BK 1.6 en TH 1.4: Voedsel maken

Voedsel maken
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Voedsel maken

Slide 1 - Slide

Vorige les

Slide 2 - Slide

Wat wordt bedoeld met lichamelijke ontwikkeling?
A
Het leren van nieuwe dingen
B
Het groeien van het lichaam en veranderingen zoals spiergroei
C
Het leren omgaan met anderen
D
Het ontwikkelen van gevoelens

Slide 3 - Quiz

Wat is een voorbeeld van geestelijke ontwikkeling?
A
Je krijgt langere benen
B
Je leert fietsen of rekenen
C
Je spieren worden sterker
D
Je krijgt meer haar

Slide 4 - Quiz

Wat is een voorbeeld van sociale ontwikkeling?
A
Je wordt zwaarder
B
Je leert praten en spelen met anderen
C
Je krijgt puistjes
D
Je krijgt je eerste kies

Slide 5 - Quiz

Leerdoelen
Je kunt uitleggen dat door fotosynthese voedsel en zuurstof ontstaan voor dieren en mensen.
Je kunt de fotosynthese beschrijven.
Je kunt aangeven welke delen van planten de mens gebruikt als voedsel.

Slide 6 - Slide

Planten zijn onmisbaar voor het leven op onze planeet. Ze maken voedsel voor alle andere organismen op aarde. Zelf eten ze geen andere organismen.

Slide 7 - Slide

Mensen en dieren hebben zuurstof, voedingsstoffen en energie nodig om in leven te blijven. 
Zuurstof haal je uit de lucht die je inademt .
Energie haal je uit het voedsel dat je eet of drinkt.

Slide 8 - Slide

Voedingsstoffen

Stoffen die nodig zijn voor de groei en ontwikkeling van je lichaam.


Glucose

Een soort suiker waarvan een plant de andere stoffen kan maken waaruit hij bestaat.


Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Fotosynthese
water + koolstofdioxide + energie uit licht-->
glucose + zuurstof

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zuurstof
Door fotosynthese ontstaat er steeds nieuw voedsel, als ook nieuwe zuurstof. 
Dus zonder fotosynthese zou de zuurstof in de lucht langzaam opraken.

Slide 13 - Slide

Eetbare delen
Mensen eten delen van planten.
Bijvoorbeeld:
de vruchten van een appelboom (appels)
wortels van planten, bv. radijsjes en rode bieten
stengels van planten, bv. asperges, bleekselderij
Sla, spinazie, andijvie etc.

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Jullie gaan lezen en daarna maken:
BK: 1.6
TH: 1.4


Slide 15 - Slide