Introductie Nederlands OZOschool

1 / 34
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Uitgangspunten
  • Flexibel: uitgaan van de leerbehoeften studenten
  • Actief op zoek naar deelnemers
  • Voorbereiden op mbo
  • Contextgericht
  • Toekomstgericht

Slide 3 - Slide

Mijn ideaal
  • Voorbereiden op toekomst
  • Metacognitie: studenten ook uitleggen hoe de processen werken
  • Synthesetekst belangrijk maar ook: lastig!

Slide 4 - Slide

Onderdelen
Deelnemers krijgen werkboekje met uitleg, tips e.d.

• Schrijven
• Lezen & Schrijven samen
• Spelling

Slide 5 - Slide

Hulpmiddelen
• Hulpmiddel taal om je eigen werk na te kijken
• Schema Werkwoordspelling
• Uitleg spelling nakijken op de computer
• Websites om leuke boeken te vinden

Slide 6 - Slide

Schrijven
Een aantal voorbeelden van Schrijfakademie:
• Weetje
• Advies
• Formulier maken
• Sprookje
• Zeer Kort Verhaal (ZKV’tje)

Slide 7 - Slide

Synthesetekst
Is het schrijven van een tekst uit bronnen.
Niet alleen als product, ook als studievaardigheid van groot belang.
Wordt bijna niet geleerd op school, zeker niet vmbo!
Module aangepast voor onze groep, maar let goed op niveau deelnemer.

Slide 8 - Slide

Spelling
Om basis te versterken.
Liefst aan begin als deelnemers erom vragen.
MAAR: toewerken naar spellen in actie vanwege transfer.

Slide 9 - Slide

Schrijven

Slide 10 - Slide

Schrijfproces
Ideale situatie
Ervaren schrijvers

Slide 11 - Slide

Lezen

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Coaches
Wat hebben jullie nodig?
Is dit voldoende?

Slide 14 - Slide

Jullie ervaringen
Eerst wat quizvragen over jullie ervaringen en waar jullie nu staan. 

Slide 15 - Slide

Ik weet niet goed hoe ik het aan moet pakken als ik een schrijfopdracht krijg.
A
Eens
B
Oneens

Slide 16 - Quiz

Ik heb het gevoel dat alles definitief is wat ik opschrijf, dat het perfect moet zijn en dat remt mij.
A
Eens
B
Oneens

Slide 17 - Quiz

Ik vind het lastig om de juiste schrijfstijl te gebruiken in verschillende soorten teksten.
A
Eens
B
Oneens

Slide 18 - Quiz

Ik weet niet goed welke informatie in welk tekstdeel (inleiding, samenvatting, conclusie etc. ) moet staan.
A
Eens
B
Oneens

Slide 19 - Quiz

Ik kan vaak niet op het juiste woord of de juiste formulering komen.
A
Eens
B
Oneens

Slide 20 - Quiz

Ik zit altijd heel lang op de eerste zin te ploeteren.
A
Eens
B
Oneens

Slide 21 - Quiz

Ik vind het lastig mijn mening duidelijk te verwoorden en die te onderbouwen met argumenten.
A
Eens
B
Oneens

Slide 22 - Quiz

Wat viel op?
Wat viel op aan jullie antwoorden?

Slide 23 - Slide

Achtergrondkennis
Nu ga ik uitleggen hoe het schrijfproces eigenlijk werkt. Wat gebeurt er in je hoofd? 

Slide 24 - Slide

Herhaling
Het schrijfproces gaat niet van A naar B. 
Het wisselt elkaar af. Je herschrijft tijdens het schrijven soms al, of je verandert de planning. Het stuk zelf heeft hier ook invloed op; je krijgt ideeën & inzichten.

Slide 25 - Slide

Voorbeelden zien
Hoe bereiden zij zich voor? 

Na het kijken ga ik jullie vragen om te vertellen WIE het beste het schrijven voorbereidde en WAT die persoon dan deed. Maak aantekeningen tijdens het kijken :-)

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video

Overleg
Overleg in tweetallen over de WIE en WAT. Je krijgt er zo quizvragen over; die moet je in kunnen vullen. Als je het niet snapt, kun je vragen stellen. 

Je krijgt 3 minuten de tijd om te overleggen. Daarna krijg je de quizvragen. Als je klaar bent, denk je vast na over HOE je het zo gaat uitleggen.
timer
3:00

Slide 28 - Slide

Wie van de twee bereidt het schrijven het beste voor?
A
Michelle
B
Sam

Slide 29 - Quiz

Wat deed deze persoon om het schrijven goed voor te bereiden?
Je kunt allerlei dingen noemen.
timer
3:00

Slide 30 - Open question

Wat valt op? 
Wat noemen jullie allemaal veel?
Wat vonden jullie verrassend?

Slide 31 - Slide

Analyse
We kijken nu wat een docent vond dat de twee voorbeelden goed en fout deden. Schrijf op wat ze goed vond gaan.

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Goede voorbereiding
  • Op tijd beginnen.
  • Je analyseert de opdracht: lengte, inhoud, lay-out...
  • Je bedenkt voor welk publiek de tekst is bedoeld.

Slide 34 - Slide