Middeleeuwen Herhaling

Intro hoofdstuk 3 "De Middeleeuwen"
De vroege middeleeuwen.
De periode van 500 tot 1000.
Voorbereiden op CP
Hoe?

1 / 41
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 41 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Intro hoofdstuk 3 "De Middeleeuwen"
De vroege middeleeuwen.
De periode van 500 tot 1000.
Voorbereiden op CP
Hoe?

Slide 1 - Slide

Intro hoofdstuk 3 "De Middeleeuwen"
De vroege middeleeuwen.
De periode van 500 tot 1000.
Voorbereiden op CP
Hoe?

Teksten lezen + Markeren

6.2: 1 – 6 – 8 – 10
6.3: 1 – 2 – 3 – 4- 5A – 6 – 7
7.2: 1 - 3 - 4 - 5 - 7
7.3: 1 - 2

Woordweb(ben)
maken
Samenvatten

5X W + H
Test Jezelf
Invulsamenvatting
Leerdoelen beantwoorden
Vragen stellen
FlashCards

Slide 2 - Slide

Intro hoofdstuk 3 "De Middeleeuwen"
De vroege middeleeuwen.
De periode van 500 tot 1000.
Middeleeuwen
6.2: 1 – 6 – 8 – 10
6.3: 1 – 2 – 3 – 4- 5A – 6 – 7
7.2: 1 - 3 - 4 - 5 - 7
7.3: 1 - 2

Slide 3 - Slide

Intro hoofdstuk 3 "De Middeleeuwen"
De vroege middeleeuwen.
De periode van 500 tot 1000.
H6  Licht op de Middeleeuwen

Slide 4 - Slide

H6 
 Licht op de Middeleeuwen

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Tijd van Grieken en Romeinen
(500 v. Chr. - 500 n. Chr.)
Tijd van Monniken en Ridders
(500-1000)
(Vroege Middeleeuwen)
Tijd van Steden en Staten
(1000-1500)
(Late Middeleeuwen)
1492: Columbus 'ontdekt' Amerika
(Einde van de Middeleeuwen)
⚓️
476: Val van het West-Romeinse Rijk
(Begin van de Middeleeuwen)
🔥
Tijd van Ontdekkers en Hervormers
(1500-1600)
Tijd van Regenten en Vorsten
(1600-1700)
Tijd van Pruiken en Revoluties
(1700-1800)

Slide 7 - Slide

Tijdens het Romeinse Rijk
Steden
Landbouw
Bestuur
Leger

Slide 8 - Slide

Na het Romeinse Rijk?
Landbouw
Steden
Bestuur
Leger

Slide 9 - Slide

Na het Romeinse Rijk
Steden
Landbouw
Bestuur
Leger

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Standenmaatschappij
  • Geestelijkheid, adel en boeren/ambachtslieden

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

standenmaatschappij

Slide 14 - Slide

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
A
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
C
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
B
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).

Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding

!

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide


Het leenstelsel

  • Karel de Grote en zijn opvolgers konden het land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten

  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Het leenstelsel

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Een donjon, of mottekasteel, was een versterkte wachttoren. Hier woonde de heer als er gevaar was.
Het gebied buiten het domein bestond uit de grond van de vrije boeren en de woeste gronden, onontgonnen gebied en bossen.
De vrije boeren moesten tijdens een oorlog wél meevechten met de heer. De wapenuitrusting moesten ze zelf betalen.
De akkers van de heer werden bewerkt door horigen. Er waren akkers waarbij de volledige opbrengst naar de heer ging, en er waren akkers waarbij een deel van de opbrengst voor de horige boeren was. Overigens moesten ze hun pacht ook weer van deze opbrengst betalen.
Het vroonhof was de boerderij (hoeve) van de heer. Hier woonde de heer als er geen gevaar was. De opbrengsten van zijn akkers werd in schuren opgeslagen. In woningen naast een vroonhof woonden de horige boeren in geval van gevaar, zoals oorlog.
Bij het vroonhof waren stallen voor de dieren en boomgaarden.
Horigen woonden in vredestijd buiten het vroonhof
Met het hofstelsel bedoelen we het hele systeem (stelsel) van heren en horigen, inclusief de pacht en de herendiensten.

Slide 21 - Slide

Alles zelf doen
In de vroege middeleeuwen was er bijna geen handel.
Mensen moesten alles zelf maken.

Dit noemen we autarkie.


Slide 22 - Slide

Hofstelsel
Honger
Armoede
Onveilig
Rijke boer
(de heer)
De heer geeft 
  • Bescherming
  • Landbouwgrond
In ruil geeft de boer:
  • Deel van oogst
  • Herendiensten
Horigen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Drieslagstelsel

Slide 25 - Slide

Drieslagstelsel

Slide 26 - Slide

Drieslagstelsel

Slide 27 - Slide

ijzeren ploeg

Slide 28 - Slide

Het Arabisch halsjuk voor trekdieren

  • Kracht vanuit de schouders ipv nek
  • Os => paarden 

Slide 29 - Slide

De halsjuk

Slide 30 - Slide

Verbeteringen in de landbouw
Ontginningen

Slide 31 - Slide


Steeds meer handel
  • Verbeteringen in de landbouw leveren meer oogst op
  • Overschotten worden verkocht of geruild op markten 
  • Geld wordt steeds meer gebruikt als (handig) ruilmiddel
  • Einde aan de aanvallen van Vikingen in West-Europa: meer veiligheid
  • Handelaren komen daardoor in verschillende landen en nemen andere producten (wijn of zijde) mee.

Slide 32 - Slide


Steden ontstaan
  • Handelaren komen vaak op dezelfde plek: om te overwinteren en hun spullen op te slaan.
  • Deze plekken liggen op een goede plek: kruispunten van wegen en/of rivieren, meestal in de buurt van een kasteel of klooster
  • Op deze plekken waren vaak al jaarmarkten
  • Langzaam ontstaan hieruit nederzettingen, die uitgroeien tot steden.

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

n
Ontstaan steden

Slide 36 - Slide

Verbeteringen in de landbouw
Bevolking groeit
voedseloverschot
Handel
Ontstaan steden
Specialisatie
Geldeconomie

Slide 37 - Slide

Eigen baas zijn
  • Steden ontstonden in de domeinen

  • Steden wilden zelf de regels bepalen. 
  • = stadsrechten.

  • De stad betaalde belasting aan de heer in ruil voor stadsrechten.
  • Mochten zelf bestuur en rechtspraak regelen

Slide 38 - Slide

  • De stad krijgt een eigen bestuur.
    Hun moesten regels maken voor de burgers.

  • Je had de schout, schepenen en een burgemeester in het bestuur.  
Schout, schepenen en burgemeester
Beroepscollege Parkstad Limburg Locatie Holz

Slide 39 - Slide

Schout, schepenen en burgemeester
  • Elke stad kreeg een bestuur: schout, schepenen en later een burgemeester.
  • Schout = soort politiehoofd + klaagde mensen aan.
  • Schepenen = spraken recht (rechtbank).
  • Burgemeester = voorzitter van het stadsbestuur.
  • Bestuur werd meestal gekozen uit rijke families.
Op de jaarmarkt werd van alles verkocht: kleding, varkens, graan, potten, etc. Op de afbeeldingen zie je sommige van de producten terug. Je ziet ook goed dat de handelaren mooie kleding hadden, zij werden steenrijk van de handel!

Slide 40 - Slide

Voorbereiding op toets (mindmap)
voorbereiding op de toets
Leren voor toets!

Slide 41 - Slide