Transport

1 / 31
next
Slide 1: Slide
Logistiek medewerkerVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute n2Leerroute 5

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Noem voor- en nadelen van vervoer over de weg.

Slide 3 - Open question

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Slide

Dit is een vorm van intermodaal transport.
Een vrachtwagen heeft 28 tractorbanden geladen en brengt deze naar een laadperron van de trein. Daar worden de banden overgeladen in een gesloten wagon voor transport naar Polen. 
Een vrachtwagen heeft een container plastic afval geladen en brengt deze naar een laadperron van de trein. Daar wordt de container op een wagon gezet voor transport naar een recyclebedrijf in Duitsland. 

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Video

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Wat is een voordeel van eigen vervoer
A
extra kosten voor onderhoud
B
meer invloed op tijdig leveren
C
geen onderhoudskosten

Slide 20 - Quiz

Wat is een nadeel van vervoer over de weg
A
je hebt kans op vertraging door file
B
Het kan van deur tot deur
C
Het is snel
D
Je moet vaker overladen

Slide 21 - Quiz

Het is goedkoop en het kan makkelijk met een grote bulk. Over welke vorm van vervoer hebben we het?
A
vervoer over de weg
B
vervoer door de lucht
C
vervoer over het water

Slide 22 - Quiz

voordeel: snel en goedkoop
nadeel: alleen voor bestemmingen die aangesloten zijn op het netwerk.
welk soort vervoer hebben we het over?
A
vervoer over de weg
B
vervoer per schip
C
pijpleiding

Slide 23 - Quiz

Wat zie je hier?
A
Een hyperloop
B
en glijbaan
C
een pijpleiding

Slide 24 - Quiz

Wat is een voordeel van vervoer door de lucht?
A
snel over grote afstanden
B
goedkoop
C
van deur tot deur

Slide 25 - Quiz

Wat is een voordeel van uitbesteed vervoer?
A
geen onderhoudskosten
B
geen eigen vrachtwagen nodig
C
geen kans op problemen door zieke chauffeurs
D
alle genoemde antwoorden zijn juist

Slide 26 - Quiz

Waar is dit logo van?
A
Cup a soup
B
Unox
C
Brandweer
D
Wehkamp

Slide 27 - Quiz

Waar is dit logo van?
A
Dr. Oedker
B
Dr. Oetkher
C
Dr. Oetkar
D
Dr. Oetker

Slide 28 - Quiz

Waar is dit logo van?
A
Duplo
B
Microsoft
C
Google
D
Memory

Slide 29 - Quiz

4. Op welke foto zien we het juiste Google logo?
A
A
B
B

Slide 30 - Quiz

Van welk merk is dit logo?
A
Toyota
B
Triumph
C
Talbot
D
Tesla

Slide 31 - Quiz