VP basiszorg week 4: vitale functies

Vitale functies 
Basiszorg 
Week 4
1 / 30
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Vitale functies 
Basiszorg 
Week 4

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
De student kan:
- op basis van het verpleegplan de vitale functies en lichaamstemperatuur van de zorgvrager  bewaken.
- de ademhaling van een zorgvrager meten, interpreteren en actie ondernemen bij afwijkende waarden.
- de hartslag van een zorgvrager meten, interpreteren en actie ondernemen bij afwijkende waarden.
- de bloeddruk van een zorgvrager meten, interpreteren en actie ondernemen bij afwijkende waarden.
- de gegevens op de juiste manier registreren.

Slide 2 - Slide

Bloeddruk-> tensie-> RR -> 120/80 mmHg
Hartslag->pols->P-> 60-100 bpm
Temperatuur->T-> 36,5-37,5 °C
Saturatie->Sat -> ≥95%
Ademhaling->AH-> 12-20 pm
Bewustzijn-> Glasgow Coma Scale -> GCS/EMV


Slide 3 - Slide

Observeren, meten en beoordelen
Observeren
Globaal beoordelen door naar de zorgvrager te kijken. Huidskleur, gedrag (druk/onrustig of rustig/suf)
Subjectief 
Meten
Objectief. Bijvoorbeeld: temp. meten bij verdenking op koorts of ondertemp.
Beoordelen
Metingen vergelijken met eerdere metingen (indien mogelijk), voorgeschiedenis meenemen in beoordeling (bijv. saturatie bij COPD)

Slide 4 - Slide

Hartslag
Wanneer het hart samentrekt wordt bloed de slagaders ingepompt. 
De druk in de slagaders neemt hierdoor steeds kortdurend toe bij elke hartslag. 

De hartslag is goed te voelen op plekken waar slagaders dicht onder de huid lopen.
De meest gebruikte locatie om de hartslag te meten bij volwassenen is de pols. De hartslag wordt daarom ook wel de ‘pols’ genoemd.

Slide 5 - Slide

Hartslag
De hartslag wordt op drie punten beoordeeld:  

• frequentie; 
• regelmaat; 
• kracht.

Slide 6 - Slide

Hartslag
De frequentie van de hartslag wordt o.a. beïnvloed door:  
• leeftijd; 
• geslacht; 
• lichaamsbeweging


Slide 7 - Slide

Hartslag
Met toename van de leeftijd neemt de frequentie van de hartslag af. 
Kinderen hebben bijvoorbeeld een relatief hoge hartfrequentie ten opzicht van volwassenen. 
Mannen hebben over het algemeen een lagere hartfrequentie dan vrouwen.  
Bij lichaamsbeweging heeft het lichaam meer zuurstof nodig. Om de aanvoer van zuurstof toe te laten nemen is een hogere hartfrequentie nodig.

Slide 8 - Slide

Wat is de meest gebruikte locatie om de hartslag te meten bij volwassenen?

A
Hals
B
Lies
C
Pols
D
Enkel

Slide 9 - Quiz

Wat is een tachycardie?

Slide 10 - Open question

Tel de polsslag
fragment duurt ongeveer 30 sec

Slide 11 - Slide

0

Slide 12 - Video

dat ging snel he! komt hij nog en keertje

Slide 13 - Slide

0

Slide 14 - Video

Hoeveel slagen per minuut heb je geteld?

Slide 15 - Open question

Beoordelen frequentie hartslag 
De hartfrequentie wordt uitgedrukt in aantal hartslagen per minuut. 

De normaalwaarde voor de hartfrequentie bij een volwassene is rust is een waarde tussen de 60 en 100 slagen per minuut. 

Slide 16 - Slide

Beoordelen frequentie hartslag 
Vaak wordt geen volledige minuut geteld maar alleen een bepaald aantal seconden, bijvoorbeeld:  
15 seconden, vermenigvuldigen met 4 om de hartfrequentie te berekenen

Wanneer een onregelmatig ritme wordt gevoeld dient wel een volledige minuut gemeten te worden

Slide 17 - Slide

Beoordelen frequentie hartslag 
Een hartfrequentie van minder dan 60 slagen per minuut wordt een bradycardie genoemd. 

Wanneer de hartfrequentie meer dan 100 slagen per minuut bedraagt, wordt dit een tachycardie genoemd.

Slide 18 - Slide

Voorbeelden oorzaken bradycardie
  • Hartaandoening         
  • Traag werkende schildklier        
  • Hersenaandoening       
  • Medicatie

Slide 19 - Slide

Voorbeelden oorzaken tachycardie
  • Stress of spanningen                             
  • Lichamelijke activiteit         
  • Koorts         
  • Snel werkende schildklier         
  • Bloedarmoede         
  • Gebruik van stimulerende stoffen zoals koffie        
  • Ernstige bloedingen 

Slide 20 - Slide

Bradycardie
Tachycardie
minder dan 60 slagen per minuut 
traag werkende schildklier
Meer dan 100 slagen per minuut
Ernstige bloeding

Slide 21 - Drag question

Ademhaling
  • Er zijn twee manieren van ademhalen:
  • Ribademhaling (borstademhaling)
  • Middenrifademhaling (buikademhaling)

Slide 22 - Slide

Ribademhaling (Borstademhaling)
  • De ribben en het borstbeen bewegen
  • Inademen: de ribben en het borstbeen gaan omhoog, je longen worden groter en zuigen lucht op
  • De tussenribspieren zorgen voor de beweging

Slide 23 - Slide

Middenrifademhaling (buikademhaling)
  • Het middenrif en de buikwand bewegen
  • Inademing: het middenrif beweegt omlaag, de longen worden uitgerekt en zuigen lucht op
  • De middenrifspieren zorgen voor de beweging

Slide 24 - Slide

Wat observeer je niet
bij de ademhaling?

A
Frequentie
B
Diepte
C
Geur
D
Regelmaat

Slide 25 - Quiz

Beoordelen AH
ademhalingsfrequentie per minuut;
regelmaat;
diepte;
bijgeluiden;
kenmerken van kortademigheid

Normaal: 12-20 per minuut 

Slide 26 - Slide

Apneu
Dyspneu
Hyperventilatie
Gasping
Overademhaling
afwezigheid van ademhaling
benauwdheid
komt voor bij stervenden/ na ademhalings- stilstand

Slide 27 - Drag question

Afwijkende AH
Apneu
Cheyne stokes
Kussmaul 

Slide 28 - Slide

Ademhaling meten
Kijken naar het op en neer gaan van de borstkas en buik
Eén inademing en één uitademing tellen samen als één ademhaling
Soms hand op borstkas, hand 10cm van neus en mond (luchtstroom) 
30 sec tellen (vermenigvuldigen met 2)
Bij afwijking --> hele minuut tellen 




Wanneer een cliënt weet dat op de ademhaling gelet wordt, kan deze anders gaan ademen. Het helpt om te doen alsof u de hartfrequentie meet door uw hand op de pols te leggen.

Slide 29 - Slide

Volgende week
Temp
Bewustzijn
Bloeddruk

Slide 30 - Slide