Herhalen ecologie en mens&milieu

Herhalen ecologie en mens&milieu
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Herhalen ecologie en mens&milieu

Slide 1 - Slide

Welk van de volgende is een biotische factor?
A
Zand
B
Predator
C
Water
D
Lucht

Slide 2 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een abiotische factor?
A
Predator
B
Concurrent
C
Zonlicht
D
Voedsel

Slide 3 - Quiz

Wat houdt symbiose in?
A
Een competitieve relatie tussen verschillende soorten.
B
Een willekeurige interactie tussen verschillende soorten.
C
Een tijdelijke samenwerking tussen verschillende soorten.
D
Een langdurige en nauwe samenlevingsvorm tussen verschillende soorten.

Slide 4 - Quiz

Wat is mutualisme?
A
Een relatie waarbij de ene soort profiteert zonder schade toe te brengen aan de andere soort.
B
Een relatie waarbij geen van de soorten profiteert.
C
Een relatie waarbij beide soorten profiteren.
D
Een relatie waarbij de ene soort profiteert ten koste van de andere soort.

Slide 5 - Quiz

Wat kenmerkt commensalisme?
A
Een relatie waarbij beide soorten schade ondervinden.
B
Een relatie waarbij de ene soort profiteert ten koste van de andere soort.
C
Een relatie waarbij beide soorten profiteren.
D
Een relatie waarbij de ene soort profiteert zonder schade toe te brengen aan de andere soort.

Slide 6 - Quiz

Wat is parasitisme?
A
Een relatie waarbij de ene soort profiteert ten koste van de andere soort.
B
Een relatie waarbij geen van de soorten profiteert.
C
Een relatie waarbij beide soorten schade ondervinden.
D
Een relatie waarbij beide soorten profiteren.

Slide 7 - Quiz

Wat zijn mogelijke gevolgen van eutrofiëring?
A
Verhoogde vispopulatie
B
Verbetering van waterkwaliteit
C
Toename van biodiversiteit
D
Overmatige algenbloei en zuurstoftekort voor andere organismen

Slide 8 - Quiz

Welke processen zijn betrokken bij de stikstofkringloop?
A
Fotosynthese, fermentatie, verbranding en verdamping.
B
Transpiratie, absorptie, circulatie en excretie.
C
Fixatie, nitrificatie, denitrificatie en ammonificatie.
D
Erosie, sedimentatie, sublimatie en condensatie.

Slide 9 - Quiz

Hoe komt stikstof uiteindelijk beschikbaar voor planten?
A
Door de omzetting van organische stikstof naar nitraat.
B
Door verdamping van stikstofhoudende mineralen.
C
Door directe opname van stikstofgas uit de lucht.
D
Door de afbraak van nitraat naar organische stikstof.

Slide 10 - Quiz

Wat is een producent in de voedselketen?
A
Een organisme dat van dood materiaal leeft
B
Een plant die energie uit zonlicht haalt
C
Een schimmel die op rottend voedsel groeit
D
Een dier dat andere dieren eet

Slide 11 - Quiz

Welk organisme staat bovenaan de voedselketen?
A
Een insect
B
Een toppredator zoals een leeuw of haai
C
Een plant
D
Een herbivoor zoals een hert

Slide 12 - Quiz

Wat is de rol van een consument in de voedselketen?
A
Het eten van andere organismen
B
Het produceren van voedsel
C
Het omzetten van zonlicht in energie
D
Het afbreken van dood materiaal

Slide 13 - Quiz

Wat is een autotroof organisme?
A
Een organisme dat afhankelijk is van andere organismen voor voedsel.
B
Een organisme dat zijn eigen voedsel kan produceren.
C
Een organisme dat geen voedsel nodig heeft.
D
Een organisme dat alleen dierlijk voedsel eet.

Slide 14 - Quiz

Wat is een heterotroof organisme?
A
Een organisme dat alleen plantaardig voedsel eet.
B
Een organisme dat zijn eigen voedsel kan produceren.
C
Een organisme dat afhankelijk is van andere organismen voor voedsel.
D
Een organisme dat geen voedsel nodig heeft.

Slide 15 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een autotroof organisme?
A
Een leeuw
B
Een plant
C
Een paddestoel
D
Een mens

Slide 16 - Quiz