Les 5 poëzie: stijlfiguren deel 2

Welkom
Welkom!
De les van vandaag gaat over: 
- Stijlfiguren
1 / 36
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom
Welkom!
De les van vandaag gaat over: 
- Stijlfiguren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen: 



Aan het eind van de les ken je de belangrijkste begrippen rondom stijlfiguren en kun je verschillende stijlfiguren uit gedichten halen. 


Slide 2 - Slide

Stijlfiguren: 


Vijftien stuks: 
Antithese, climax, anticlimax, eufemisme, repetitio, hyperbool, enumeratie, paradox, pleonasme, retorische vraag, tautologie, understatement, ironie, sarcasme en cynisme 



Slide 3 - Slide

Hulpmiddel: categorieën

1. Opsomming: climax, anticlimax, enumeratie
2. Herhaling: repetitio, pleonasme, tautologie
3. Tegenstelling: antithese, paradox
4. Bijzonder taalgebruik: eufemisme, hyperbool
5. Humor: retorische vraag, understatement, ironie, sarcasme en cynisme 

Slide 4 - Slide

Categorie 4: bijzonder taalgebruik

- Eufemisme

- Hyperbool




Slide 5 - Slide

Eufemisme: 
Harde term of uitdrukking vervang je door een minder harde omschrijving. Vaak verzachtende werking.

- Ik zoek nog een interieurverzorgster.

- Helaas gaan wij ons personeelsbestand afslanken. 



Slide 6 - Slide

Hyperbool: 
Overdrijving: je maakt iets veel groter en meer overdreven dan het in werkelijkheid is.

- Mijn moeder schreeuwt de hele dag tegen mij.

- Ik ga dood van de zenuwen. 

Slide 7 - Slide

Hem trof het gruwelijke lot in de bioscoop op de voorste rij te moeten zitten
is een voorbeeld van:
A
hyperbool
B
enumeratie
C
paradox
D
pleonasme

Slide 8 - Quiz

Categorie  5: humor


- Retorische vraag 
- Understatement 

- Ironie 
- Sarcasme 
- Cynisme 





Slide 9 - Slide

Retorische vraag: 

Vraag waar je geen antwoord op verwacht. Mededeling in de vorm van een vraag. Vaak spottend bedoeld. 

- Jij wil zeker rijk worden?

- Kom jij even hier? 

Slide 10 - Slide

Understatement: 

Tegenovergestelde hyperbool. Je maakt iets kleiner en minder belangrijk. Vaak ironisch.

- Hij heeft wel een leuk optrekje (miljoenenvilla)

- Johan Cruijff kon aardig voetballen. 

Slide 11 - Slide

Ironie: 

Mildste van de vormen van spot. Vriendelijke spot. Vaak wordt het tegenovergestelde bedoeld.

- De bakker een koekje van eigen deeg geven.
- Een laatkomer die altijd te laat komt, komt te laat voor de uitreiking van zijn diploma.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Sarcasme: 

Er wordt vaak het tegenovergestelde bedoeld van wat er gezegd wordt. Sarcasme is harder dan ironie. Toon is scherper. Houding is kritischer.

- Dit is echt een prachtig kunstwerk, daar heb je vast uren over gedaan. (Je zegt het op zo`n toon waarop het duidelijk is dat het echt een prutswerk is)

- Complimenten geven op het harde werken van leerlingen (terwijl ze in hun banken hangen van verveling)

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Cynisme: 

Hardste vorm van spot. Toont ongeloof in de waarden of goede bedoelingen van de mensen. Die houding uit zich met bittere of wrede spot. Vaak uit zelfverdediging: machteloosheid of teleurstelling.

- Eerst het goede nieuws: er zal een ziekte naar u vernoemd worden.

- Wat in ieder geval positief is aan jullie, is dat ik meer dan de helft volgend jaar weer terug ga zien (ze blijven zitten, want ze doen niets)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Jij stond zeker achteraan toen de intelligentie werd uitgedeeld
A
Ironie
B
Sarcasme
C
cynisme

Slide 26 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?

Dus jij bent deze zomer met het vliegtuig naar Japan én naar Brazilië gevlogen? Jij hebt het klimaat zo te horen wel op 1 staan!
A
Understatement
B
Cynisme
C
ironie
D
sarcasme

Slide 27 - Quiz

Welk stijlfiguur herken je?

Voor de radio heb jij wel een mooi gezicht.
A
sarcasme
B
ironie
C
cynisme

Slide 28 - Quiz

Nog vragen?

Slide 29 - Slide

Huiswerk deze week: 

Boekje poëzie: 
- Stijlfiguren opdracht 27 t/m 29 uit de reader maken 
    





Slide 30 - Slide

29c. Ik ben helemaal geen regelmatige drinker, ik drink alleen elke avond een klein jenevertje voor het slapen gaan.
A
ironie
B
understatement
C
sarcasme
D
cynisme

Slide 31 - Quiz

29e. Voor die kaartjes hebben we echt dagen in de rij gestaan en nu kun je ze gratis afhalen.
A
ironie
B
hyperbool
C
understatement
D
eufemisme

Slide 32 - Quiz

29g. Op een zomermorgen om half vijf, toen de zon prachtig opkwam, is hij van de Waalbrug gestapt.
A
ironie
B
hyperbool
C
sarcasme
D
eufemisme

Slide 33 - Quiz

29n. In 'Spuiten en Slikken' leren de Nederlandse jongeren alles over seks en drugs. Echt heel informatief. Ja, daar hebben ze wat aan! BNN moet vooral nog lang doorgaan met het uitzenden van dit uiterst waardevolle, educatieve programma.
A
ironie
B
hyperbool
C
sarcasme
D
eufemisme

Slide 34 - Quiz

Hoe goed heb je de stof van deze les begrepen?
A
Ik snap het helemaal
B
Ik snap het goed
C
Ik snap het een beetje
D
Ik snap het niet

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Video