hv1q woe 9 feb - 1

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!
Wat heb je nodig?
  • Lesboek 
  • Schrift
  • Pen (ja, een potlood mag ook)
  • Je eigen leesboek
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 10 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Telefoon in de telefoontas? Pak je spullen!
Wat heb je nodig?
  • Lesboek 
  • Schrift
  • Pen (ja, een potlood mag ook)
  • Je eigen leesboek

Slide 1 - Slide

Wat nu?
De regels in het lokaal:
  • Als ik praat zijn jullie stil
  • Als je een vraag hebt, steek je je hand op
  • We laten elkaar uitpraten
  • Er wordt niet gegooid met spullen
  • We laten het lokaal netjes achter (!)

Slide 2 - Slide

Wat nu?
Als je het lastig vindt om je hieraan te houden:
  • 1e keer je naam noemen = een waarschuwing
  • 2e keer je naam noemen = je naam op het bord
  • 3e waarschuwing = een streepje achter je naam
    -> andere plek in het lokaal
  • 4e waarschuwing = twee streepjes achter je naam 
    -> tekst overschrijven in eigen tijd. Niet gemaakt? Uur nablijven.

Slide 3 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?

  • Jullie lezen in je leesboek (leg je schrift op de hoek van je tafel,
     ik kijk of je het huiswerk gemaakt hebt)
  • We kijken de opdrachten na
  • Herhaling? 
  • We maken een extra opdracht over lezen

Slide 4 - Slide

Tijd om te lezen

Pak je boek erbij

We lezen in stilte

Slide 5 - Slide

Nakijken
Wat? Je kijkt de gemaakte opdrachten na met behulp
van een antwoordenblad
Hoe? 5 min. zelfstandig en stil. Na 5 min. mag je fluisterend overleggen.
Hulp? Lees de antwoorden of je boek. Lukt het niet, steek je hand op.
Tijd? 10 minuten.
Resultaat? We bespreken straks de opdrachten. 
Klaar? Dan maak je opdracht 3 op p. 111-112
timer
10:00

Slide 6 - Slide

Elfje
Een elfje is een gedicht van elf woorden, verdeeld over 5 regels.
Je kiest een woord, een kleur, een plaatsnaam, een persoonsnaam, een dier...
Dan volg je onderstaand stappenplan:

Regel 2: een woord dat spontaan bij je opkomt bij woord 1;
Regel 3: 3 woorden waarbij bij voorkeur een plaats;
Regel 4: 4 woorden waaronder een werkwoord;
Regel 5: woord 11, een krachtig woord als samenvatting van je emotie bij het hele gedichtje.

Slide 7 - Slide

Elfje
VLINDER
ZO MOOI
AL DIE KLEUREN
FLADDEREN IN HET ROND
BLIJ

geel
de ogen
in het donker
zijn het misschien kattenogen
miauw

Slide 8 - Slide

Weet je 't nog?

  • Inleiding
  • Slot
  • Hoofdgedachte
  • Tekstverbanden
  • Signaalwoorden 
Filmpje

Slide 9 - Slide

Aan de slag!
Wat? Je maakt de extra opdracht
Hoe? 5 min. zelfstandig en stil.
Na 5 min. mag je fluisterend overleggen.
Hulp? Lees je boek of bekijk het schema. Lukt het niet, steek je hand op.
Tijd? 15 minuten.
Resultaat? Dit is huiswerk voor na de vakantie, dan gaan we het bespreken
timer
10:00

Slide 10 - Slide