221220 Dementie

Dementie 
20-12-22
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BSPMBOStudiejaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Dementie 
20-12-22

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Vraag 1:
Welke klachten heeft een persoon die dementie heeft?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Vraag 2
Welke soorten dementie zijn er? Noem er tenminste 3

Slide 8 - Mind map

● ziekte van Alzheimer;
● Vasculaire dementie;
● Frontremporale dementie;
● Dementie van Lewy-bodies

Vraag 3
Er zijn drie stadia bij dementie namelijk lichte, matig ernstige en ernstige dementie. Maar wat zijn de bijbehorende symptomen? Beschrijf deze stadia.

Slide 9 - Open question

● Lichte dementie: onder toezicht onafhankelijk functioneren. Mn korte termijn geheugen wordt slechter, desoriëntatie en gedragsveranderingen (agressie, achterdocht, riskant gedrag als gas vergeten uit te zetten) vermijden van een goed gesprek
● Matig ernstige dementie: kan niet zonder hulp zelfstandig functioneren. Hulp met basale taken als aankleden, boodschappen en financiën is noodzakelijk. Belangrijke zaken uit heden worden vergeten
● Ernstiger dementie; patiënt is volledig afhankelijk van zorg en begeleiding, opname in een verpleeghuis is noodzakelijk.
Vraag 4
Kan je doodgaan aan dementie? Verklaar je antwoord.

Slide 10 - Open question

  Ja uiteindelijk worden ook de delen in de hersenen aangetast die de ademhaling en het hart aansturen 
Vraag 5
Van dementie wordt voorspeld dat het de volksziekte van de toekomst zal zijn. Waarom denk je dat dit zo is?

Slide 11 - Open question

treedt meer op bij hogere leeftijd -> door vergrijzing meer kans op dementie 
Vraag 6
Welke geneesmiddelen worden bij dementie gebruikt en wat doen ze?

Slide 12 - Open question

Cholinesteraseremmers (bv galantamine, rivastigmine) ; toename ACh in de hersenen waardoor de hersenzenuwen beter werken
antipsychotica; kortdurend bij gedragsproblemen
memantine; beschermt NMDA-receptoren waardoor de overdracht van signalen in de hersenen en het geheugen verbetert.
antidepressiva; helpen bij depressieve klachten ten gevolge van dementie

Vraag 8
Wat kan een delier veroorzaken? Noem tenminste 4 oorzaken

Slide 13 - Mind map

● Ziekten;
● Een operatie,
● Een ongeval,
● Handicaps als slechtziendheid of slechthorendheid
● Medicijnen vb: plaspillen, middelen tegen de ziekte van Parkinson, antidepressiva, medicijnen tegen hartritmestoornissen, antihistaminica, medicijnen tegen misselijkheid en cortico’s.
● Stoppen met alcohol of kalmeringsmiddelen:

Vraag 9
Welke groep heeft de meeste kans op een delier?

Slide 14 - Open question

Mn ouderen, mensen met dementie hebben hogere kans 
Vraag 10
Welke medicatie kan er gebruikt worden bij een delier en wat doet deze medicatie?

Slide 15 - Open question

Haloperidol of benzodiazepine
Vraag 11
Welke toedienvorm wordt het meest gebruikt?

Slide 16 - Open question

Vaak wordt haloperidol als druppels toegediend.

Succes!
Donderdag gaan we Parkinson en dementie  nog herhalen en bespreken. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions