6.2 Het ontstaan van de democratie in Nederland

TvG 6.2 
Het ontstaan van de democratie in Nederland
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 85 min

Items in this lesson

TvG 6.2 
Het ontstaan van de democratie in Nederland

Slide 1 - Slide

Even terug naar les 1:
Democratie
Grondwet
Dictatuur
Constitutionele Monarchie
Republiek

Slide 2 - Slide

Wat is democratie?
A
een koning heeft de macht
B
een kleine groep mensen heeft de macht
C
de adel heeft de macht
D
het volk heeft de macht

Slide 3 - Quiz

Beschrijf in eigen woorden wat er in Artikel 1 van de grondwet staat.

Slide 4 - Open question

Wat is een constitutionele monarchie?
A
Een land zonder koning
B
Een democratie met een parlement
C
Een koninkrijk met een grondwet
D
Een koninkrijk zonder grondwet

Slide 5 - Quiz

Wat is het belangrijkste verschil tussen een republiek en een monarchie?

Slide 6 - Open question

Noem een republiek die je kent.

Slide 7 - Mind map

Wanneer kan je een land een dictatuur noemen?

Slide 8 - Open question

6.2 TvG Het ontstaan van de democratie in Nederland.
19e-eeuws Nederland was een koloniale macht: grondstoffen
Industriële Revolutie bracht verandering, urbanisatie
Fabrieken, arbeiders, slechte leef- en werkomstandigheden

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Willem I
In 1815 werd Nederland een koninkrijk.

Macht was voor koning Willem I

Slide 11 - Slide

Willem II
Willem II volgde in 1840 zijn vader op.
Hij regeerde net zo als zijn vader.
Willem II was de baas en de ministers zijn assistenten.
Willem II zette de grondwet en het parlement buitenspel.
Intussen in Europa:
uitbrekende revoluties, vorstenhuizen in problemen.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Grondwet 1848
Thorbecke schrijft een nieuwe grondwet.

Liberaal

Koning Willem II geeft toe uit angst afgezet te worden. 

Slide 14 - Slide

Maken: 6.2 
Vraag 1 en 2

timer
5:00

Slide 15 - Slide

De nieuwe grondwet van 1848:
Veranderingen:
Klassieke grondrechten: beschermen tegen de macht van de overheid

Slide 16 - Slide

Klassieke grondrechten
  • Om het volk tegen de overheid te beschermen zijn er klassieke grondrechten bedacht:
  1. Vrijheid van Godsdienst
  2. Vrijheid van meningsuiting
  3. Vrijheid van drukpers 
  • Thorbecke in 1848: 
  1. Vrijheid van vereniging & vergadering
  2. vrijheid van onderwijs

Slide 17 - Slide

Nieuwe Grondwet 1848:
De rechten van het parlement
Wetgevende rechten
  • recht van initiatief (alleen de Tweede Kamer)
  • recht van amendement (alleen de Tweede Kamer)
  • recht om wetten te stemmen

Slide 18 - Slide

Nieuwe grondwet 1848:
1. Rechtstreekse verkiezingen 
                   ( via censuskiesrecht en districtenstelsel)
2. Macht bij het parlement
                    - koning onschendbaar
                    - ministers verantwoordelijk
                    - Eerste en Tweede kamer met  5 rechten
3. Rechten en plichten in de grondwet (grondrechten)
             
                    

Slide 19 - Slide

Tweede Kamer:

  • Rechten Tweede Kamer:
  • 1. Budget
  • 2. Interpellatie (vragen stellen)
  • 3. Enquête
  • 4. Initiatief: wetten voorstellen
  • 5. Amendement: wetten aanpassen
  • Naast wetgevende macht is de Tweede Kamer vooral de controlerende macht

Slide 20 - Slide

Maken 6.2
Vraag 3 t/m 8
timer
10:00

Slide 21 - Slide

Koning Willem III
Koning Gorilla, koning vanaf 1849
Verzet tegen grondwet en beperking van macht.

Slide 22 - Slide



Luxemburgse kwestie (1866 - 1867)

Slide 23 - Slide

Luxemburgse kwestie:

Voor het eerst strijd tussen koning Willem III
en parlement..

Verkoop van Luxemburg aan Frankrijk? Of toch maar beter niet?




Slide 24 - Slide

Luxemburgse Kwestie:


    Oorlog dreigt. 
    Duitsland èn Frankrijk woest...
    • Verkoop Luxemburg gaat niet door. 
    • Tweede Kamer wilde ontslag van het kabinet - Tweede Kamer was niet op de hoogte gehouden van plannen..
    • Willem III weigert ministers te ontslaan
    • Tweede Kamer zet recht van budget in en keurt begroting af:
    • Alsnog ontslag ministers -> nieuwe verkiezingen -> nieuw kabinet




      Slide 25 - Slide

      Luxemburgse Kwestie
      conclusie
      Let op:

      Sinds 1848 was de relatie tussen Koning en Parlement gewijzigd. 
      Willem III had er moeite mee dat hij geen macht meer had en erkende de regering en het parlement met mate. 
      De Luxemburgse kwestie is hier een voorbeeld van.
      Sindsdien: regeren zonder vertrouwen Tweede Kamer niet meer gebeurd.

      Slide 26 - Slide

      Wat past bij koning Willem I?
      A
      macht ligt bij parlement
      B
      minister is dienaar van de koning
      C
      parlementaire democratie
      D
      absolutisme

      Slide 27 - Quiz

      Willem I was koning van
      A
      1800 - 1840
      B
      1815 - 1840
      C
      1789 - 1848
      D
      1840 - 1848

      Slide 28 - Quiz

      Geef een voorbeeld van de grondwetswijziging van Thorbecke

      Slide 29 - Open question



      Thorbecke was :
      A
      Liberaal
      B
      Conservatief
      C
      Confessioneel
      D
      Socialist

      Slide 30 - Quiz

      Waarom was koning Willem III niet blij met de grondwet van 1848?
      A
      Hij was kwaad dat de koning minder macht had
      B
      Hij was tegen de vrijheid van godsdienst
      C
      Hij was tegen het censuskiesrecht
      D
      Hij wilde graag meer macht naar het parlement

      Slide 31 - Quiz

      Wat was de bijnaam van koning Willem III?
      A
      De leeuwenkoning
      B
      Koning Aap
      C
      Koning Gorilla
      D
      Prins Pils

      Slide 32 - Quiz

      Welke betekenis had de Luxemburgse kwestie voor het bestuur in Nederland?
      A
      Door het verlies van Luxemburg verloor het parlement een kwart van zijn zetels
      B
      De Tweede Kamer bemoeide zich voortaan niet meer met buitenlandse politiek
      C
      De koning had laten zien dat de grondwet maar papier was, hij was in werkelijkheid de baas
      D
      Het was de eerste keer dat het parlement de regering dwong om af te treden

      Slide 33 - Quiz

      Belangrijke personen:
      Willem I 
      Willem II
      Willem III
      Johan Rudolf Thorbecke

      Slide 34 - Slide

      Belangrijke jaartallen:
      1815: Willem I aan de macht
      1840: Willem II volgt Willem I op
      1848: nieuwe Grondwet door Thorbecke
      1849: Willem III volgt Willem II op
      1867: Luxemburgse Kwestie

      Slide 35 - Slide

      Belangrijke begrippen:

      Industriële Revolutie
      Liberalen
      Grondrechten en Klassieke Grondrechten
      Regering, kabinet, parlement
      Ministeriële verantwoordelijkheid
      Censuskiesrecht
      Luxemburgse kwestie
      Wetgevende macht, uitvoerende macht, rechterlijke macht
      Rechtsstaat



      Slide 36 - Slide

      Maken:
      6.2 TvG
      Maken: vraag 9 en 10

      timer
      5:00

      Slide 37 - Slide