This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
WOENSDAG 20 JANUARI
PTA Thema 5 + 6
Herhalen bs 5.1. t/m 5.4.
Zelfstandig werken
Slide 1 - Slide
PTA THEMA 5 + 6
Slide 2 - Slide
Het zenuwstelsel bestaat uit...
timer
1:30
Slide 3 - Open question
Slide 4 - Slide
Welk begrip moet er bij nr 1 worden ingevuld?
Slide 5 - Open question
Welk begrip moet er bij nr 4 worden ingevuld?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Slide
Twee leerlingen doen elk een bewering over schade aan delen van het zintuigenstelsel en het zenuwstelsel. Roya zegt: 'Door schade aan een zintuig kunnen door dit zintuig geen impulsen meer worden voortgeleid.' Emily zegt: 'Door schade aan een zenuw kan verlamming van bepaalde lichaamsdelen ontstaan.' Wie van de leerlingen heeft gelijk?
A
Alleen Emily heeft gelijk
B
Alleen Roya heeft gelijk
C
Beide leerlingen hebben gelijk
D
Geen van beide leerlingen heeft gelijk
Slide 8 - Quiz
Welke zenuwcellen liggen in hun geheel in het centrale zenuwstelsel?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen
Slide 9 - Quiz
Welke zenuwcellen hebben één lange uitloper die impulsen naar het cellichaam toe geleidt?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen
Slide 10 - Quiz
Een gorillamannetje ligt te luieren, terwijl een gorillavrouwtje op zijn teen gaat staan. Het mannetje wordt boos en gaat borstroffelen.
Welk type zenuwcellen geleiden impulsen naar het ruggenmerg van het mannetje zodra het gorillavrouwtje op zijn teen gaat staan?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen
Slide 11 - Quiz
De afbeelding geeft een lengtedoorsnede van een sprinkhaan weer. In de afbeelding is onder andere een deel van het zenuwstelsel getekend. Een sprinkhaan kan reageren op prikkels uit de omgeving. Wanneer hij bijvoorbeeld beweging voelt, kan hij wegspringen.
Uit welke delen zal het zenuwstelsel van een sprinkhaan in elk geval bestaan?
A
alleen uit hersenen
B
hersenen, zenuwen en zintuigen
C
alleen uit zenuwen en zintuigen
D
hersenen, ruggenmerg, zintuigen en zenuwen
Slide 12 - Quiz
Welk type zenuwcel bevind zich bij nummer 2?
A
bewegingszenuwcellen
B
gevoelszenuwcellen
C
schakelcellen
D
alle drie de typen zenuwcellen
Slide 13 - Quiz
Slide 14 - Slide
Wat is de functie van de kleine hersenen?
timer
1:30
Slide 15 - Open question
Je beweegt bewust je voet.
In welke volgorde worden impulsen hierbij door de verschillende delen van het zenuwstelsel voortgeleid?
1
2
3
4
hersenstam
zenuwen
ruggenmerg
grote hersenen
Slide 16 - Drag question
In het verslag van een voetbalwedstrijd is te lezen hoe Van Persie met een prachtige zweefduik een doelpunt scoort. In een fractie van een seconde bepaalt hij de positie van de bal en zijn tegenstanders, en kopt onmiddellijk. De bal komt precies op de bedoelde plaats terecht: tussen de doelpalen, langs de keeper van de tegenstander en in het net.
In welk deel van het zenuwstelsel vinden de processen plaats waardoor Van Persie zich van zijn tegenstanders bewust wordt?
A
in de witte stof van de grote hersenen
B
in de grijze stof van de grote hersenen
C
in de witte stof van de kleine hersenen
D
in de grijze stof van de kleine hersenen
Slide 17 - Quiz
HUISWERK
Donderdag 22 januari
Maak in het online boek de test jezelf van 5.1. t/m 5.4.