Psychiatrie

Verdieping psychiatrie 
1 / 43
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 150 min

Items in this lesson

Verdieping psychiatrie 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

hoe zit je erbij vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Aan het einde van deze les kan je verschillende psychologische aandoeningen benoemen.
  • Aan het einde van deze les kun je toelichten omschrijven wat verschillende psychologische aandoeningen inhouden
  • Aan het einde van deze les kun je symptomen en klachten beschrijven bij verschillende psychologische aandoeningen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

       Hypochondrie

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Theorie in het kort

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Wat is hypochondrie
= Ziekte-angst 
- Je bent vooral bezorgd over het hebben of krijgen van een ernstige ziekte. 
- Belangrijk hier is dus dat er geen lichamelijke klachten aanwezig zijn, of 
   alleen in lichte mate. 
- Daarnaast controleert iemand zichzelf heel vaak op het voorkomen van 
   tekenen van ziekte op het lichaam en vermijdt iemand bijvoorbeeld 
   ziekenhuizen of doktersafspraken.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bij hypochondrie heb je angst om ...
A
spinnen tegen te komen
B
een ziekte te hebben
C
over grote pleinen te lopen
D
van de berg te vallen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Oorzaken hypochondrie
- Niet één duidelijke oorzaak. 
     - Erfelijkheid speelt hierin mogelijk een rol. 
     - De omgeving waarin je bent opgegroeid 
     - Eerdere ervaringen met ziekten 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is GEEN oorzaak van hypochondrie?
A
erfelijkheid
B
omgeving
C
gezondheid
D
ervaring

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hypochondrie symptomen
- last hebben van pijntjes of jeuk. 

- hartkloppingen, transpireren, koude rillingen, duizeligheid, beven;
- benauwdheid, een vervelend gevoel op de borst;
- tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten;
- droge mond, misselijkheid, maagklachten, braken of diarree;
- hoofdpijn, rood worden, flauwvallen;
- het gevoel niet meer te weten wie of waar je bent;
- het gevoel dat je de controle over jezelf verliest, gek wordt of doodgaat.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is GEEN symptoom van hypochondrie?
A
Koorts
B
Misselijkheid
C
Hartkloppingen
D
Pijntje, jeuk

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Gevolgen van hypochondrie
- Hypochondrie kan een leven erg beïnvloeden.
 
- Het kost veel energie om continu bezig te zijn met pijntjes en te piekeren over gezondheid. 
- Doordat hij steeds maar een ziekte wilt uitsluiten kan het zijn dat ze vaak een afspraak bij de 
   dokter maakt, of veel tijd besteedt aan het zoeken naar symptomen en het checken van hun
   lichaam. Een doktersbezoek stelt misschien tijdelijk gerust maar het duurt vaak niet lang 
   voordat de angst weer terug is.

 

- Het kan ook zijn dat relaties, werk en dagelijks functioneren hieronder gaan lijden. 

- Het komt bij hypochondrie soms ook voor dat ziekenhuisbezoeken en afspraken bij de 
   huisarts  juist worden vermeden. Hierdoor kun hij juist te maken krijgen met 
   gezondheidsproblemen; dat waar hij zo bang voor is.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Behandeling
- Hypochondrie is goed te behandelen. 

- Dat begint al met het begrijpen van de klacht en uitleg te krijgen over wat er aan de hand is. 
- Met een psycholoog tot inzicht komen welke zorgen en gedachten precies beangstigen. 
- Samen met de cliënt aan de slag om deze te vervangen door vaak realistischere, minder 
   beangstigende gedachten. Met de juiste begeleiding kun je dit heel goed iemand aanleren.

- Het is goed om te weten dat hypochondrie een angststoornis is. 
- Het uitsluiten van ziektes door artsen heeft vaak weinig effect. 

- Veel mensen met hypochondrie vertrouwen de uitslagen van dergelijke onderzoeken niet, of 
    voelen zich maar tijdelijk beter. 
- Cognitieve gedragstherapie bij een psycholoog is vaak wel erg effectief, ook op de lange 
   termijn.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Wat heeft een meestal een goed effect als behandeling?
A
Cognitieve bewegingstherapie
B
Cognitieve gedragstherapie
C
Subjectieve bewegingstherapie
D
Objectieve gedragstherapie

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

korte pauze

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

wat is een bipolaire stoornis?
Mensen met een bipolaire stoornis ervaren stemmingswisselingen tussen uitbundige manie en zware depressie. De stemmingen houden lang aan en passen niet bij de situatie waarin de persoon zich bevindt. Vroeger werd de stoornis ook wel een manische depressie genoemd.

Tussen de periodes van manie en depressie in keren patiënten vaak weer terug naar een normale stemming. Een deel van de patiënten heeft echter voortdurend last van de symptomen, vooral symptomen van een depressie. Zelfdoding komt vaak voor bij mensen die lijden aan een bipolaire stoornis.
bron: herseninstituut

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Manisch-depressieve stoornis (bipolaire)

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wie heeft er een cliënt met een bipolaire stoornis?

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Oorzaken
  • Ingrijpende  levensgebeurtenissen/langdurige stress.
  • De bipolaire stoornis komt even vaak voor bij mannen als bij vrouwen.
  • Erfelijkheid
  • Alleenstaanden hebben vaker een bipolaire stoornis.
  • De bipolaire stoornis komt vaker bij mensen die in de stad wonen.
  • Er is geen verband met opleiding of sociale klasse



Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Manie is een onderdeel van bipolaire stoornissen

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat houdt een bipolaire stoornis in?
Manische periodes
Depressieve periode
Serotonine
Noradrenaline
Normaal
Hypomanie

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Tussen welke levensjaar kan een bipolaire stoornis beginnen?
A
Tussen de 15e en 30e levensjaar
B
Tussen de 20e en 35e levensjaar
C
Tussen de 25e en 40e levensjaar
D
Tussen de 30e en 45e levensjaar

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Behandeling
Psycho-educatie
Somatische controle
Signaleringsplan
Medicijnen
Psychiater

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Link

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Waar denk je aan bij PTSS?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Wat betekent PTSS?
A
Post dramatische stoornis
B
Posttraumatische stoornis
C
Postnatale stoornis
D
Prenatale stoornis

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

PTSS of ook wel posttraumatische-stressstoornis is een verzameling van klachten na een traumatische of schokkende gebeurtenis

 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Een paar symptomen..

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Slide 31 - Video

This item has no instructions

Oorzaken van PTSS

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

PTSS en verslaving
Eén op de drie verslaafden heeft PTSS

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Complex PTSS
Voorbeelden van situaties die Complex PTSS kunnen veroorzaken zijn:
  

  • Langdurig fysiek, seksueel en/of psychologisch misbruik.
  • Situaties waarin iemand (kind of volwassene) langdurig wordt gepest.
  • Situaties waarin iemand langdurig gevangen wordt gehouden (fysiek of emotioneel) en een steeds herhalende vorm van misbruik ondergaat.

Kortom; langdurig verkeren in situaties waarin men onderdrukt, gedomineerd, gemanipuleerd, ge-gaslight, gepest, geïntimideerd, misbruikt wordt. Situaties waarin men zich machteloos voelt en niet in staat is uit de situatie te ontsnappen, kan Complex PTSS veroorzaken.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

In het brein...
Patiënten met PTSS hebben standaard verhoogde levels van noradrenaline in hun brein. Zorgt voor gevoel van stress, verhoogde bloeddruk

Noradrenaline:  wordt normaal gesproken geproduceerd in acute stresssituaties. 


Slide 35 - Slide

Noradrenaline als neurotransmitter activeert het deel van je zenuwstelsel dat stress reguleert, je sympathische zenuwstelsel. Het geeft een signaal aan je bijniermerg om adrenaline te produceren. Ook zorgt het voor meer aandacht en een grotere handelingsbereidheid
Behandeling PTSS
  1. Psychotherapie
    Psychotherapie helpt goed bij een PTSS. Bij tachtig procent van de mensen worden de klachten minder. In een veilige omgeving ‘herkauwt’ u de schokkende gebeurtenis. Door er veel over te praten slijten de bijbehorende emoties. Uw ervaringen krijgen zo langzaam een ‘gewone’ plaats in uw leven.
  2. Hypnose en EMDR (Eye Movement Desensitization and Reprocessing)
    Hypnose en EMDR worden regelmatig gebruikt als behandelingen voor een PTSS. Onder hypnose bent zich minder bewust van wat u vertelt. Dat maakt het minder pijnlijk uw verhaal te doen. Bij EMDR stelt u  zich de gebeurtenis weer voor. Tegelijkertijd wordt u afgeleid door prikkels van buitenaf, bijvoorbeeld tikjes via een koptelefoon. U hoort die afwisselend in uw linker- en rechteroor. Doordat u afgeleid wordt tijdens de herinnering, blijkt u het beter te kunnen verwerken.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

PTSS en verstandelijk beperkt
Een posttraumatisch stressstoornis (PTSS) wordt bij mensen met een lichte verstandelijke beperking vaak niet herkend. Dat terwijl zij een verhoogde kans hebben op traumatisering en PTSS. Je kunt dus spreken van onderdiagnostiek op het gebied van PTSS bij mensen met een lichte verstandelijke beperking.

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Traumagerichte Cognitieve Gedragsherapie (TG-CGT) is een bewezen werkzame behandeling voor kinderen en jongeren in de leeftijd van 3 tot 18 jaar, waarbij er sprake is van ernstige traumagerelateerde symptomen (complexe) PTSS, angst, depressie en gedragsproblemen) als gevolg van seksueel misbruik of familiaal geweld bij kinderen die getuige zijn van geweld tussen ouders, wel effectief, maar minder dan bij de andere onderzochte doelgroepen

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Slide 40 - Video

This item has no instructions

Slide 41 - Link

This item has no instructions

Wat neem je mee naar de praktijk?

Slide 42 - Mind map

This item has no instructions

volgende week

Slide 43 - Slide

This item has no instructions