Les 3: Wasmiddel doseren

Les 3:

Wasmiddel doseren
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Les 3:

Wasmiddel doseren

Slide 1 - Slide

Wat voor wasmiddelen ken jij?

Slide 2 - Mind map

Wasmiddel dat je koopt in
Europa is biologisch afbreekbaar en dat is beter voor het milieu.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Wat is doseren?
A
Een gezelschapsspel
B
Het bakje waar het wasmiddel in moet
C
Een keuze maken in het juiste wasmiddel
D
Het afmeten van de juiste hoeveel wasmiddel

Slide 4 - Quiz

Welke soorten wasmiddel zijn er?
A
Vloeibaar wasmiddel
B
Waspoeder
C
Waspitjes
D
Waspods

Slide 5 - Quiz

Hoe weet ik hoeveel wasmiddel ik moet gebruiken?
A
Een flinke scheut is voldoende.
B
Altijd 1 dopje of 1 wasbol vol.
C
Dit staat beschreven in de handleinding van de wasmachine
D
Dit staat op de verpakking van het wasmiddel

Slide 6 - Quiz

Wat betekend dit symbool?
A
Het wasmiddel is milieuvriendelijker dan gebruikelijke wasmiddelen
B
Het wasmiddel ruikt naar bloemetjes
C
Het heeft geeft aan waar in de machine wasverzachter in gegoten kan worden
D
Het geeft aan waar in de machine vlek- verwijdraar ingegoten kan worden

Slide 7 - Quiz

Er zijn 3 soorten wasmiddel:
           Waspods                             Was poeder               Vloeiwasmiddel

Slide 8 - Slide

Er is wasmiddel voor witte was, bonte was en donkere was. 
Op de fles staat dit aangegeven.

Slide 9 - Slide

Op de verpakking worden vaak Engelse woorden gebruikt.  Kort een opfrisser:
Black = Zwart. Deze wordt gebruikt voor donkere was. Als deze wasmiddel er niet is gebruik je wasmiddel voor de bonte was.

Color = Gekleurd. Deze gebruikt voor de bonte(gekleurde) was.

White = Wit. Deze is voor de witte was.

Slide 10 - Slide

Doseren
Op de verpakking staat beschreven hoeveel wasmiddel je moet gebruiken voor de was. Dit kan elke keer weer verschillend zijn.

Je let op het volgende:
  • Hoe vol de wasmachine is
  • Hoe vuil de was is.
  • De waterhardheid.

Slide 11 - Slide

Soms moet je even rekenen

Slide 12 - Slide

Waar gaat het wasmiddel in?
Wasverzachter
Gebruik je dit programma? Stop dan 1/4 van het wasmiddel in dit bakje.
Hoofdwas
Voorwas

Slide 13 - Slide

En nu jij:

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Bekijk het plaatje van de vorige slide.

De was zit vol vlekken, en de waterhardheid is gemiddeld. Hoeveel wasmiddel moet je gebruiken?
A
1 maatbeker
B
2 maatbekers
C
1 1/2 maatbeker
D
1 1/4 maatbeker

Slide 16 - Quiz