M1 NE paragraaf 4.4 Schrijven en formuleren (week 7)

M1 NE paragraaf 4.4
schrijven en formuleren
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

M1 NE paragraaf 4.4
schrijven en formuleren

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe je een informatieve tekst schrijft;
  2. Je weet hoe je een tekst indeelt;
  3. Je weet hoe je woorden afwisselt met verwijswoorden.

Slide 2 - Slide

Planning
Les 1: Uitleg en herhaling hst 1, 2 en 3

Les 2:  uitleg verwijswoorden + zelfstandig werken opdracht 3 t/m 6

Les 3: uitleg schrijftaak + zelfstandig werken opdracht 7 t/m 10 

Les 4: zelfstandig werken schrijftaak 

Slide 3 - Slide

Wat heb je dit schooljaar al geleerd?
hoofdstuk 1: zakelijke e-mail
hoofdstuk 2: (online) formulier
hoofdstuk 3: verslag

Slide 4 - Slide

Wat weet je nog? 

Slide 5 - Slide

Schikt het u om 16.00 uur?
Dit is ...
A
formele taal
B
informele taal

Slide 6 - Quiz

Aan wie stuur je een zakelijke e-mail?
A
aan iemand die je persoonlijk kent
B
aan iemand die je niet persoonlijk kent

Slide 7 - Quiz

In welke alinea schrijf je bij een verslag waar het verslag over gaat?
A
1e alinea inleiding
B
2e alinea kern
C
3e alinea kern
D
4e alinea slot

Slide 8 - Quiz

In een goede inleiding staat het onderwerp en wordt er een binnenkomer gebruikt
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Een verslag schrijf je in de ...
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd

Slide 10 - Quiz

In een verslag maak je gebruik van de volgende signaalwoorden: ...
A
want, maar, echter
B
Zoals, maar, bijvoorbeeld
C
Ten eerste, bovendien, dus
D
Eerst, daarna, vervolgens, tot slot

Slide 11 - Quiz

Om afwisseling in taalgebruik te krijgen maak je gebruik van synoniemen en verwijswoorden
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

Wat weet je nog? 

Slide 13 - Slide

Informatieve teksten

Slide 14 - Slide

Waar kom je vooral
informatieve teksten
tegen?

Slide 15 - Mind map

Waaruit bestaat een formatieve tekst vooral?
A
feiten
B
meningen

Slide 16 - Quiz

Als je een tekst schrijft, dan verdeel je die in onderdelen. Welke?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is het doel van een informatieve tekst?
A
informeren
B
activeren
C
amuseren
D
overtuigen

Slide 20 - Quiz

Hoe herken je feiten in een informatieve tekst?

Slide 21 - Open question

Planning
Les 1: Uitleg en herhaling hst 1, 2 en 3

Les 2:  uitleg verwijswoorden + zelfstandig werken opdracht 3 t/m 6

Les 3: uitleg schrijftaak + zelfstandig werken opdracht 7 t/m 10 

Les 4: zelfstandig werken schrijftaak 

Slide 22 - Slide

M1 NE paragraaf 4.4 (les 2)
schrijven en formuleren

Slide 23 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe je een informatieve tekst schrijft;
  2. Je weet hoe je een tekst indeelt;
  3. Je weet hoe je woorden afwisselt met verwijswoorden.

Slide 24 - Slide

Week 7
  1. M. paragraaf 4.4 opdracht 1 t/m 16

Slide 25 - Slide

Planning
Les 1: Uitleg en herhaling hst 1, 2 en 3

Les 2:  uitleg verwijswoorden + zelfstandig werken opdracht 3 t/m 6

Les 3: uitleg schrijftaak + zelfstandig werken opdracht 7 t/m 10 

Les 4: zelfstandig werken schrijftaak 

Slide 26 - Slide

Wat weet je nog? 

Slide 27 - Slide

Welke verwijswoorden
ken je nog?

Slide 28 - Mind map

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Met welk verwijswoord verwijs je naar de jongen?

Slide 31 - Open question

Slide 32 - Slide

Planning
Les 1: Uitleg en herhaling hst 1, 2 en 3

Les 2:  uitleg verwijswoorden + zelfstandig werken opdracht 3 t/m 6

Les 3: uitleg schrijftaak + zelfstandig werken opdracht 7 t/m 10 

Les 4: zelfstandig werken schrijftaak 

Slide 33 - Slide

M1 NE paragraaf 4.4 (les 3 en 4)
schrijven en formuleren

Slide 34 - Slide

Leerdoelen
  1. Je weet hoe je een informatieve tekst schrijft;
  2. Je weet hoe je een tekst indeelt;
  3. Je weet hoe je woorden afwisselt met verwijswoorden.

Slide 35 - Slide

Planning
Les 1: Uitleg en herhaling hst 1, 2 en 3

Les 2:  uitleg verwijswoorden + zelfstandig werken opdracht 3 t/m 6

Les 3: uitleg schrijftaak + zelfstandig werken opdracht 7 t/m 10 

Les 4: zelfstandig werken schrijftaak 

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Slide