Les 4 Populatiebiologie

DOEL
Je kunt in een gegeven situatie beargumenteren wat de beste methode is om een populatiegrootte te bepalen. Je kunt de volgende methoden toepassen: Tellen, Steekproef, Vangen-Merken-Terugvangen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

DOEL
Je kunt in een gegeven situatie beargumenteren wat de beste methode is om een populatiegrootte te bepalen. Je kunt de volgende methoden toepassen: Tellen, Steekproef, Vangen-Merken-Terugvangen

Slide 1 - Slide

Hoe bepaal jij het aantal reuzenbromelia's?

Slide 2 - Slide

Tellen of steekproef?
Tellen:
Weinig individuen en makkelijk te zien

Steekproef:
Veel individuen en homogeen verdeeld

Slide 3 - Slide

0

Slide 4 - Video

vangen-merken-terugvangen
  1. vang en merk een deel van de populatie
  2. geef dieren tijd om zich opnieuw te verdelen
  3. vang een deel van de populatie en tel de gemerkte dieren

aanname:
verhouding gemerkt/ongememerkt is bij de 2e vangst gelijk aan de verhouding in de totale populatie

Slide 5 - Slide

Samen een voorbeeld uitwerken

Slide 6 - Slide

Een boswachter in nationaal park de hoge veluwe wil weten hoeveel zwijnen er in het park zijn. Hij beschiet er 25 met watervaste verf. Hij vraagt een groepje studenten om een week later zwijnen te zoeken. Van de 100 zwijnen die ze vinden hadden er 2 een verfvlek. Bereken de grootte van de zwijnenpopulatie.

Slide 7 - Open question

Mogelijke problemen
  • Dieren met territoria verdelen zich niet
  • Dieren die in groepen leven verdelen zich niet homogeen
  • Dieren die gemerkt zijn gaan sneller dood
  • Eenmaal gevangen dieren zijn moeilijker terug te vangen
etc

Slide 8 - Slide

Bedenk een rekenvraag over vangen-merken-terugvangen over een soort naar keuze. Maak er een leuk verhaaltje van. (Antwoord berekenen en voor jezelf houden)

Slide 9 - Open question

DOEL
Je kunt in een gegeven situatie beargumenteren hoe verschillende factoren bijdragen aan populatiegroei (of afname)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

BALANS
populatiegroei = (geboorte-sterfte) + (immigratie - emigratie)

i= in
e=exit

hoe zijn deze begrippen van toepassing op het vorige filmpje?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Geboortecijfer
populatiegrootte
voedselbeschikbaarheid
soort

Slide 14 - Slide

Sterftecijfer
biotisch
predatie
ziekte
voedseltekort

abiotisch
droogte
hitte/kou

Slide 15 - Slide

DOEL
Je kunt veel voorkomende patronen in populatiedynamiek in een gegeven context herkennen en verklaren (lotka-volterra, S-curve, J-curve)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

fasen
  1. Exponentiele groei (J-curve)
  2. Stabilisatie (S-curve)
  3. biologisch evenwicht


"verspreid zich in een rap tempo"

Slide 18 - Slide

Exponentiele groei
Geen beperkende factoren
Vaak verrassend
Geeft J-curve

bv:
Epidemie (ebola, corona, SARS)
Invasieve exoten



Slide 19 - Slide

Stabilisatie
Beperkende factoren gaan een rol spelen (Welke?)

Groei stopt als draagkracht is bereikt

Slide 20 - Slide

Beperkende factoren
  • Broedplekken verwijderen
  • Inzet natuurlijke vijanden
  • Voedel afschermen (gaas)
  • Gif

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

J-curve, S-curve en dan
biologisch evenwicht

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

fasen
  1. Exponentiele groei (J-curve)
  2. Stabilisatie (S-curve)
  3. biologisch evenwicht

In welke fase zit de menselijke populatie?

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Huiswerk
Maken oefen opgaven 23.4 en toetsvragen 23.5
Lezen 23.8

Slide 32 - Slide