Le mercredi 25 janvier (H3c-s04)

BONJOUR H3C et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

BONJOUR H3C et BIENVENUE!
Bonjour
et 
bienvenue!!

Slide 1 - Slide

Doelen van de les: 
- Ik heb geoefend met de woorden van app 4.
- Ik heb het huiswerk nagekeken.
- Ik heb kennis gemaakt met de bijwoorden in het Frans.
- Ik heb gewerkt aan mijn luistervaardigheid.



Slide 2 - Slide

Vertaal: le métier
A
de stuntman
B
het wapen
C
de waaghals
D
het beroep

Slide 3 - Quiz

Vertaal: la natation
A
het zwemmen
B
het rennen
C
het lopen
D
het kruipen

Slide 4 - Quiz

Vertaal: soi-même
A
zelfs
B
dezelfde
C
zichzelf
D
hetzelfde

Slide 5 - Quiz

Vertaal: au contraire
A
maar
B
daarentegen
C
toch
D
ondanks

Slide 6 - Quiz

Nakijken huiswerk
- 8A tot met 8E
- Vragen over de stof?

Slide 7 - Slide

Wat zijn bijvoeglijke naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 8 - Quiz

Een bijvoeglijk naamwoord....
A
zegt iets over een zelfstandig naamwoord
B
zegt iets over een werkwoord

Slide 9 - Quiz

Herhaling: BN

Slide 10 - Slide

Het bijwoord

Slide 11 - Slide

Bijwoord (1)
Wat is het verschil tussen een bijvoeglijk naamwoord en een bijwoord?

Exemple:
Een beleefde jongen.            Un garçon poli.
Hij groet beleefd.               Il salue poliment.

Slide 12 - Slide

Bijwoord (2)
Een bijwoord zegt iets over:
- een werkwoord          il skie bien
- een bijvoeglijk nw              un très bon skieur
- een ander bijwoord        il skie vraiment bien


Slide 13 - Slide

Bijwoord (3)
Hoe maak je een bijwoord in het Frans?
Gebruik het bijvoeglijk naamwoord!

1) Eindigt het bijv. nw op een klinker?
 bijv. poli > poliment
2) Eindigt het bijv. nw op een medeklinker?
bijv. lent > lente > lentement


Slide 14 - Slide

Wat is het juiste bijwoord?
vrai > ......

Slide 15 - Open question

Wat is het juiste bijwoord?
heureux > ......

Slide 16 - Open question

Wat is het juiste bijwoord?
créatif > ......

Slide 17 - Open question

Wat is het juiste bijwoord?
aimable > .........

Slide 18 - Open question

Bijwoord (5)
Let op de volgende uitzonderingen:
Un bon photographe > Il photographie bien                (goed)
Un mauvais photographe > Il photographie mal          (slecht)
Un meilleur photographe > Il photographie mieux       (beter)
rapide ==> vite (snel)
long ==> longtemps (lang van tijd)
Hier is het bijwoord dus zonder '-ment'

Slide 19 - Slide

Sleep de woorden naar de goede plek!
goed
slecht
beter
mal
bon
mieux
meilleur
bien
mauvais

Slide 20 - Drag question

Et maintenant
- Ecouter: 9-12-13-14 
- Apprendre 5

Slide 21 - Slide

Les devoirs
Faire (maken)
- finir écouter
Apprendre (leren):
- apprendre 5 (het bijwoord)
Ammener (meenemen)
- opgeladen chromebook, boek en oortjes!

Slide 22 - Slide