Leerpad

Leerpad autisme 
Het doel van dit leerpad is de leerstof nog eens te herhalen na de lessenreeks over autisme. 
Doorloop het leerpad aan het einde van de les autisme of voor de toets. Volgende les is er een toets, dit leerpad helpt je om de leerstof te herhalen. 
Raadpleeg de cursus indien nodig tijdens het leerpad.  

1 / 20
next
Slide 1: Slide
OpvoedkundeSecundair onderwijs

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Leerpad autisme 
Het doel van dit leerpad is de leerstof nog eens te herhalen na de lessenreeks over autisme. 
Doorloop het leerpad aan het einde van de les autisme of voor de toets. Volgende les is er een toets, dit leerpad helpt je om de leerstof te herhalen. 
Raadpleeg de cursus indien nodig tijdens het leerpad.  

Slide 1 - Slide

Wat ga ik doen? 
Je krijgt 4 soorten oefeningen over het lesonderwerp autisme. 
- Invulvraag
- Meerkeuzevraag
- Opsomvraag
- Sleepvraag 

Tijd nodig om het leerpad te doorlopen: 15 -20 minuten 

Slide 2 - Slide

Wat kan ik straks?
1. Benoemen welk soort stoornis autisme is. 
2. Uitleggen wat er wordt bedoeld met de begrippen:  andere informatieverwerking, informatiestorm en co-morbiditeit.
3. Verschillende meerwaarden opnoemen van het sociaal netwerk voor een persoon met ASS.
4. De dyade en onderverdeling per basiskenmerk  herkennen in een oefening.
5.  De volledige benaming geven van ASS 
6: Benoemen waarom het woord spectrum wordt gehanteerd. 

Slide 3 - Slide

Welk woord zoeken we? 

Slide 4 - Slide



Er komen nu enkele invulvragen.
Vervang "..." door het juiste woord.
Ca. 4-5 minuten 

Slide 5 - Slide

Autisme is een ...stoornis in de ...

Slide 6 - Open question

ASS =... (volledige naam)

Slide 7 - Open question

Mensen met autisme ervaren heel veel prikkels soms komt dit over als een ...?

Slide 8 - Open question

Blijven hangen bij delen en geen geheel zien noemen we ...?

Slide 9 - Open question

Een andere naam voor de twee kernproblemen: ...?

Slide 10 - Open question

Je hebt enkele begrippen opnieuw ingeoefend. 
Nu gaan we over tot enkele meerkeuzevragen. 
!!Let op, soms zijn er verschillende antwoorden correct, zoek naar de meest correcte optie. !!
Ca. 2-3 minuten

Slide 11 - Slide

Welk woord hoort niet thuis bij autisme?
A
Dyade
B
Aangeboren
C
Informatie"storm"
D
Dezelfde informatie verwerking

Slide 12 - Quiz

Autisme komt regelmatig voor in combinatie met andere beperkingen?
A
Juist
B
Fout
C
Juist, dat heet co-morbiditeit
D
Fout, ASS is enkelvoudig

Slide 13 - Quiz

"AutismeSPECTRUMstoornis"
Geef de best passende omschrijving.
A
Er zijn verschillende vormen van autisme en die uiten zich op een bepaalde manier
B
Autisme uit zich op dezelfde manier
C
Autisme uit zich niet op dezelfde manier

Slide 14 - Quiz

We weten dat het sociaal netwerk een heel belangrijke rol kan spelen voor een persoon met ASS. 
Weet jij nog welke voordelen precies?
 !!Geef er minstens 4 !!
Vul in op de volgende slide. 
Ca. 2 minuten

Slide 15 - Slide

Geef enkele voordelen van het sociaal netwerk
voor een persoon met ASS

Slide 16 - Mind map

DSM 5 criteria
De DSM-5 classificeert stoornissen op basis van criteria die van toepassing zijn voor een bepaalde stoornis.
Voorbeeld van AUTISME: "A Blijvende tekortkomingen in de sociale communicatie en sociale interactie in uiteenlopende situaties"
Link in de volgende opdracht het juiste voorbeeld met het juiste kenmerk. Ca. 3-4 minuten.

Slide 17 - Slide

Tekortkomingen in de sociaal-emotionele wederkerigheid

Tekortkomingen in het non-verbaal communicatieve gedrag

Tekortkomingen in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van relaties
"Ik heb al enkele scripts geleerd"
Casus: Laura vraagt aan haar vriendin “Wat is dat toch met Kiara, als ik tegen haar praat kijkt ze me nooit aan?!”.

Casus: Lisa en Sara komen zo goed overeen. Ze doen alles samen. "Ik hoor er niet bij". "Ik ben graag op mezelf, ik heb niemand nodig".  

Slide 18 - Drag question

Stereotiep(e) of repetitieve motorische bewegingen, gebruik van voorwerpen of gesproken taal 
Hardnekkig vasthouden aan hetzelfde, inflexibel gehecht zijn aan routines of geritualiseerde patronen van verbaal of non-verbaal gedrag.

Zeer beperkte, gefixeerde interesses die abnormaal intens of gefocust zijn

 Hyper- of hypo-reactiviteit op zintuiglijke prikkels of ongewone belangstelling voor de zintuiglijke aspecten van de omgeving
Wanneer Leo bezig is met zijn vliegtuigjes dan kan ik hem niet onderbreken. Hij kan er uren mee spelen.
De kamer van Thomas is aangepast. Dimmende lichten, dempende muren en 1 kleur op de muren. 

Slide 19 - Drag question

GOED GEDAAN!
Je bent op het einde gekomen van het leerpad. Via het leerpad heb je de belangrijkste inhouden van de lessenreeks autisme herhaald.
!!Enkel het leerpad vervolledigen is niet genoeg voor de toets.!! Bekijk en bestudeer zeker nog de  theorie in cursus voor de toets. 
Zijn er nog onduidelijkheden: contacteer mij via smartscool. 

Slide 20 - Slide