Positive into negative

• Engels
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 1

Aims

At the end of this lesson:

- You can turn a positive sentence into a negative

- You know how to form it

Hoe maak je iets negatief? Welk woord voeg je dan toe?

Negative 

'Saying no' - gaat over een bevestigende zin ontkennend maken. Hiervoor voeg je het woordje 'not' toe.

Bij de werkwoorden to be, have, of hulpwerkwoord zoals can/may. Doe je werkwoord + not

• Isn't/aren't/wasn't/weren't
• Haven't/hasn't/hadn't
• Can't/couldn't

Ontkennend

Verdere ontkenningen moet je do/does/did toevoegen

Do wordt dus do + not (do not / don’t)

Does wordt dus does + not (does not / doesn’t)

Did wordt dus did + not (did not / didn't)

LET OP! Als er een vorm van ‘to be’, ‘to have got’, ‘can’ in staat, dan gebruik je geen vorm van to do maar maak je die vorm dus negatief (door not toe te voegen).

Example

Geen vorm van to be/have got/hww?

• I visited the grand canyon.
• I didn't visit the grand canyon

• She has tickets for the concert.
• She doesn't have tickets for the concert.

Maak de volgende zin ontkennend:
Luis is able to swim

1. Luis does is able to swim
2. Luis doesn't able to swim
3. Luis don't able to swim
4. Luis isn't able to swim

Maak de volgende zin ontkennend
She works at a school

Maak de volgende zin ontkennend:
My parents have got two children

Maak de volgende zin ontkennend:
You have soccer at 8 p.m.

Maak de volgende zin ontkennend:
My dad worked at a factory

Aims

At the end of this lesson:

- You can turn a positive sentence into a negative

- You know how to form it

En, snap je alles?

1. Ja
2. Nee
3. Na extra oefenen wel