College 10.3 Regeling hartwerking 5V 2526

5 min In stilte


Klaar?
Bestudeer BINAS 84E1
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 35 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5 min In stilte


Klaar?
Bestudeer BINAS 84E1

Slide 1 - Slide

College 2

Slide 2 - Slide

Lesdoel 
Hoe wordt het gecoördineerd samentrekken van het hart geregeld?

Hoe wordt de bloedsomloop aangepast aan de mate van inspanning?

Wat is de samenstelling van bloed?

Slide 3 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
Het systeem dat  gecoördineerd samentrekken van de hartspier regelt.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
(1) Sinusknoop
Een elektrische prikkel start in gespecialiseerde spiercellen (rechterboezemwand).

Slide 6 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
(1) Sinusknoop
Door de prikkel trekt de hartspier zich samen.
Deze prikkel verspreidt zich vanzelf over de spiercellen.

Slide 7 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
(1) Sinusknoop
De prikkel verpreidt zich over de rechterboezem richting de linkerboezem en de kamers.


Slide 8 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
(2) AV-knoop
Stuurt de elektrische prikkel richting de kamers met een vertraging (0,15 s) zodat de kamers láter samentrekken dan de boezems.

Slide 9 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
(3) Bundel van His: Stuurt de elektrische prikkel naar de punt van de kamers zonder de spiercellen te laten samentrekken.

Slide 10 - Slide

Prikkelgeleidingssysteem
(4) Purkinjevezels: Sturen de elektrische prikkel naar de top van de kamers en laten de spiervezels samentrekken.

Slide 11 - Slide

Vragen (zelfstandig)
  1. wat is de rol van de AV-knoop?
  2. in welke richting trekken de spieren van de kamerwand zich samen?

Slide 12 - Slide

ECG
Met een ElectroCardioGram (ECG) wordt de elektrische activiteit in het hart gemeten.

Slide 13 - Slide

ECG
= samentrekken
= samentrekken
= ontspannen

Slide 14 - Slide

ECG
Afwijkingen van een normale ECG (met name in het ST segment) wijzen op afgestorven hartspierweefsel en dus op een hartinfarct.

Slide 15 - Slide

Slagvolume
Het slagvolume is de hoeveelheid bloed die per keer een hartkamer verlaat.

70 mL per slag in rust.

Slide 16 - Slide

Hartslagfrequentie
De hartslagfrequentie is het aantal hartslagen per minuut.

70 slagen per minuut in rust.

Slide 17 - Slide

Hoeveel?
Hoeveel Liter bloed pompt je hart rond per minuut in rust?

Dit noem je het hartminuutvolume.

Slide 18 - Slide

Hoeveel?
Hoeveel Liter bloed pompt je hart rond per minuut in rust?

Dit noem je het hartminuutvolume.

Dus: hartminuutvolume = slagvolume * hartslagfrequentie.
= 70mL * 70 slagen/min = 4900 mL/min

Slide 19 - Slide

Hoeveel?
Hoeveel Liter bloed pompt je hart rond per minuut in rust?
70mL * 70 slagen/minuut = 4900 mL per minuut


Slide 20 - Slide

Inspanning
Het hartminuutvolume kan stijgen tot 25 Liter per minuut bij inspanning.

De hartslagfrequentie kan tot 200 slagen per minuut stijgen.
Hoeveel is dan het slagvolume?


Slide 21 - Slide

Inspanning
Het hartminuutvolume kan stijgen tot 25 Liter per minuut bij inspanning.

De hartslagfrequentie kan tot 200 slagen per minuut stijgen.
Hoeveel is dan het slagvolume?
hartminuutvolume = slagvolume * hartslagfrequentie
25000 mL = SV * 200, SV = 25000 mL/200 = 125 mL per slag


Slide 22 - Slide

Flexibiliteit: Bloedverdeling

Slide 23 - Slide

Flexibiliteit: Bloedverdeling
De spieren in de wand van slagaders worden aangestuurd door de hersenen (H14). Aanspannen/ontspannen (BRON 11).

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Vraag
1. wat gebeurt er met de kringspieren rond de maagslagader bij fysieke inspanning?
A. Die spannen zich aan
B. Die ontspannen zich
C. Niks

Slide 26 - Slide

Vraag 
2. is het hartminuutvolume van de kleine en de grote bloedsomloop gelijk of is er eentje groter (en welke dan)
A. HMV van de kleine bloedsomloop en de grote bloedsomloop zijn gelijk
B. HMV van de kleine bloedsomloop is groter
C. HMV van de grote bloedsomloop is groter

Slide 27 - Slide

Samenstelling bloed

Slide 28 - Slide

Bloedcellen
Rode bloedcellen: zuurstoftransport
Witte bloedcellen: afweer (hoofdstuk 16)
Bloedplaatjes: bloedstolling (paragraaf 10.5)

Elke dag ontstaan in het rode beenmerg 2x1011 bloedcellen uit stamcellen
Elke dag wordt een zelfde aantal afgebroken in milt en lever.



Slide 29 - Slide

Samenstelling bloed

Slide 30 - Slide

Hoeveel?
Hoeveel mL zuurstof zit er in 100 mL bloed?
A. 1mL
B. 5mL
C. 10mL
D. 20mL


Slide 31 - Slide

Hoeveel?
Hoeveel moleculen hemoglobine zitten er in elke rode bloedcel?
A. 250.000 
B. 2.500.000
C. 25.000.000
D. 250.000.000



Slide 32 - Slide

Hoeveel?
Hoeveel rode bloedcellen zitten er in 1 mL bloed?
A. 50.000
B. 500.000
C. 5.000.000
D. 50.000.000


Slide 33 - Slide

Leerdoelen 
6. je kunt het verloop van de elektrische activiteit van het hart beschrijven (10.3).
7. Je kunt uitleggen hoe je lichaam de bloedverdeling aanpast aan de omstandigheden (10.3).
8. Je beschrijft de bloedsamenstelling (10.4).





Slide 34 - Slide

Huiswerk
Opdrachten 
10.3 leerdoelen 6 en 7
10.4 leerdoel 8


Slide 35 - Slide