Apostrof

Spelling
Wanneer gebruik je een apostrof?
1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 8

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Spelling
Wanneer gebruik je een apostrof?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoe ziet een apostrof eruit?
We starten 's morgens om 9.00.

Kyan leent Soki's pen.



 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

1. Als je een letter weglaat
Des morgens              ->              's morgens 
Het kofschip               ->            't kofschip  

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

2. Om een verkeerde uitspraak te voorkomen.
auto's           (autos klinkt raar)
Anja's jas             (Anjas jas klinkt raar)



Slide 5 - Slide

This item has no instructions

3. Op de plaats van een weggelaten bezits-s
De apostrof is verplicht als de naam eindigt op:

een lange klank die met één enkele a, i, o, u of y wordt geschreven: 
Lina’s huis aan de overkant, 
Levi’s trompet, 
Mano’s drumstokken, 
Madhu’s creativiteit, 
Clay’s toneel script;
op een enkele e die als ‘ee’ klinkt: Zoë’s masker (van kunst ;).

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3. Op de plaats van een weggelaten bezits-s (vervolg)
Maar:
Hoor je al een s op het eind? (ook met een x, want je hoort een s)
Dan niet nog eens een s erachter schrijven!

Younes' fiets                                                        niet younes's 
Alex' vingerskateboard                                   niet alex's   


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

4. Afleiding van cijfer-of letterwoorden.
vwo'er    
VVD'er
hbo'er

(maar er zijn veel uitzonderingen)

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

5. Verkleinwoorden op - y
Baby'tje
Lolly'tje
Hobby'tje 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is juist gespeld?
A
Nouredinne's broertje
B
Nouredinnes broertje

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is juist gespeld?
A
Marit's tas is leeg.
B
Marits tas is leeg.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is juist gespeld?
A
Mijn tante's wonen in 's-Hertogenbosch.
B
Mijn tantes wonen in 's-Hertogenbosch.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is juist gespeld?
A
Alex' fiets is gestolen.
B
Alexs fiets is gestolen.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waarom gebruik je in onderstaand woord een apostrof?

pantry's
A
Er zijn letters weggelaten.
B
Om verkeerde uitspraak te voorkomen.
C
Op de plaats van een weggelaten bezits-s.
D
Het is een verkleinwoord op -y.

Slide 14 - Quiz

B omdat het woord verkeerd uitgesproken kan worden.
Waarom gebruik je in onderstaand woord een apostrof?

jury'tje
A
Er zijn letters weggelaten.
B
Om verkeerde uitspraak te voorkomen.
C
Op de plaats van een weggelaten bezits-s.
D
Het is een verkleinwoord op -y.

Slide 15 - Quiz

Verkleinwoorden eindigend op -y krijgen altijd een apostrof.
Waarom gebruik je in onderstaand woord een apostrof?

menu's
A
Er zijn letters weggelaten.
B
Om verkeerde uitspraak te voorkomen.
C
Op de plaats van een weggelaten bezits-s.
D
Het is een verkleinwoord op -y.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waarom gebruik je in onderstaand woord een apostrof?

cc'en
A
Er zijn letters weggelaten.
B
Om verkeerde uitspraak te voorkomen.
C
Het is een afleiding van een letter- of cijferwoord.
D
Het is een verkleinwoord op -y.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waarom gebruik je in onderstaand woord een apostrof?

Tanja's jas
A
Op de plek van een bezits-s.
B
Om verkeerde uitspraak te voorkomen.
C
Het is een afleiding van een letter- of cijferwoord.
D
Het is een verkleinwoord op -y.

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarom gebruik je in onderstaand woord een apostrof?

Max' schepijs
A
Op de plek van een bezits-s.
B
Om verkeerde uitspraak te voorkomen.
C
Het is een afleiding van een letter- of cijferwoord.
D
Het is een verkleinwoord op -y.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat bereid je voor voor de volgende les?

Oefen extra met de spelling van woorden met trema's, apostrofs en accenten door Stellar Speller te spelen:

Slide 20 - Slide

This item has no instructions