This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Paragraaf 6.4
Wat kunnen we zelf doen?
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Video
Wat heb je geleerd?
Slide 4 - Slide
Noodhulp is voor ......
A
korte tijd
B
langere tijd
Slide 5 - Quiz
Het geven van microkredieten is noodhulp.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Bij noodhulp leg je bij voorbeeld een waterput aan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
Hulp die een blijvende oplossing biedt voor een ontwikkelingsland heet
A
Gebonden hulp
B
Structurele hulp
C
Noodhulp
D
Bijzondere hulp
Slide 8 - Quiz
Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.
Slide 9 - Quiz
Nederland eist van landen waaraan het hulp geeft, dat ze een goed bestuur hebben en corruptie bestrijden. Er is dan sprake van:
A
Gebonden hulp
B
Noodhulp
C
Ongebonden hulp
Slide 10 - Quiz
Ondernemers in ontwikkelingslanden die een microkrediet afsluiten, moeten rente betalen. Voorstanders van het microkrediet vinden het goed dat er rente moet worden betaald. Welk argument zullen deze voorstanders hebben?
A
Doordat er rente moet worden betaald, leren de ondernemers economisch te handelen
B
Doordat er rente moet worden betaald, maken de ontvangers van het microkrediet eerder winst.
C
Doordat er rente moet worden betaald, sluiten minder ondernemers zo'n krediet af.
Slide 11 - Quiz
Je leert in deze paragraaf:
welke instellingen er zoal zijn die ontwikkelingslanden helpen
hoe Nederlandse bedrijven voordeel kunnen hebben van ontwikkelingshulp
wat voor gevolgen de productie door bedrijven kan hebben voor arme landen
wat de invloed van jouw koopgedrag is op de situatie in ontwikkelingslanden
Slide 12 - Slide
Hulporganisaties
Verschillende hulporganisaties helpen om de armoede uit de wereld te helpen.
Afspraak binnen de Verenigde Naties en de Europese Unie:
--> ten minste 0,7% van het nationaal inkomen moet aan ontwikkelingssamenwerking besteed worden
Goededoelenorganisaties zoals:
Oxfam Novib
Cordaid
Edukans
werken vooral samen met lokale hulporganisaties. Zij krijgen giften van burgers.
Slide 13 - Slide
Hulp bij handel
De Nederlandse overheid combineert ontwikkelingssamenwerking met handel:
Subsidies aan Nederlandse ondernemingen die in ontwikkelingslanden investeren.
Een Nederlandse onderneming begint een bedrijf in een ontwikkelingsland.
Dit levert werkgelegenheid en inkomsten op voor de inwoners.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Fairtrade
Fairtrade biedt boeren in ontwikkelingslanden voor hun producten:
een gegarandeerde prijs plus een premie.
Zo kunnen boeren investeren in betere productiemethodes.
Een voorwaarde van Fairtrade is dat boeren zich organiseren in coöperaties (samenwerkinsverbanden). Samen:
bepalen ze waarin zij investeren
onderhandelen ze met afnemers.
Slide 17 - Slide
Gevolgen van productie
Door toegenomen internationale handel produceren grote bedrijven eenvoudig in lagelonenlanden.