Python -les 2

Python
1 / 17
next
Slide 1: Slide
InformaticaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Python

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Quiz

Slide 3 - Slide

met welk python woord laat ik tekst op het scherm verschijnen?
A
input(...)
B
print(...)

Slide 4 - Quiz

Wat voor type variabele is de boolean?
A
voornaam = "Jan"
B
aantalAanwezig = 1
C
meisje="true"

Slide 5 - Quiz

Wat is geen juiste naam voor een variabele?
A
aantalMooieMeisjes
B
aantal_Mooie_Meisjes
C
mooieMeisjes
D
mooiMeisje

Slide 6 - Quiz

Wat wordt er na uitvoering op het scherm geprint?
getal1 = 13
getal2 = 4
getal2 = getal1
print(getal2)
A
getal2 = 13
B
getal1
C
getal2 = getal1
D
13

Slide 7 - Quiz

Wat wordt er na uitvoering allemaal op het scherm geprint?
voornaam = input("wat is je voornaam)
voornaam = "Jan"
print("Hoi Klaas!")
A
Wat is je voornaam?
B
Hoi Klaas!
C
Wat is je voornaam? Jan Hoi Klaas!
D
Wat is je voornaam? Hoi Klaas!

Slide 8 - Quiz

Wat gaan we doen?
  • idle opstarten, opslaan en uitvoeren (hoe zat het ook al weer)
  • string-substitutie

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Strings 
Een String is tekst in python
Je kunt in een String met behulp van %s 'waarden embedden', oftewel insluiten. Dit noemen we 'String substitutie' .

naam = "Soufian"
aantal = 25
zin = "%s, je moet %s strafregels schrijven"(
print(zin %(naam, aantal))

Slide 13 - Slide

Opdracht 1
Neem de volgende code over op 
Opdracht 1
We gaan beginnen met een eenvoudige zin, waarin we steeds 1 variabele vervangen dmv string-substitutie. Neem de code hieronder over.
voornaam = input("Wat is je voornaam?")
zin = "Hoi %s, wat fijn om je weer te zien."
print(zin %voornaam)

Slide 14 - Slide

Opdracht 1
Neem de volgende code over op 
Opdracht 2
We gaan nu 2 variabelen vervangen dmv string-substitutie. Neem onderstaande code over. Wat is het verschil?
voornaam = input("Wat is je voornaam?")
activiteit = input("Wat doe je dagelijks?")
zin = "Hoi %s, wat fijn om je weer te zien. Gaat het goed met jouw %s"
print(zin %(voornaam, activiteit))

Slide 15 - Slide

opdracht 3
Maak 4 verschillende variabelen:
  1. naam
  2. kleur
  3. fruit
  4. getal
Elk van deze variabelen moet een waarde krijgen door middel van een input van de gebruiker
Maak een 5e variabele verhaaltje van het type String. Schrijf hier een klein verhaaltje, waarbij je op bepaalde plaatsen een van de 4 variabelen ingevuld moeten worden dmv String-substitutie (%s). 
Schrijf vervolgens de volgende printopdracht:
  • print(verhaaltje %(naam, kleur, fruit, getal) --> variabelen tussen haken mogen ook andere volgorde
 
Je krijgt 10 minuten voor deze opdracht

Slide 16 - Slide

Samenvatting
Je hebt geleerd:
  • wat string-substitutie is
  • hoe je string-substitutie gebruikt om 1 variabele in te vullen in een string
  • hoe je string-substitutie gebruikt om meerdere variabelen in te vullen in een string

Slide 17 - Slide