1V - Chapitre 3 - B

Bonjour et bienvenue!

1 / 39
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Bonjour et bienvenue!

Slide 1 - Slide

Aujourd'hui
  • Vocabulaire A
  • Kloktijden
  • Globaal lezen

Les buts: 
- je kunt een tijdschriftartikel over school begrijpen
- kun je kloktijden in het Frans zeggen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Vocabulaire A
page 130

Slide 4 - Slide

de school
A
l'école
B
l'élève
C
le collège
D
la classe

Slide 5 - Quiz

wiskunde

Slide 6 - Open question

l'après-midi

Slide 7 - Open question

geschiedenis

Slide 8 - Open question

Tu veux partir?

Slide 9 - Open question

Kloktijden
Le but: je kunt kloktijden zeggen in het Frans

Slide 10 - Slide

Bedenk een situatie waarin het handig is om kloktijden in het Frans te gebruiken.

Slide 11 - Open question

Les heures
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?
?

Slide 12 - Slide

Hele uren

Het is twee uur = Il est deux heures.
Het is acht uur = il est huit heures.
Het is één uur = Il est une heure.

Je schrijft 'heures' altijd met een 's', behalve als het één uur is!



Slide 13 - Slide

Hele uren
LET OP!

Het is 12 uur 's middags = Il est midi.
Het is 12 uur 's nachts = Il est minuit.

In het Frans zeg je niet: il est douze heures, maar: il est midi/minuit.

Slide 14 - Slide

Kwart over = ..... et quart 
Het is kwart over twee = Il est deux heures et quart
Het is kwart over 1 = Il est une heure et quart

12:15 = Il est midi et quart
00:15 = Il est minuit et quart

Slide 15 - Slide

Halve uren = ..... et demie
Half 3 = Il est deux heures et demie
Half 2 = Il est une heure et demie

Half 1 's middags = Il est midi et demi (let op: zonder -e!)
Half 1 's nachts = Il est minuit et demi

Slide 16 - Slide

Kwart voor = ..... moins le quart
kwart voor 2 = Il est deux heures moins le quart.
kwart voor 1 = Il est une heure moins le quart.

kwart voor 12 's middags = Il est midi moins le quart.
kwart voor 12 's nachts = Il est minuit moins le quart.

Slide 17 - Slide

Het is 9 uur:
Il est neuf heures.

Het is kwart over 9:
Il est neuf heures et quart.

Het is half 9:
Il est huit heures et demie

Het is kwart voor 9:
Il est neuf heures moins le quart
DONC ...

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Il est cinq heures.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 20 - Quiz

Il est midi.
A
Het is 12 uur 's nachts.
B
Het is 12 uur 's middags.

Slide 21 - Quiz

Il est trois heures et demie.
A
Het is half 3.
B
Het is half 4.

Slide 22 - Quiz

Il est midi et demi.
A
Het is half 1.
B
Het is half 12 's middags.
C
Het is half 12 's nachts.

Slide 23 - Quiz

Il est quatre heures moins le quart
A
Het is kwart over 4.
B
Het is half 4.
C
Het is kwart voor 4.
D
Het is kwart voor 3.

Slide 24 - Quiz

Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.

Slide 25 - Quiz

Welke tijd is het vroegst?
A
sept heures et quart
B
sept heures et demie.
C
sept heures moins le quart

Slide 26 - Quiz

Vertaal de kloktijd naar het Frans:
het is drie uur

Slide 27 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is half vier

Slide 28 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart voor zes

Slide 29 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is 12 uur 's nachts.

Slide 30 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over 12 's middags

Slide 31 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
il est minuit moins le quart

Slide 32 - Open question

Vertaal de kloktijd naar het Frans:
het is één uur.

Slide 33 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart voor zeven.

Slide 34 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart over negen.

Slide 35 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart over twee.

Slide 36 - Open question

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is half tien.

Slide 37 - Open question

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
1
2
3
4
5
il est sept heures et quart
il est trois heures et demie
il est midi
il est trois heures et quart
il est minuit et quart

Slide 38 - Drag question

Globaal lezen
prends le livre
à la page 107

Slide 39 - Slide