H5 Het strafrecht en H6 Van politie naar officier

Criminaliteit
Les 1: H5 Het stafrecht
Les 2: H6 Van politie naar officier


1 / 22
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quiz, text slides and 6 videos.

Items in this lesson

Criminaliteit
Les 1: H5 Het stafrecht
Les 2: H6 Van politie naar officier


Slide 1 - Slide

Leerdoelen H5 
  • Je kan de uitgangspunten van het strafrecht, het jeugdstrafrecht en adolescenten strafrecht  beschrijven
  • Je kan de rechten van de verdachte tijdens het strafproces beschrijven. 
  • Je kent de rechten van een verdachte. 

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Uitgangspunten van het strafrecht
Het strafrecht omvat alle regels en wetten over het straffen van mensen die de wet hebben overtreden. 
De belangrijkste uitgangspunten zijn: 
  • Je kunt alleen gestraft worden voor iets wat volgens de wet strafbaar is = legaliteitsbeginsel
  • Er wordt rekening gehouden met de ernst van het delict
  • De rechter kijkt altijd naar de situatie waarin het delict plaatsvond. Bijvoorbeeld in geval van noodweer of overmacht.

Noodweer = zelfverdediging 
Overmacht = een situatie waarin het onmogelijk is om de regels op te volgen. 

  

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Uitgangspunten van het strafrecht
De belangrijkste uitgangspunten zijn: 
  • De rechter moet rekening houden met de achtergrond en persoonlijke eigenschappen van de dader.  
  • De rechter moet rekening houden met de leeftijd van de verdachte. 

Persoonlijke eigenschappen => iemand kan bijvoorbeeld ontoerekeningsvatbaar zijn en niet verantwoordelijk gehouden voor zijn daden omdat hij/zij niet weet wat hij doet. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Rechten van verdachten
  1. Verdacht = redelijk vermoeden
  2. Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
  3. Recht op advocaat
  4. Recht om te zwijgen
  5. Beperkte tijd vast houden
  6. Eerlijk proces > onafhankelijke en onpartijdige rechter
  7. Onschuldig tot rechter de straf heeft uitgesproken.
De politie moet dus een goede reden hebben om je aan te houden
vanaf moment van inverzekeringstelling (langer dan 6 uur vastgehouden). Als je de kosten niet kan betalen wordt een advocaat toegewezen
Een verdachte mag maximaal 110 dagen en 6 uur worden vastgehouden voordat de rechtszaak begint
Een verdachte moet wel meewerken aan het vaststellen van de identiteit (legitimatie, vingerafdrukken, DNA)
Wanneer een rechter niet onpartijdig is kan een rechter 'gewraakt' worden. Een voorbeeld hiervan is te vinden in het proces van Wilders
Soms heeft de media iemand al veroordeeld voordat de rechter het vonnis geveld heeft. Dit noem je 'trial by media'. Eenzijdige berichtgeving zorgt er dan voor dat ook de samenleving een verdachte al schuldig vindt. Goede media spreekt dan ook van verdachte ipv dader.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Rechten verdachten
  1. Verdachte = redelijk vermoeden
  2. Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
  3. Recht op advocaat
  4. Recht om te zwijgen
  5. Beperkte tijd vast houden
  6. Eerlijk proces > onafhankelijke en onpartijdige rechter
  7. onschuldig tot rechter de straf heeft uitgesproken.
De politie moet dus een goede reden hebben om je aan te houden
vanaf moment van inverzekeringstelling (langer dan 6 uur vastgehouden)
Een verdachte mag maximaal 110 dagen en 6 uur worden vastgehouden voordat de rechtszaak begint

Slide 17 - Slide

Rechten verdachten
8. Na de uitspraak van de rechter mag je in hoger beroep gaan
9. Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren
10. vrijgesproken = vrij behalve bij moordzaken
ernstige delicten zoals moord kunnen nooit verjaren

Slide 18 - Slide

Jeugdstrafrecht
Art. 77a-77hh Sr:
• Leeftijden:
• Tot 12 jaar: geen strafrechtelijke vervolging
• Tot 18 jaar: toepassing jeugdstrafrecht
• Vanaf 16 jaar mag ook meerderjarigen strafrecht worden toegepast. Rechter bepaalt.
• Tussen 18-21 mag ook jeugdstrafrecht worden toegepast.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video


"Iemand is voor de politie een verdachte als er een redelijk vermoeden van schuld is."

Leg de bovenstaande zin in je eigen woorden uit.

Slide 21 - Open question

Leerdoelen H6 

  • Je kan de taken en bevoegdheden van de politie beschrijven
  • Je kan de rol van de officier van justitie in het strafproces beschrijven.

Slide 22 - Slide