7.3 Het verhaal van de fossielen

§3: Het verhaal van de fossielen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§3: Het verhaal van de fossielen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leg in eigen woorden uit wat Darwin bedoelde
met survival of the fittest.
timer
1:00

Slide 2 - Open question

This item has no instructions

Wat is een voorwaarde voor
natuurlijke selectie?
timer
0:30
A
Variatie in eigenschappen
B
Mannelijke en vrouwelijke organismen
C
Recombinatie
D
Mutatie

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

De wetenschap die fossielen bestudeert noemen we:
timer
0:20
A
Histoliogie
B
Paleontologie
C
Sedimentologie
D
Endocrionologie

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Leerdoel
Je leert hoe wetenschappers de ouderdom van fossielen bepalen en wat een bouwplan zegt over de verwantschap tussen soorten. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Fossilisatie
"Het proces waarbij fossielen ontstaan."

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Fossilisatie
5 mogelijke manieren:
  1. Verstening
  2. Verdroging
  3. Lage temperaturen
  4. Lage pH + zuurstofgebrek
  5. Opsluiten in barnsteen.

Slide 7 - Slide

  • Verstening: micro-organismen breken zachte delen af. Vertraagd door laag zand of slik (bodem van rivier/zee). Skelet en tanden blijven intact. Hoge druk versteent sediment. In water opgeloste mineralen dringen resten binnen en vervangen origineel materiaal. 
  • Verdroging: Snel uitdrogen van een dood organisme in een droge omgeving heeft een conserverende werking, want micro-organismen kunnen niet leven zonder water. 
  • Lage temperatuur Ook kou conserveert. 
  • Lage pH en zuurstofgebrek De zure en zuurstofarme omstandigheden in veenmoerassen zijn ongunstig voor bacteriën. Dat remt de afbraak van dode lichamen. 
  • Opsluiten in barnsteen:  Barnsteen is afkomstig van de gestolde hars van naaldbomen. I.
timer
2:00
Verstening
Verdroging
Lage temp.
Lage pH en O2
Barnsteen
Mineralen
Hoge druk
Veenmoeras
Naaldbomen
Zee
Woestijn
Tirol

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

Gidsfossielen
"Fossielen met een grote geografische verspreiding die slechts een beperkte tijd hebben bestaan."

Helpen (relatieve) leeftijd te bepalen van een aardlaag.
Meer gidsfossielen = betrouwbaarder. 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

C14-methode
  • Koolstof-isotoop uit dampkring
  • Halveringstijd 5370 jaar
  • 14C:12C bepaalt leeftijd

Slide 10 - Slide

Elementen worden ingedeeld naar het aantal protonen in de atoomkern. En van alle elementen bestaan varianten met een verschillend aantal neutronen in de kern. Zo'n variant heet een isotoop.
Verwante lichaamsbouw
Linneaus (1707-1788) onderscheidt twee typen overeenkomsten in lichaamsbouw:
  • Homoloog
  • Analoog

Slide 11 - Slide

Elementen worden ingedeeld naar het aantal protonen in de atoomkern. En van alle elementen bestaan varianten met een verschillend aantal neutronen in de kern. Zo'n variant heet een isotoop.
Missing links
"Fossiele overgangsvormen"
Aanwijzingen voor gemeenschappelijke voorouders.

Slide 12 - Slide

Elementen worden ingedeeld naar het aantal protonen in de atoomkern. En van alle elementen bestaan varianten met een verschillend aantal neutronen in de kern. Zo'n variant heet een isotoop.
Homologe structuren






Gelijk bouwplan maar verschillende functie. 

Slide 13 - Slide

Elementen worden ingedeeld naar het aantal protonen in de atoomkern. En van alle elementen bestaan varianten met een verschillend aantal neutronen in de kern. Zo'n variant heet een isotoop.
Analoge structuren






Verschillend bouwplan maar gelijke functie.

Slide 14 - Slide

Elementen worden ingedeeld naar het aantal protonen in de atoomkern. En van alle elementen bestaan varianten met een verschillend aantal neutronen in de kern. Zo'n variant heet een isotoop.
Rudimentaire organen
"Organen die over tijd hun functie verloren hebben."

Slide 15 - Slide

Elementen worden ingedeeld naar het aantal protonen in de atoomkern. En van alle elementen bestaan varianten met een verschillend aantal neutronen in de kern. Zo'n variant heet een isotoop.
Wat ga je doen? 
Maak opdracht 3, 4, 5 en 6 van 7.3

Let op: dit is geen huiswerk en moet dus deze les afkomen!

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

timer
0:30
Rudimentaire organen

Slide 17 - Mind map

Opdracht 3:
De mens kent rudimentaire lichaamsdelen, zoals de verstandskiezen en staartwervels. Noem twee andere voorbeelden van rudimentaire lichaamsdelen bij de mens. 
Testvragen §1

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Er zijn veel theorieën over het ontstaan van het leven. Zet de volgende theorieën op chronologische volgorde. Begin met de theorie die het langst geleden is ontstaan.
Neodarwinistische theorie
Creationisme
Evolutietheorie van Darwin
Evolutietheorie van De Lamarck
Catastrofetheorie

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

De neodarwinistische theorie gaat uit van een aantal stappen. Zet deze stappen in de juiste volgorde.Wat is de juiste volgorde van deze stappen?
De nakomeling heeft grotere overlevingskansen
Een geslachtscel bevat een gemuteerd gen
Steeds meer nakomelingen hebben de gunstige eigenschap
Een langer leven leidt tot meer nakomelingen
De nakomeling heeft een veranderde eigenschap

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Met DNA-onderzoek bij verschillende bevolkingsgroepen kan onderzocht worden waar de moderne mens is ontstaan.

Welk DNA is minder geschikt omdat beide ouders dit DNA doorgeven aan hun nakomelingen?
A
X-chromosomaal DNA
B
Y-chromosomaal DNA
C
Gemuteerd DNA
D
Mitochondriaal DNA

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Testvragen §2

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Wat zijn belangrijke voorwaardes voor evolutie?
(Meerdere antwoorden mogelijk)
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongelijk aantal nakomelingen
C
Selectiedruk
D
Variatie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Darwin worstelde met het gebrek aan kennis over de oorzaak van variatie tussen individuen.
Wat is een andere oorzaak van variatie tussen individuen dan recombinatie?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Alle populaties zijn onderhevig aan verandering: stilstaan in de evolutie betekent uitsterven. Bijvoorbeeld: als prooidieren sneller kunnen rennen, zullen ze niet meer snel ten prooi vallen aan roofdieren. Veel roofdieren zullen sterven en alleen de allersnelste roofdieren zullen de prooien nog kunnen vangen. Hoe noem je deze evolutionaire wapenwedloop?

Slide 25 - Open question

This item has no instructions