6. Kunst Drama: status + speelstijlen

1 / 45
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 8 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Drama theorie M3
Les 6
Status & Speelstijlen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Link

1. Terugblik begrippen met Zina:
- Spelgegevens
- Emoties scene?
- Non verbale expressie?
- Verbale expressie?

Slide 4 - Mind map

Vandaag

1. Terugblik 
2. Speelstijlen
3. Status
4. Opdracht status
5. Oefenvragen status 
6. Herhalen begrippen 
7. Afsluiting



Slide 5 - Slide

Leerdoelen
  • Ik kan drie speelstijlen uitleggen en herkennen
  • Ik kan uitleggen wat status betekent en het verschil tussen hoge en lage status beschrijven.
  • Ik kan verschillende kenmerken van hoge en lage status benoemen, zoals houding, stemgebruik en gedrag.
  • Ik kan uitleggen hoe de status van een personage tijdens een scène kan veranderen en welke technieken daarvoor gebruikt worden.

Slide 6 - Slide

2. Speelstijlen  
De acteur kan emoties via mimiek,houding, beweging en stem in verschillende groottes spelen.   
  
1️⃣ Naturel spel  
2️⃣ Realistisch spel  
3️⃣ Typematig spel 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Wat was het verschil in spel tussen deze twee video's? Benoem waaraan je dat hebt gezien.

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Video

Dit is typematig spel, noem drie elementen van spel die de acteurs toepassen, waardoor het typematig wordt.

Slide 12 - Open question

2

Slide 13 - Video

Slechte scène
Dit is een voorbeeld van een slechte scène. Kijk er goed naar en vertel waarom dit een slecht gespeelde scène is.

Slide 14 - Slide

Benoem wat dit zo'n slechte scène maakt. Benoem alleen het spel.

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Link

Verderkijken Zina:
Wat voor speelstijl zie je in deze scene?

Slide 17 - Mind map

3. Status

Slide 18 - Slide

Wat zie je in volgende video? Probeer te beschrijven wat je ziet?

Slide 19 - Mind map

Slide 20 - Video

Status
Status gaat over je positie ten opzichte van de ander.

Door een verschil in status tussen personages op te zoeken, ontstaat er interactie. Wanneer je bijvoorbeeld twee koninginnen tegenover elkaar hebt staan, die constant gelijk aan elkaar zijn wat betreft status, dan ontstaat er waarschijnlijk een vrij saaie scène.

Slide 21 - Slide

Er zijn verschillende signalen waarop je een status kunt beoordelen. Signalen van een lage status zijn bijvoorbeeld:

jezelf klein maken
onrustige ademhaling
onzekere manier van praten
de ander niet aan durven kijken
niet stevig op twee benen staan
En signalen van een hoge status:

veel ruimte innemen
grote gebaren maken
diep in- en uitademen
duidelijke, rustige manier van praten
lang oogcontact

Slide 22 - Slide

Verder kijken Zina.
Wie heeft in deze scene hoge status?
En wie heeft hoge status?
Hoe zie je dit in het spel?

Slide 23 - Mind map

Slide 24 - Link

Verder kijken Zina.
Wie heeft in deze scene hoge status?
En wie heeft hoge status?
Hoe zie je dit in het spel?

Slide 25 - Mind map

Startopdracht Status
Bedenk in 2-talln een scene (= spelgegevens) waar de status tussen twee of meerdere personage duidelijk wordt.


timer
7:00

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Video


Geef aan ofhet kleine meisje een hoge of lage status heeft ten opzichte van de directeur. Benoem hierbij wat je ziet in hun houding.

Slide 28 - Open question

Waaraan zie je dat de directeur een hoge status heeft? Benoem zijn bewegingen in je antwoord.

Slide 29 - Open question

Slide 30 - Video

Wie heeft hier hoge status? En wie lage status?

Slide 31 - Open question

4. Opdracht Status
Ga verder met je bedachte scene

Voeg nog 2 personages toe. 1 met een hoge status, 1 met een lage status


timer
7:00

Slide 32 - Slide

Presenteren opdracht
Presenteer je bedachte scene

Denk aan je (non)verbale expressie

Slide 33 - Slide

Wat is status?
A
Machtsverhouding tussen 2 of meer spelers.
B
Hoe een personage erbij loopt
C
Hoe een rol zich verhoudt tot de ander
D
Essentieel op social media

Slide 34 - Quiz

5. Oefenvragen
Maak de oefenvragen van de Gelaarsde Kat

Slide 35 - Slide

Kenmerken hoge en lage status?

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Video

In het vorige fragment zag je een scene uit De Gelaarsde Poes waar zowel de hoge status, als de lage status wordt gespeeld.
Welk personage heeft de hoge status en welke personage in de lage status?

Slide 38 - Open question

Benoem twee aspecten hoe de lage status in het fragment duidelijk wordt in het spel? Betrek in je antwoord een emotie en beweging/handeling.

Slide 39 - Open question

Benoem twee aspecten hoe de hoge status in het fragment duidelijk wordt in het spel? Betrek in je antwoord mimiek en houding.

Slide 40 - Open question

6. Herhalen begrippen
  1. Wat is theater? Leg dit uit in je eigen woorden.
  2. Wat is een acteur? Leg uit.
  3. Wat is een personage? Leg uit.
  4. Wat is de rol van een regisseur bij een theatervoorstelling? Leg uit.
  5. Wat zijn theatrale middelen?
  6.  Noem drie theatrale middelen en geef van alledrie een voorbeeld.
  7. Hoe kan een acteur een personage vormgeven? Noem twee onderdelen.
  8. Geef een voorbeeld van een transformatie van een acteur.
  9. Wat is improvisatie? Leg uit.



Slide 41 - Slide

Check leerdoelen
  • Ik kan drie speelstijlen uitleggen en herkennen
  • Ik kan uitleggen wat status betekent en het verschil tussen hoge en lage status beschrijven.
  • Ik kan verschillende kenmerken van hoge en lage status benoemen, zoals houding, stemgebruik en gedrag.
  • Ik kan uitleggen hoe de status van een personage tijdens een scène kan veranderen en welke technieken daarvoor gebruikt worden.

Slide 42 - Slide

Noem 3 dingen die je vandaag hebt geleerd

Slide 43 - Open question

Noem 1 ding waar je nog vragen over hebt

Slide 44 - Open question

Eindslide.

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 45 - Slide