3A-Ecologie-Successie-09022021-hk

B7: Successie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

B7: Successie

Slide 1 - Slide

Leerdoel:
- je kunt omschrijven wat 'successie' is

- je kent de kenmerken van een pioniersecosysteem en climaxecosysteem en kunt ze van elkaar onderscheiden


Slide 2 - Slide

Successie:
(geleidelijke) verandering in de soortensamenstelling in een bepaald gebied (=habitat), waardoor een ecosysteem geleidelijk overgaat in een ander ecosysteem
( letterlijk: 'opeenvolging' )

Slide 3 - Slide

Typisch Nederlands voorbeeld:
VERLANDING
- waterplanten groeien in ondiepe meren
- meertjes raken gevuld met humus
- riet groeit vanaf oevers steeds verder meertjes in
- drogere 'verlandingsvegetatie' langs oevers met eerst riet
- steeds grotere stukken bodem stevig en voedselrijk genoeg voor bos



Slide 4 - Slide

Pioniers-ecosysteem:
het eerste (nieuwe) ecosysteem dat op een onbegroeid terrein ontstaat
-sterk wisselende abiotische factoren
- humusarme bodem (nog geen/weinig dode resten)
- soortenarm
- veel individuen van elke aanwezige soort
- eenvoudig voedselweb


Slide 5 - Slide

Climax-ecosysteem:
min of meer stabiel 'eindstadium' van successie

- abiotische factoren over langere tijd min of meer constant
- humusrijke bodem (want veel organische resten)
- soortenrijk
- vaak weinig individuen per soort
- ingewikkeld voedselweb

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Tropische regenwouden zijn de meest soortenrijke gebieden op aarde. Sommige Aziatische wouden bestaan al meer dan 100 miljoen jaar. Deze regenwouden zijn het ultieme:
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 8 - Quiz

Afgelopen zomer verbrandden grote delen van de wilde natuur inAustralie.
Welk type ecosysteem zal na de branden als eerste terugkeren?
A
pioniersecosysteem
B
climaxecosysteem

Slide 9 - Quiz

Welke eigenschap van een pioniersecosysteem verwacht je na de bosbranden niet te zien?
A
sterk wisselende abiotische factoren
B
soortenarm
C
veel individuen per soort
D
voedselarme bodem

Slide 10 - Quiz

Zal in het verwoeste Australie dezelfde natuur nog terug groeien?
A
Eerst niet, later wel
B
Nee, snelgroeiende soorten nemen het over
C
Dat hangt van het toekomstige samenspel van biotische en abiotische factoren af
D
wat maakt 't uit ?

Slide 11 - Quiz

Huiswerk:

Maken opdrachten 24 en 25 op blz. 62 WB

Slide 12 - Slide