Hoofdstuk 8 paragraaf 1 herhaling

1 / 35
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Turkije hoort bij Azië.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Turkije hoort bij Europa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quiz

Turkije hoort bij Azië en Europa.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Welk klimaat heeft het Middellands Zeegebied?
A
Zeeklimaat
B
Droog klimaat
C
Landklimaat
D
Middellands Zee klimaat

Slide 12 - Quiz

Een Middellands Zeeklimaat heeft ....
A
Warme droge zomers en zachte vochtige winters
B
Warme zomers, koude winters en weinig neerslag
C
Korte, warme zomers en lange erg koude winters
D
Koele zomers, zachte winters en hele jaar neerslag

Slide 13 - Quiz

Welk klimaat heeft de Zwarte Zeekust?
A
Zeeklimaat
B
Droog klimaat
C
Landklimaat
D
Middellands Zee klimaat

Slide 14 - Quiz

Een landklimaat heeft ....
A
Warme droge zomers en zachte vochtige winters
B
Korte, warme zomers en lange erg koude winters
C
Warme zomers, koude winters en weinig neerslag
D
Koele zomers, zachte winters en hele jaar neerslag

Slide 15 - Quiz

Een zeeklimaat heeft ....
A
Warme droge zomers en zachte vochtige winters
B
Warme zomers, koude winters en weinig neerslag
C
Korte, warme zomers en lange erg koude winters
D
Koele zomers, zachte winters en hele jaar neerslag

Slide 16 - Quiz

Aan de Middellandse zeekust is het belangrijkste bestaansmiddel..........
A
Akkerbouw
B
Veeteelt
C
Toerisme
D
Visserij

Slide 17 - Quiz

Aan de Middellandse zeekust is ook veel......
A
Landbouw
B
Veeteelt
C
Toerisme
D
Visserij

Slide 18 - Quiz

Wat verbouwen de boeren in de landbouw op de kustvlakte?
A
meloenen, mandarijnen, frambozen
B
appels, peren, pruimen
C
meloenen, sinaasappels, mandarijnen
D
katoen, olijven, citrusvruchten

Slide 19 - Quiz

Wat is een hoogvlakte?
A
een gebied op een hoogte van 500 m
B
een vlak gebied op een hoogte van 500 m
C
een vlak of zachtgolvend gebied op een hoogte van meer dan 500 m
D
een vlak of zachtgolvend gebied op een hoogte van minder dan 500 m

Slide 20 - Quiz

Op de hoogvlakte verbouwen boeren met name:
A
Mais
B
Graan
C
Rijst
D
Aardappelen

Slide 21 - Quiz

Langs de Zwarte Zeekust wordt ...................... verbouwd.
A
Koffie
B
Suiker
C
Thee
D
Rijst

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Slide

Wat hoort niet bij de primaire sector?
A
Bouwbedrijven
B
Visserij
C
Olieplatforms
D
Bosbouw

Slide 24 - Quiz

De tertiaire sector is..?
A
Industriesector
B
Dienstensector
C
Landbouwsector
D
Sector voor onderwijs

Slide 25 - Quiz

Een voorbeeld van een beroep in de tertiaire sector is
A
Katoenplukker
B
Verkoopster in een kledingwinkel
C
Fabriek die kleding maakt.

Slide 26 - Quiz

Tertiaire sector = kantoorbanen, primaire sector = landbouw, secundaire sector = industrie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 27 - Quiz

De tertiaire sector wordt ook wel de dienstensector genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quiz

Een voorbeeld van een beroep in de tertiaire sector is
A
Katoenplukker
B
Verkoopster in een kledingwinkel
C
Fabriek die kleding maakt.

Slide 29 - Quiz

Wat is een ander woord voor de primaire sector?
A
diensten
B
landbouw
C
industrie

Slide 30 - Quiz

Wat is de primaire sector?
A
Landbouw en visserij
B
Industrie
C
Diensten
D
Kantoorwerk

Slide 31 - Quiz

Wat is de secundaire sector?
A
Industrie
B
Diensten
C
Landbouw
D
Commerciële dienstverlening

Slide 32 - Quiz

Wat hoort NIET bij de secundaire sector?
A
Bouw (bijv. huizen, wegen)
B
Ambacht (bijv. bakker, smid, schilder)
C
Fabrieken (bijv. autofabriek)
D
Grondstoffenwinning (bijv. olie oppompen)

Slide 33 - Quiz


Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll

Wat alles duidelijk? Is er nog iets waar je graag meer uitleg over hebt?

Slide 35 - Open question