9.3 deel 2 - Puntsymmetrie

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom bij wiskunde

Bij het begin van de les:

• Ga je zitten op je pek.
• Pak je boek, schrift, etui op tafel.
• Mobiel, oortjes, jas en pet zijn af/weg.

Zodat je goed en effectief kunt beginnen met de les!

Planning:

• Theorie 9.2B Puntsymmetrie     
• Zelfstandig werken
  
• Afsluiting/huiswerk

Les doel:

Je kunt een driehoek spiegelen in een punt

Lijnsymmetrie

Een figuur is lijnsymmetrisch of spiegelsymmetrisch als deze uit twee helften bestaat, die elkaars spiegelbeeld zijn.

De vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Hoe bepaal je nou de kleinste draaihoek?

Stap 1: Kijk hoe vaak je een figuur kan draaien zonder dat de figuur veranderd.

Stap 2: 360 : 4 =90 dus kleinste draaihoek = 90 graden!

         beginstand        1                   2                   3                   4

.

.

.

.

.

9.2B

1

2

3

4

5

Een figuur met puntsymmetrie kun je spiegelen in een punt.

2

3

1

2

3

4

Aan de slag!

Leren: Theorie 9.2B

Maak: 18-20-22-23

IN STILTE totdat timer afloopt 

(vragen aan mijn bureau)

Opgaven af? Kijk ze na!

Ga verder met je huiswerk!

Maken en nakijken:

blz. 221 som Test

blz. 222 som 31, 32, 33, 34

blz. 223 som 35, L4 en L5

Het figuur is....

1. Draai- en Lijnsymmetrisch
2. Lijn- en Puntsymmetrisch
3. Punt- en Draaisymmetrisch
4. Lijn- en Punt- en draaisymmetrisch

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Het figuur is....

1. Draai- en Lijnsymmetrisch
2. Lijn- en Puntsymmetrisch
3. Punt- en Draaisymmetrisch
4. Lijn- en Punt- en draaisymmetrisch

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Het figuur is....

1. Draai- en Lijnsymmetrisch
2. Lijn- en Puntsymmetrisch
3. Punt- en Draaisymmetrisch
4. Lijn- en Punt- en draaisymmetrisch

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Het figuur is....

1. Draai- en Lijnsymmetrisch
2. Lijn- en Puntsymmetrisch
3. Punt- en Draaisymmetrisch
4. Lijn- en Punt- en draaisymmetrisch

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Wat is de
kleinste draaihoek?

1. 45º
2. 90º
3. 180º
4. 360º

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Het figuur is....

1. Lijnsymmetrisch
2. Draaisymmetrisch
3. Lijn- en draaisymmetrisch
4. Niet lijn- of draaisymmetrisch

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Geef het aantal
symmetrie-assen

1. 0
2. 1
3. 2
4. 4

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Geef het aantal
symmetrie-assen

1. 1
2. 3
3. 4
4. 6

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.

Wat is de
kleinste draaihoek?

1. 45º
2. 90º
3. 180º
4. 360º

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.