3 - 5 juni Leesvaardigheid les 5 en 6

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

T H 2 M

3  juni

Welkom 

Schrift, reader. mindmap en gedicht/rap op tafel

 

Leerdoel

• kernzinnen leren vinden in een tekst
• hiervan een samenvatting leren maken
• herhaling tekstverbanden
• Tekststructuren herkennen

Startopdracht

• Schrijf een zin met een voorwaardelijk tekstverband
• Schrijf een zin met een doel-middel tekstverband
• Noem een tekstsoort met activerend tekstdoel



• Noem drie nadelen van ultra fast fashion
• Geef een synoniem: Het is natuurlijk de intentie van grote modemerken dat je zo veel mogelijk kleding koopt. 

Startopdracht

• Als je dit schrijft, heb je voldaan aan de opdracht.
• Je oefent met tekstverbanden om te beter te herkennen.
• Advertentie, uitnodiging, oproep



• lage lonen voor arbeiders, slechte kwaliteit, milieuvervuiling
• Geef een synoniem: Het is natuurlijk de bedoeling/ het doel van grote modemerken dat je zo veel mogelijk kleding koopt. 

Huiswerk

• Plenda 3 juni: mindmap en rap/gedicht inleveren
• Tekst Voetbalshirt lezen, moeilijke woorden en vragen 1 t/m 5

Moeilijke woorden?

Woordenschat tekst 3

• het onderspit delven: verliezen, overwonnen worden
• afschrijven: in de ban doen, niet meer rekenen op
• in de kinderschoenen staan: nog niet volwaardig zijn, het is de beginfase
• Sommige merken schermen met: op een opschepperige manier een argument gebruiken
• het is een druppel op een gloeiende plaat: het draagt nauwelijks bij, het is klein en onbeduidend

Vragen

• 1. Wat is het onderwerp van de tekst?
• 2. Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?
  


• 3. Wat is het voornaamste tekstdoel?
  
• 4. Wat zijn de problemen bij voetbalshirts?
  
• 5. Noteer een vraag die je over deze tekst kan stellen

Antwoorden

1. Deze tekst gaat over microplastics in sportshirts.  
2. De hoofdgedachte van deze tekst is dat sportshirts door microplastics grote negatieve impact op het milieu hebben.
3. Het tekstdoel van deze tekst is informeren.
4. De problemen zijn: door de nylon logo's en kleurstoffen is gewoon recyclen moeilijk, dat moet dus chemisch, terwijl chemisch recyclen nog in de kinderschoenen staat. Daarnaast geven de shirts veel microplastics af.
5. .....

Kernzinnen

Selecteer op de volgende slide de belangrijkste zin per alinea

Theorie leesvaardigheid Hst 5

Twee soorten samenvattingen

• Schematisch: samenvatting in steekwoorden en een schematisch overzicht. Voor welke vakken?
• Beknopt: samenvatting van de tekst in hele zinnen. Je gebruikt signaalwoorden en verwijswoorden: zo kan ook iemand die de basistekst niet gelezen heeft, de samenvatting begrijpen. Voor welke vakken?
• Hoofdzaken: haal je eenvoudig uit tekststructuur

Vier vaste tekststructuren

• Verklaringsstructuur: verschijnsel => oorzaken, gevolgen, verklaringen (bv: broeikaseffect)
• Voor- en nadelenstructuur: voor- en nadelen van een bepaald onderwerp (bv: een nieuw dieet)
• Probleem-oplossingsstructuur: verschillende oplossingen voor een bepaald probleem (bv: voetbalgeweld)
• Conclusie-argumentenstructuur: tekst met argumenten waarna een conclusie volgt (bv: iedereen moet verplicht tweedehands kleding kopen)

Welke tekststructuur?

1. Tekst over de zin en onzin van wegwerpbekertjes
2. Tekst over het ontstaan van vulkaanerupties
3. Tekst over waarom het duidelijk is dat smartphones weg moeten uit het basisonderwijs. 
4. Tekst over de e-bike om files te bestrijden.

a) verklaringsstructuur

b) voor- en nadelenstructuur

c) probleem-oplossing-structuur

d) conclusie-argumentenstructuur

Welke tekststructuur?

1. Tekst over zin en onzin van wegwerpbekertjes
2. Tekst over het ontstaan van vulkaanerupties
3. Tekst over waarom het duidelijk is dat  smartphones weg moeten uit het basisonderwijs. 
4. Tekst over de e-bike om files te bestrijden.

a) Tekst 2: verklarings-structuur

b) Tekst 1: voor- en nadelenstructuur

c) Tekst 4: probleem-oplossing-structuur

d) Tekst 3: conclusie-argumentenstructuur

Hebben alle teksten een vaste tekststructuur? 

....Welke vragen heb je nog? 

Zelfstandig werken

• Markeer de kernzinnen uit de tekst Voetbalshirts. Vergelijk dan met die van je buur/buren. Welke verschillen zie je? Wat is nu echt de kern?


• Leesvaardigheid 5.3 Talent: tekst 1, opdracht 5 t/m 8
• Nieuwe roman (min. niveau 2) meenemen

T H 2 M

5  juni

Welkom 

Leesboek mee en lezen

 

Leerdoel

• kernzinnen leren vinden in een tekst
• hiervan een samenvatting leren maken
• herhaling tekstverbanden
• tekststructuren
• lezen over klimaat, mode en duurzaamheid 

Huiswerk

• Markeer de kernzinnen uit de tekst Voetbalshirts tot aan "Sportshirts verloren". 
• Vergelijk dan met die van je buur/buren. Welke verschillen zie je? Wat is nu echt de kern?
• Leesvaardigheid 5.3 Talent: tekst 1, opdracht 5 t/m 8
• Nieuwe roman meenemen om te lezen in de klas (minimaal niveau. 2)

Tekststructuren 

Welke tekststructuur?

1. Tekst over zin en onzin van wegwerpbekertjes
2. Tekst over het ontstaan van vulkaanerupties
3. Tekst over waarom het duidelijk is dat  smartphones weg moeten uit het basisonderwijs. 
4. Tekst over de e-bike om files te bestrijden.

Welke tekststructuur?

1. Tekst over zin en onzin van wegwerpbekertjes
2. Tekst over het ontstaan van vulkaanerupties
3. Tekst over waarom het duidelijk is dat  smartphones weg moeten uit het basisonderwijs. 
4. Tekst over de e-bike om files te bestrijden.

a) Tekst 2: verklarings-structuur

b) Tekst 1: voor- en nadelenstructuur

c) Tekst 4: probleem-oplossing-structuur

d) Tekst 3: conclusie-argumentenstructuur

Vier vaste tekststructuren

• Verklaringsstructuur: verschijnsel => oorzaken, gevolgen, verklaringen (bv: broeikaseffect)
• Voor- en nadelenstructuur: voor- en nadelen van een bepaald onderwerp (bv: een nieuw dieet)
• Probleem-oplossingsstructuur: verschillende oplossingen voor een bepaald probleem (bv: voetbalgeweld)
• Conclusie-argumentenstructuur: tekst met argumenten waarna een conclusie volgt (bv: iedereen moet verplicht tweedehands kleding kopen).

Uitdrukkingen in het Nederlands met kleding erin. 

Welke ken jij?

"Tweedehands kleding steeds populairder"

Tekst havo actief lezen:

- pen/markeerstift in de hand

- moeilijke woorden onderstrepen

- belangrijke informatie onderstrepen

- daarna vragen beantwoorden

Wat heb je geleerd?

• ...
• Plenda: Hst. 5.3, opdracht 5 t/m 8  (tekst 1)