2.3 Het stroomgebied van de Rijn

Weekplenda
Week 46
Week 47
Week 48
Week 49
Week 50
Week 51
SO bespreken

H2 §3


H2 §4

H2 §1t/m§4 herhalen

Rep H2 §1t/m§4 
Rep H2 bespreken

atlasles H2
atlasles H2
     Kerst
dit kan
1 / 47
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-6

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Weekplenda
Week 46
Week 47
Week 48
Week 49
Week 50
Week 51
SO bespreken

H2 §3


H2 §4

H2 §1t/m§4 herhalen

Rep H2 §1t/m§4 
Rep H2 bespreken

atlasles H2
atlasles H2
     Kerst
dit kan

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een gletsjer?
A
Laag gelegen ijsmassa's die langzaam stromen.
B
Hoog gelegen ijsmassa's die heel langzaam naar beneden stromen.
C
Rivieren die het ijs vanuit de bergen transporteren.
D
Koude gebieden in het binnenland waar een landklimaat overheerst. (sneeuwklimaat)

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions



Een gletsjer ontstaat in een ...
A
morene
B
dal
C
firnbekken
D
gletsjertunnel

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Een gletsjer zorgt voor ...
A
verwering
B
erosie
C
beide
D
sneeuw

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet het gletsjerpuin dat onder een gletsjer ligt?

A
grondmorene
B
grondpuin
C
grondel
D
eindmorene

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Gletsjers zorgen voor ...
A
V-dalen
B
U-dalen

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Herhaling!
gesteente
Graniet, hard stollings- en dieptegesteente.
gesteente
Basalt, hard stollingsgesteente wat meer aan het oppervlakte is gevormd.
gesteente
Dolomiet, sedimentair- of afzettingsgesteente.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Kenmerken jonge gebergten?
- hoog
- steil
- spitse bergtoppen
- diepe dalen
Kenmerken oude bergtoppen?
- flauwe hellingen
- afgeronde toppen
- lagere bergen
Herhaling!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

gletsjer

gletsjerpoort

zijmorenen

firnbekken
Herhaling!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

2.3 Het stroomgebied van de Rijn

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • op welke manier een rivier bijdraagt aan de afbraak en de opbouw van het landschap
  • wat de kenmerken zijn van de Rijn in de Boven-Rijnse Laagvlakte
  • wat er bijzonder is aan de Midden-Rijn
  • waarom en hoe een rivier meandert
  • waardoor een delta ontstaat

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Benodigde voorkennis 
Je weet dat er verschillende rivieren bestaan.
Je weet wat stroomafwaarts is.
Je weet wat het debiet is.
Je herkent tekenen van klimaatverandering.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Openingsfoto
Wat zie je op de afbeelding? 

Slide 13 - Slide

Beschrijving van de openingsfoto

De Rijn bij de Duitse stad Boppard.
mooie meander

De Rijn

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

De Alpen zijn de bovenloop van de rivier de Rijn.
bovenloop
middenloop
benedenloop
Herhaling! 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

stroomgebied 
stroomgebied 
gemengde rivier B94= smeltwater + regenwater
stroomstelsel
waterscheiding
Herhaling! 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Boven-Rijnse Laagvlakte
Midden-Rijn
Neder-Rijn
Hoog-Rijn
Alpen-Rijn
Delta-Rijn

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Lengteprofiel rivier B95

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Bovenloop
gemengde rivier
Rivier die behalve regenwater ook smeltwater van gletsjers afvoert.
groot verhang
Het hoogteverschil per kilometer is groot.
Veel verwering en erosie
Met name erosie in de diepte, de rivier snijdt zich in het steen.
meer kenmerken
dichtbij de bron, v-vormige dalen, diepe dalen, steile wanden

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Middenloop
gemengde en regen rivieren
afnemende stroomsnelheid
ontstaan meanders
Natuurlijke bochten in een rivier.
meer kenmerken
sediment afzetting, lagere stroomsnelheid, minder insnijding, de rivieren zijn breed.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

ontstaan hoefijzermeer

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Meanderen B122
breedte-erosie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • op welke manier een rivier bijdraagt aan de afbraak en de opbouw van het landschap
  • wat de kenmerken zijn van de Rijn in de Boven-Rijnse Laagvlakte
  • wat er bijzonder is aan de Midden-Rijn
  • waarom en hoe een rivier meandert
  • waardoor een delta ontstaat

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Woordenboek
meander
hoefijzermeer
sedimentatie
verhang
lengteprofiel
Boven-Rijnse Laagvlakte
Midden-Rijn
Schrijf onderstaande begrippen in je aantekeningenschrift en noteer de uitleg erachter! 
LessonUp
Learnbeat

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Maak van paragraaf 2.3 opdracht            in je werkboek.

Klaar?

Lees daarna zelf nog eens de theorie door in Learnbeat van paragraaf 2.3





   



Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Bovenloop
Middenloop
Benedenloop
Hier ligt de bron van de rivier.
Het water stroom langzaam.
Hier ligt de monding.
Rivier neemt evenveel materiaal mee als het achterlaat.
Hier meandert de rivier.

Slide 28 - Drag question

This item has no instructions

Buitenbocht van de rivier.
Binnenbocht van de rivier.
erosie
sedimentatie

Slide 29 - Drag question

This item has no instructions

Gemengde rivier
Gletsjerrivier
Regenrivier
Rivier met regenwater.
Rivier met smeltwater.
Rivier met regen- en smeltwater.

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Benedenloop
klein verhang
Het hoogteverschil per kilometer is klein.
lage stroomsnelheid
sedimentatie en deltavorming
meer kenmerken
Dichtbij de monding van de rivier, vaak door laagland, weinig erosie, veel meanderen. Eindigt in een estuarium/trechtermond aan zee.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

debiet + regiem 
debiet 
In welk seizoen is het regiem het minst sterk?
zomer
Wat is het debiet in de maand augustus?
25 x miljard m3
regiem
Welke maand(en) zijn het meest droog?
januari, februari, maart, april, mei
Herhaling! 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vertragingstijd B96
Planten/natuur zorgen voor ...?
een lange vertragingstijd, het duurt lang voordat de neerslag de grond in zakt en het waterpeil bereikt, of een rivier/zee.
Gebouwen/verstening zorgen voor ...?
een korte vertragingstijd, het duurt niet lang voordat de neerslag het riool bereikt of rivier/zee.
70% tot 100% neerslag gaat de grond in!
0% tot 60% neerslag gaat de grond in!

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Stroomgebied met delta         Rijn en Maas B94
                  Debietverloop                   Rijn en Maas
In welke maand is het debiet het hoogst in de Rijn?
In januari 2750 m3 per seconde.
Welk stroomgebied is groter de Maas of de Rijn?
Het stroomgebied van de Rijn is bijna 4 x groter. Dit kan je zien aan de rode lijnen.

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Atlaskaart
Wat geeft de kaart aan?
De kaart geeft gebieden aan die gevoelig zijn voor overstromingen,  bosbranden en lawines.
Is er een patroon zichtbaar?
- Overstromingen door rivieren vinden vooral in Midden Europa plaats.
- Bosbranden vinden vooral in Zuid Europa plaats.
- Lawines vinden in hooggebergten plaats in geheel Europa.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Afbraak en opbouw: ijs, water en wind B122
Herhaling! 

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

4

Slide 37 - Video

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het einde van de les weet je:
  • op welke manier een rivier bijdraagt aan de afbraak en de opbouw van het landschap
  • wat de kenmerken zijn van de Rijn in de Boven-Rijnse Laagvlakte
  • wat er bijzonder is aan de Midden-Rijn
  • waarom en hoe een rivier meandert
  • waardoor een delta ontstaat

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Woordenboek
delta
vertragingstijd
breedte-erosie
estuarium/trechtermond
Schrijf onderstaande begrippen in je aantekeningenschrift en noteer de uitleg erachter! 
LessonUp
Learnbeat

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Atlas van opmerkelijke feiten...
Waarschijnlijkheid van een witte Kerst in Europa!

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag!

Maak van paragraaf 2.3 de opdrachten in Learnbeat.

Klaar?

Bekijk de extra atlaskaart en het mini oefen-SO`tje in LessonUp!





   



Werk in tweetallen + overleg zachtjes met elkaar!

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

00:15
Hoe komt het dat rivieren steeds meer water moeten afvoeren?

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

00:52
Hoe kan dijkverlegging zorgen voor meer ruimte voor de rivier?

Slide 43 - Open question

This item has no instructions

01:24
Waar zorgt kribverlaging voor?
A
snellere afvoer
B
meer afvoer

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

03:02
Waar staat `ruimte voor de rivier`
nou echt voor?

Slide 45 - Mind map

This item has no instructions

Mini oefen-SO

R


3p
Benoem tenminste één kenmerk van de:
(1p) bovenloop, (1p) middenloop en de (1p) benedenloop.

T1


3p
Gebruik de bron.
(1p) Beschrijf wat je ziet;
(2p) Beschrijf hoe dit landschap is ontstaan.

T2


2p
Als gevolg van verstening en ontbossing in de boven- en middenloop heeft Nederland te maken met een hogere overstromingsrisico. 
Leg dit voor beide voorbeelden uit.

I


2p
Benoem twee maatregelen die Nederland kan nemen waardoor het overstromingsrisico zal afnemen. 

Slide 46 - Slide

Houdt PTD aan

Atlaskaart
Wat geeft de kaart aan?
Verschillende overstromingen door met name water.
Is er een patroon zichtbaar?
- Zowel in Midden- als Zuid Europa hebben er overstromingen plaatsgevonden door hevige regenval.
- Met name in Zuid Europa hebben dambreuken plaatsgevonden.
- Overstromingen door stormen hebben in Midden Europa plaatsgevonden.

Slide 47 - Slide

This item has no instructions