K1F - Hoofdstuk 5, Herhaling

Hoofdstuk 5, Herhaling
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5, Herhaling

Slide 1 - Slide

Paragraaf 2: Land en zee in Europa

Slide 2 - Slide

De zee in Europa
Veel landen in Europa grenzen aan de zee. Dat komt door de bijzondere vorm.

Gebieden die aan drie kanten aan zee grenzen noemen wij schiereilanden.

Slide 3 - Slide

Hoogteverschillen
Europa heeft veel reliëf.

  • Bij een landschap van heuvels lager dan 200m, spreek je van Laagland.
  • Bij een gebied met heuvels van 200 tot 500m, spreek je over Heuvelland.
  • Bij de Eifel en het Zwarte woud hebben we ook een middelgebergte. Bergen tussen 500 en 1500m
  • Bergen met toppen hoger dan 1.500+ zijn hooggebergten

Slide 4 - Slide

Zeeklimaat en landklimaat
De zee heeft veel invloed op de klimaat in Europa. Het zorgt ervoor dat het koeler of warmer is.

In de Zomer warmt het land sneller op dan de zee. Hierdoor koelt het zeewind ons af.

In de Winter koelt het land sneller af, maar de zee is dan warm. Het zeewind zorgt ervoor dat het dan niet super koud is.

Slide 5 - Slide

Wat voor klimaat heeft Nederland?
A
Zeeklimaat
B
Landklimaat
C
Hooggebergte klimaat
D
Tropisch Klimaat

Slide 6 - Quiz

Paragraaf 3: Europa van Zuid naar Noord

Slide 7 - Slide

Zonnestralen vallen niet even recht op bepaalde plekken
We krijgen andere natuurlijke zones

Slide 8 - Slide

Zuid-Europa
Hier is een Middellandse Zeeklimaat.

In de zomer is het warm (max 40c) en het regent weinig. In de winter is het niet erg koud.
Planten zijn aangepast aan hitte en droogte. Denk aan olijven en palmbomen.

Slide 9 - Slide

De loof-en naaldboomgordel
Meer naar het Noorden van Europa heb je de zee- of landklimaten.
Plekken met een gemiddelde temperatuur boven 15c hebben loofbomen. Dat is de zone van de loofboomgordel.

Meer naar het Noorden wordt het kouder dus dan groeien er geen loofbomen, maar naaldbomen. Dit is de naaldboomgordel of taiga.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Noord-Europa
Het Noorden van Europa heeft een Toendraklimaat.

Hier groeien alleen grassen, mossen en lage struiken.

Slide 12 - Slide

Waarom groeit er in het Noorden van Europa bijna niks?
A
Daar is het te warm om iets te laten groeien
B
Daar is het te droog om iets te laten groeien
C
Daar is het te koud om iets te laten groeien
D
Daar is het te nat om iets te laten groeien

Slide 13 - Quiz

Paragraaf 4: De bergen in

Slide 14 - Slide

In de bergen is het koud
De alpen zijn een hooggebergte. Er is hier veel sneeuw en ijs, ook in de zomer.

Als je in de bergen 1.000m omhoog gaat, wordt het 6 graden kouder.

Op sommige plekken in de bergen heb je een gletsjer. Dat is een grote ijsmassa dat omlaag schuift.

Slide 15 - Slide

Hoogtegordels
Op verschillende zones heb je verschillende natuurlijke zones. Dat zijn hoogtegordels.
  1. Loofboomgordels tot 1.000m. Het moet warmer dan 15c zijn.
  2. Naaldboomgordels boven de loofboomgordel.
  3. De Boomgrens heb je rond 2.000m. Hier groeien geen bomen. Het is te koud
  4. De Alpenweiden heb je rond 2.500m. Hier groeien veel bloemen.
  5. Bij de rotsgordel groeit er niks meer.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide