Stijgende temperaturen – Heftigere hittegolven, vooral in stedelijke gebieden.
Meer extreem weer – Stormen, overstromingen, langdurige droogtes en bosbranden.
Stijgende zeespiegel – Verdwijning van kustgebieden en meer kans op overstromingen.
Verzuring van de oceanen – Gevolgen voor visserij, koraalriffen en biodiversiteit.
Tekort aan drinkwater – Door droogte of vervuiling.
Conflicten over watergebruik – Tussen landbouw, industrie en huishoudens.
Overstromingen – Door zware regenval of slecht waterbeheer.
Verdwijnen van diersoorten – Door ontbossing, klimaatverandering en vervuiling.
Verlies van ecosystemen – Zoals regenwouden, koraalriffen en wetlands.
Instabiele voedselketens – Minder bestuiving, minder vis in de zee, minder vruchtbare grond.
Slechte oogsten – Door droogte, mislukte regenval of plagen.
Stijgende voedselprijzen – Door schaarste of klimaatrisico’s.
Voedseltekorten – Vooral in kwetsbare gebieden.
Klimaatmigratie – Mensen vluchten voor droogte, overstromingen of mislukte oogsten.
Grotere ongelijkheid – Kwetsbare groepen worden zwaarder getroffen.
Conflicten over grondstoffen – Water, land en voedsel worden schaarser.