8.1 Het zenuwstelsel

8.1 Het zenuwstelsel
Thema 8 Regeling
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

8.1 Het zenuwstelsel
Thema 8 Regeling

Slide 1 - Slide

Wat weten we al?

Slide 2 - Slide

Zenuwen

Slide 3 - Mind map

Leerdoelen 8.1
  • Je kunt de delen van het zenuwstelsel noemen.
  • Je kunt de werking van het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 4 - Slide

Bouw van het zenuwstelsel
Het zenuwstelsel bestaat uit twee delen:
  1. het centrale zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg. Het ruggenmerg verbindt de hersenen met de zenuwen die van en naar de romp en ledematen lopen. Het ruggenmerg ligt goed beschermd in de wervel kolom.
  2. De zenuwen lopen van het centrale zenuwstelsel naar alle lichaamsdelen, zoals je ogen en je spieren.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Prikkels en impulsen
  • Je ogen, oren, neus, tong en huid vangen prikkels op.
  • Een prikkel is een invloed uit je omgeving zoals geluid.
  • In je zintuigen liggen zintuigcellen.
  • Een zintuigcel is gevoelig voor één bepaalde prikkel.
  • Een zintuigcel zet de prikkel die binnenkomt om in een impuls.
  • Impulsen zijn zwakke elektrische signalen. 
  • De impulsen gaan via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Functie van het zenwustelsel
  • Elk zintuig is gevoelig voor één type prikkel.
  • Je oren zijn bijvoorbeeld niet gevoelig voor geurprikkels.
  • De impulsen die door de zintuigen worden gevormd gaan via de zenuwen naar het centrale zenuwstelsel.
  • In de hersenen worden de impulsen verwerkt.
  • Hierdoor neem je je omgeving waar.
  • Je hersenen kunnen reageren op impulsen, hierdoor worden bijvoorbeeld spieren of klieren aangestuurd.

Slide 9 - Slide

Begrippen 8.1
  • Centrale zenuwstelsel
  • Hersenen
  • Impuls
  • Prikkel
  • Ruggenmerg
  • Zenuwen

Slide 10 - Slide

Ik kan nu
  • Je kunt de delen van het zenuwstelsel noemen.
  • Je kunt de werking van het zenuwstelsel beschrijven.

Slide 11 - Slide

Aan het werk!
Maken opdrachten 8.1: 1, 3, 5, 6, 7, 8 en 9
Klaar?
Laten checken bij docent, bij goedkeuring nakijken.
Klaar?  Werk laten zien aan docent.
Veel fout? -> Maken test jezelf 8.1
Veel goed? -> Maken 10+ online extra 

 

timer
25:00

Slide 12 - Slide