Paragraaf 5.1.08 (r)

Paragraaf 5.1.08
1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 35 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 5.1.08

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
8.1. Je kunt de voor- en nadelen van de Groene Revolutie benoemen. 🧠
8.2. Je kunt uitleggen wat gentechnologie is en de discussie hierover beschrijven. 🤔
8.3. Je kunt voorbeelden geven van technologische innovaties die de voedselproductie kunnen verhogen. 🧠
8.4. Je kunt voorbeelden geven van alternatieve voedselbronnen. 🧠
8.5. Je kunt uitleggen hoe gedragsverandering bij boeren in de periferie kan bijdragen aan de voedselzekerheid. 🤔
8.6. Je kunt uitleggen hoe gedragsverandering bij consumenten en de voedingssector kan bijdragen aan het oplossen van het wereldvoedselvraagstuk. 🤔

Slide 2 - Slide

Huiswerk
  • Maak in het digitale werkboek uit paragraaf 1.7 opgaven 2ac en 4
  • Lees paragraaf 1.8 'Een tweede groene revolutie'. In dit gedeelte staan 3 opsommingen. Identificeer deze en schrijf ze in je schrift. Ze omvatten in totaal 11 onderdelen.
  • Lees paragraaf 1.8 'Gedragsverandering door consument en voedingssector'. Zoek in dit gedeelte 7 dingen waarmee consumenten kunnen bijdragen aan de oplossing van het wereldvoedselprobleem.

Slide 3 - Slide

Tekstanalyse
In paragraaf 8 het kopje EEN TWEEDE GROENE REVOLUTIE
1. Wat was het gevolg van de introductie van hoogproductieve graansoorten, mechanisatie, bestrijdingsmiddelen en kunstmest? (Ld 8.1)
2. Wat waren de voordelen en nadelen van de Groene Revolutie? (Ld 8.1)


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Aantekening
Acht manieren om voedselproductie kan toenemen.
Luister naar de uitleg en schrijf ze alle acht op 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Tekstanalyse
In paragraaf 8 het kopje NIEUWE TECHNIEKEN EN GEWASSEN
3. Welke voorbeelden van technologische innovaties kunnen de voedselproductie verhogen? (Ld 8.3)


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Tekstanalyse
In paragraaf 8 het kopje NIEUWE TECHNIEKEN EN GEWASSEN
3. Welke voorbeelden van technologische innovaties kunnen de voedselproductie verhogen? (Ld 8.3)


Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Tekstanalyse
In paragraaf 8 het kopje MEER PRODUCTIE OP MINDER LAND
4. Welke voorbeelden van alternatieve voedselbronnen zijn er? (Ld 8.4)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Aantekening
Luister naar de uitleg en schrijf de 7 dingen op waarmee consumenten kunnen bijdragen aan de oplossing van het wereldvoedselvraagstuk.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

1

Slide 19 - Video

02:11
Hoeveel gooien Nederlandse huishoudens samen weg?

Slide 20 - Open question

Opdrachten
Maak van paragraaf 1.8 opdrachten 1abc en 3d
timer
8:00

Slide 21 - Slide

1a
Nee, want op de eerste plaats is de bevolking in ontwikkelingslanden sneller gegroeid dan gemiddeld. Bovendien laat de grafiek niet zien of het landbouwareaal waarop graanteelt in ontwikkelingslanden plaatsvindt, veranderd is.


Slide 22 - Slide

1b
 Op lagere schaalniveaus komen grote verschillen tussen gebieden aan het licht. In Sub-Sahara-Afrika heeft de groene revolutie namelijk nauwelijks tot een verbetering van de voedselproductiviteit geleid. In andere perifere gebieden moet de productiviteit dus veel meer toegenomen zijn dan de grafiek laat zien.

Slide 23 - Slide

1c
 De eerste groene revolutie had negatieve neveneffecten voor het milieu en voor kleine boeren. Om voor toekomstige generaties blijvend voldoende voedsel te kunnen produceren, zullen daarom duurzamere keuzes gemaakt moeten worden.

Slide 24 - Slide


2 a Bij gentechnologie worden de gewenste eigenschappen door middel van stukjes DNA direct geïmplanteerd in een organisme. Bij kruising en selectie moet je telkens afwachten of de gewenste eigenschap wel overgedragen is. Bovendien kun je met gentechnologie eigenschappen van verschillende organismen met elkaar combineren.

Slide 25 - Slide

 b De genetisch gemanipuleerde zaden zijn duur en moeten elk jaar opnieuw aangeschaft worden. Voor landen in de periferie wordt het dan al snel te duur.
 c Bij marker-assisted selection wordt niet in het DNA ingegrepen. De mogelijke risico’s op milieu- en gezondheidsproblemen die bestaan bij gentechnologie ontbreken daardoor.

Slide 26 - Slide


 d Er zijn door middel van deze methode gewassen ontwikkeld die ofwel enkele weken onder water kunnen staan, of die relatief weinig water nodig hebben. Door de klimaatverandering zullen sommige gebieden te maken krijgen met meer overstromingen en andere met toenemende droogte. De genoemde gewassen zullen in deze gebieden dus een hogere opbrengst hebben dan traditionele gewassen.

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Video

Opdrachten
Maak van 1.8 opdrachten 3,4 en 5 
timer
12:00

Slide 29 - Slide

3 a Voor een deel wel: de meeste centrumlanden behalen een hoog percentage en de meeste perifere landen een laag percentage, maar vooral in de semiperifere landen zijn de behaalde percentages heel divers. Ook zijn er gebieden in de periferie die heel goed scoren en gebieden in het centrum die matig scoren.
 
 


Slide 30 - Slide

 b Nee: groen wil zeggen dat de productiviteit hoog is ten opzichte van de maximaal haalbare productiviteit in dat gebied. Als de maximale productiviteit laag is, door bijvoorbeeld een ongunstig klimaat, kan een gebied met een lage productiviteit dus toch groen zijn. Omgekeerd kan in een oranje gebied de productiviteit best hoog zijn.
 c Australië is zeer dunbevolkt, waardoor de noodzaak ontbreekt om overal een maximale productiviteit te behalen.

 


Slide 31 - Slide

3d
 Het is wel erg voor gebieden die ver van de maximale productiviteit af zitten: in deze gebieden is de kans groot dat er voedseltekorten zijn en dat de voedselproductie een lage economische waarde heeft. Aan de andere kant is het in principe voldoende als er wereldwijd genoeg voedsel wordt geproduceerd. Als de verdeling ervan optimaal zou zijn, hoeft de productiviteit niet overal maximaal te zijn. Bovendien zorgt intensieve landbouw voor meer milieuschade.
 


Slide 32 - Slide

4 a D
 b Voor vismeel moet er evengoed wilde vis gevangen worden, waardoor de visstand alsnog daalt (zowel van de gevangen vissoorten als van de vissoorten die hoger in de voedselketen zitten).
 c Voorbeelden van voordelen:
  – Deze voedselbronnen kunnen het dreigende eiwittekort helpen voorkomen.
  – Deze voedselbronnen worden in (zee)water geteeld, wat de druk op het land verkleint.
  – Deze voedselbronnen kunnen vrijwel onbeperkt verbouwd worden.



Slide 33 - Slide

 d – Voordeel: ze leveren eiwitten en zijn in veel landen al een normale voedselbron.
  – Nadeel: in landen waar insecten nog geen normale voedselbron zijn, zullen veel mensen hun weerstand moeten overwinnen.
5 a – Als de oogst van één gewas mislukt, leveren de andere gewassen toch nog voedsel op.
  – Gemengde landbouw bespaart kosten, onder meer doordat er minder irrigatie nodig is en minder of geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen.


Slide 34 - Slide

 b In centrumlanden komt overvoeding en verspilling het meest voor. Ook is de vleesconsumptie er het grootst. Bovendien kunnen consumenten in centrumlanden door hun hogere welvaart gemakkelijker kiezen voor alternatieve voedselbronnen.
 c Voorbeelden van juiste antwoorden: supermarkten kunnen groenten en fruit die er niet meer zo goed uitzien met korting verkopen, restaurants kunnen als keuze kleinere porties aanbieden.


Slide 35 - Slide