoord 'ir' (=gaan)
2. Ik kan zeggen met welk vervoermiddel ik reis
3. Ik maak een oefen-schrijfopdracht





Slide 2 - Slide

IR=Gaan             IR A=Gaan naar/going to
yo
voy a
vas a
el/ella/usted
va a
nosotros
vamos a
vosotros
váis a
ellos/ellas/ustedes
van a
Ir = gaan                         Ir + a = gaan naar

Slide 3 - Slide

ir

Slide 4 - Slide

Gaan naar ... / gaan met ...
Gaan naar:

Ir + a + de plek waar je naartoe gaat

Voy a la escuela
Voy al parque (a+el = al)
Gaan met:
 
Ir + en + het vervoermiddel 

Voy en tren
Voy en metro

Slide 5 - Slide

Página 87
Wie?
Waarheen?
Hoe?

Slide 6 - Slide

Luisteroefening (pág. 86)

Slide 7 - Slide

Schrijfopdracht - oefenen

Morgen, woensdag 6 maart krijgen jullie een schrijfopdracht, die telt voor een cijfer (telt 1x mee).

Vandaag krijg je een voorbeeld-schrijfopdracht, waaraan je tijdens de les mag werken. Je krijgt feedback van mij, ter verbetering. 

Slide 8 - Slide

Oefen-schrijfopdracht 
1. Zeg goedemorgen en stel jezelf voor (naam en leeftijd). 
2. Vertel waar je woont, en of dit een stad of een dorp is.
3. Vertel dat je student bent, wat je studeert en op welke manier je naar school reist. 
4. Vertel welk vak je leuk vindt, en welk vak niet/minder. 
5. Schrijf twee dingen die op je interesseren (in het algemeen), waarvan 1 enkelvoud en 1 meervoud.
6. Vertel of je een grote of kleine familie hebt. Vertel hoeveel broers en zussen je hebt.
7. Benoem twee eigenschappen van jezelf (persoonlijkheid). 
8. Vertel of je lang of kort bent, wat voor kleur/lengte haar je hebt, welke kleur ogen je hebt, en of je (wel of niet) een baard/snor/bril draagt. 
9. Bedank voor het lezen en neem op een passende manier afscheid. 

Slide 9 - Slide

Je mag vandaag (proeftoets)   hulpmiddelen gebruiken,
morgen NÍET!

Slide 10 - Slide

Oefen-schrijfopdracht 
1. Zeg goedemorgen en stel jezelf voor (naam en leeftijd). 
2. Vertel waar je woont, en of dit een stad of een dorp is.
3. Vertel dat je student bent, wat je studeert en op welke manier je naar school reist. 
4. Vertel welk vak je leuk vindt, en welk vak niet/minder. 
5. Schrijf twee dingen die op je interesseren (in het algemeen), waarvan 1 enkelvoud en 1 meervoud.
6. Vertel of je een grote of kleine familie hebt. Vertel hoeveel broers en zussen je hebt.
7. Benoem twee eigenschappen van jezelf (persoonlijkheid). 
8. Vertel of je lang of kort bent, wat voor kleur/lengte haar je hebt, welke kleur ogen je hebt, en of je (wel of niet) een baard/snor/bril draagt. 
9. Bedank voor het lezen en neem op een passende manier afscheid. 

Slide 11 - Slide

Les 1 - periode 2 - dinsdag 14 november 2023

Slide 12 - Slide